‘Het is zo mooi kennis te delen’

Nieuws | de redactie
18 mei 2007 | Benjamin Mkapa kent geen jetset bestaan, “want ik had an honest government”. Lachend legt oud-president Mkapa uit, dat hij daarom graag terugkeert aan de top van het HO in zijn Tanzania. “Hij liet na tien jaar een land na dat een transparant democratisch bestuur kreeg en hij zorgde voor een geordende, vreedzame overdracht aan zijn nieuw gekozen opvolger,” zo wordt zijn reputatie geschetst.  ScienceGuide sprak met de HO-vernieuwer uit Afrika.

U werd president na een periode van bijna vier jaar als minister van Wetenschap en Hoger Onderwijs. Hoe is dat zo gelopen?
Ik had tijdens mijn studie al een nogal grote mond. Ook werd ik actief in mijn politieke partij. Na mijn ervaring als hoofdredacteur van grote kranten in ons land vroeg men mij toen de portefeuille HO te gaan doen, opmerkelijk was dat wel ja. De reden was de grote expansie van de HO-deelname. Men moest iemand vinden die kon overtuigen dat dit breed bekostigd moest gaan wo

Dat was niet zo eenvoudig. Na 3½ jaar vroegen ze me voor het presidentschap. Pittige campagne, ik had vier tegenkandidaten van andere partijen. De eerste keer, in 1995, kreeg ik 61% van de stemmen. De keer daarop in 2000 71%. Die tien procent meer, daar ben ik gelukkig mee geweest, dat zult u wel willen begrijpen.

Hoe stak uw HO-beleid in elkaar dat u zo’n vervolg kon behalen in de nationale politiek?

Er speelde op het terrein van kennis zó veel. Allereerst die expansie. Die kwam ook doordat we erin slaagden de doorstroom uit basisscholen naar het vervolgonderwijs grote impulsen te geven en dat in een jong land met een jonge bevolking. Economisch waren we er alleen zeer slecht aan toe, dus dat dreigde deze kansen voor studenten onmogelijk te maken. Daarom verdedigde ik dat we studieleningen zouden introduceren en collegegelden. Dan konden de jongeren wel studeren en konden wij helpen dit te bekostigen via de terugbetalingen. Het was natuurlijk erg omstreden, maar gelukkig kwamen we er samen uit.

De tweede grote beleidslijn was dat we kwaliteitsstandaarden afspraken en echt gingen bewaken. Juist omdat we zo’n forse expansie in het HO kregen, was dat goed om tevoren af te spreken. Ook speelde dat we private universiteiten gingen toelaten. Dat was echt een maatschappelijke doorbraak, verschillende geloofsgemeenschappen gingen daar zelf werk van maken. Dan zijn zulke samen gedragen standaarden heel belangrijk. Zo is een stelsel van validering ontstaan.

Uw portefeuille bevatte ook wetenschapsbeleid. Waren de trendbreuken daar net zo fors?

Het werd in mijn ministerie opgenomen omdat we met de universiteiten samen een landbouwrevolutie wilden ontketenen. Dat vereist zowel R&D op hoog niveau als toepassingen en technologische vernieuwingen op grote schaal. Ook dat was voor ons land iets nieuws.

Toen koos men u met een groot mandaat tot president. Moest u daarop andere prioriteiten niet veel meer benadrukken?

Ze wisten precies wie ze kozen, hoor! Ik bleef mijn visie uitdragen. We hebben in die tien jaar drie nieuwe private en één nieuwe openbare universiteit kunnen oprichten bijvoorbeeld, in delen van het land waar men in zo’n regio die kans op opleiding en kennisverspreiding nooit had gehad. En we slaagden erin de basis te leggen voor 100% deelname aan bekostigd basisonderwijs. Dit begrotingsjaar zal dit ook financieel gerealiseerd worden. Daarbij is de deelname 50-50, jongens en meisjes. Ook de achterstand is dus ingehaald!

