Elke vogel zingt…
Op jonge leeftijd leren zebravinken van hun vader een liedje. Voor het onthouden van dit liedje is een specifiek gebied van de vinkenhersenen belangrijk. De vogels gebruiken het gebied echter niet om te zingen. Daar zijn andere hersendelen, meer aan de voorkant van het brein, bij betrokken.
Dit toont een opvallende gelijkenis met het spraakmechanisme in de menselijke hersenen. Bij mensen zijn gebieden in de temporale schors betrokken bij het begrip van en het geheugen voor spraak, terwijl gebieden in de frontale schors vooral belangrijk zijn voor het praten zelf.
Apen
Apen worden vaak gezien als het beste model om de hersenmechanismen van spraakverwerking te onderzoeken, omdat zij genetisch het dichtste bij mensen staan. Een nadeel van apen is dat de geluiden die zij maken aangeboren zijn. Ze leren deze niet aan, zoals mensen en zangvogels dat doen. Hierdoor kunnen wetenschappers bij apen wel de perceptie van apengeluiden onderzoeken, maar niet het aanleren ervan.
Spraakstoornissen
De ontdekking van de Utrechtse onderzoekers heeft grote consequenties voor het begrip van hersenprocessen die betrokken zijn bij het aanleren van spraak. Mogelijk kunnen wetenschappers nu beter gaan begrijpen waardoor spraakstoornissen, zoals stotteren of het spraakverval bij dove mensen, veroorzaakt worden.
Symposium
Gobes en Bolhuis publiceren hun resultaten in Current Biology van 1 mei. Op zaterdag 21 april vindt er in Utrecht een symposium over vogelzang en menselijke spraak plaats. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.let.uu.nl/birdsong.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd