Functiewaardering toont gebrek aan ambitie
Een fatsoenlijke beloning wordt pas mogelijk als je het lesgeven opgeeft en managementtaken opneemt. Samengevat is dat de kern van veel kritiek op het systeem. Een deel van deze kritiek is misschien terecht, zo schrijft Stemerding. “Functiewaarderen is soms een beetje meten met elastiek. Maar ik betwijfel of het systeem het grootste probleem is. Het is de hogeschool die bepaalt welke medewerkers er aangenomen worden en wat hun taken zijn. Het systeem is goeddeels onpartijdig. Het systeem ‘turft’ slechts de kerntaken van de functie.
Het klopt dat het systeem niet verbiedt om ‘schrale’ docentfuncties te maken. Maar het systeem verbiedt evenmin om professionele docentfuncties te maken met verantwoordelijkheid voor onderwijsontwikkeling en contact met het beroepenveld. Een functie met onderwijsinhoudelijke taken op schaal 12-niveau of hoger is prima mogelijk. Het voorbeeld staat gewoon in de cao. Maar helaas zijn uitgeklede docentfuncties op een veel lager niveau ook mogelijk. De keuze is aan de hogeschool. En die kiezen steeds vaker voor de lagere docentfuncties op niveau 10.
De eindevaluatie van de invoering van functiewaarderen moet nog geschreven worden, maar ook zonder onderzoek zijn de gevolgen onmiskenbaar. Kennelijk is het motto van de hogescholen ‘mag het een onsje minder zijn’. Een vergelijking van oude functiebeschrijvingen met beschrijvingen die tegenwoordig worden gebruikt laat zien dat alle ambitie is weggesijpeld.
Stond vroeger het ontwikkelen van onderwijs nog centraal, nu is de teneur het uitvoeren van reeds ontwikkelde taken. Actieve motiverende functiebeschrijvingen zijn vervangen door zinnen als: “voorbereiden en uitvoeren van toegewezen, reeds ontwikkelde onderwijsonderdelen.” In plaats van minimaal van een docent te verlangen dat hij: “naar eigen inzicht en ervaring bestaande benaderingswijzen en instrumenten op zodanige wijze hanteert dat deze optimaal aansluiten bij de mogelijkheden en leerdoelen van de lerende.’ is het nu voldoende dat hij: “participeert in uitvoering van onderwijsevaluaties en –ontwikkeling.” De powerpoint ligt klaar, gaat uw gang.
In de formatieplannen stijgt het aandeel lagere docentfuncties. Het huidige personeel behoudt het oude salaris wanneer hun (nieuwe) functie lager gewaardeerd wordt. Nieuw personeel komt als regel in de lagere functies. Ik benadruk nogmaals dat dit het gebrek aan ambitie is van de hogescholen. Niets weerhoudt de hogescholen ervan een vacature die is ontstaan door een vertrekkende collega op te vullen met opnieuw een schaal 12-functie. Helaas gebeurt dat niet. Blijmoedig wordt de besparing geïncasseerd.
Het komt mij voor als een zeer gevaarlijke strategie voor de toekomst. Zijn lagere functies werkelijk ons antwoord op de komende tekorten aan hoger opgeleiden en de noodzaak in te kunnen spelen op een snel veranderend beroepenveld? Het antwoord kan geen ja zijn.
Ik roep de hogescholen dan ook op om een einde te maken aan de downgrading. Tekorten in het HBO los je niet op met mooie mission statements maar met uitdagende brede docent functies en een hoogwaardig formatieplan. Zolang hogescholen menen academisch geschoold personeel mét ervaring in dienst te kunnen nemen op een tijdelijk contract in schaal 9 zal de personeelsvoorziening en de kwaliteit van het HBO zorgelijk blijven.”