Waar staat uw beleid nu qua resultaten?

Het probleem van de enorme expansie van het HO is weer terug op de agenda. Het succes van die aanpak roept dat als het ware meteen weer op. Maar het loopt nu beter, er is bijvoorbeeld veel steun voor de fondsenwerving van de private instellingen. De kerken en moskeeën hebben deze handschoen echt opgepakt. Daarbij weet iedereen dat zij de kwaliteitsstandaard moeten volgen en dat ook deze universiteiten toegankelijk horen te zijn voor alle studenten.

De nieuwe, confessionele universiteiten kennen dus een acceptatieplicht?

Jazeker. Zij vormen het bestuur, zorgen voor good governance, voor kwaliteit en inhoud. Daarin zijn ze vrij zich te onderscheiden. Maar ook deze universiteiten moeten open staan voor alle studenten.

Anderhalf jaar geleden droeg u het presidentschap over. Als u reflecteert op ‘uw’ 10 jaar, waar bent u dan het meest trots op?

De overwinning op de grote crisis van mijn land. We turnden de economie en de overheid om. Inflatie – vreselijk in een land van mensen met toch al weinig inkomen! – ging van 27 naar 4% per jaar. Doordat we openheid bewerkten over de inkomsten en uitgaven van de staat, gingen die inkomsten 700% omhoog. Iedereen kon zien wat we deden, waarom en hoe. We deden een review van heel het begrotingsproces van de staat en nodigden de sociale partners en het maatschappelijk middenveld uit dat samen met ons te doen.

Daarmee kregen we geloofwaardigheid en ook een herstel van de relaties met organisaties die Tanzania wilden ondersteunen daarbij, zelfs de multilaterale partijen als het IMF. Je kunt uit zo’n crisis komen als je daar eerlijk en écht samen aan werkt. Daar ben ik trots op, jazeker.

De 100% basisonderwijs noemde ik al hè? Nou, bij de aanstaande parlementsverkiezing zetten we de volgende stap: 50-50 bij de kandidaten wordt verplicht, mannen èn vrouwen. De mannelijke politici zijn daar ook best voor. Ze willen namelijk de stem van de vrouwelijke kiezers en hun organisaties niet verspelen. Dat hebben ze gelukkig tijdig door, zal ik maar zeggen. Ik ben op die uitkomsten zeer trots, dat is voor ons land erg goed.

Bij uw reflectie zult u ook dingen overwegen waar u beter of meer had willen optreden.  

Er zijn twee aspecten die ik nu misschien beter zie dan bij mijn start. Ik denk dat ik de implementatie van onze hervormingen nog wat had moeten versnellen en verstevigen. Het groeiherstel in de economie was er eerder door losgekomen. Dat was natuurlijk voor iedereen een goede zaak geweest. Maar vooral hadden we dan de afhankelijkheid van de externe begrotingsondersteuning door internationale bronnen en instellingen, sneller omlaag kunnen brengen. Toen ik afscheid nam was dat toch nog zo’n 40%. Het zou goed zijn geweest als we dat samen in hoger tempo konden reduceren en we een onafhankelijker staatsbegroting tot stand brachten.

Dat brengt me op het tweede element. Ik zou de filosofie achter deze diepgaande hervormingen misschien met nog meer klaarheid hebben willen brengen. Het besef dat selfreliance je werkelijk vooruit  brengt. En ook dat wij als volk van Tanzania zélf het eigendom moesten claimen van de problemen én dus van de oplossingen en aanpak voor ons land. Ik vind dat ik als president deze filosofie nog meer had kunnen onderstrepen, ‘with a lot more vigor!’

En toen werd u president van de nieuwste universiteit in uw land, de Universiteit van Dodoma.

De nieuwe president vroeg of ik daar als ‘titular head’ aan wilde helpen trekken. Ik word een soort Chancellor, niet de dagelijkse chef gelukkig. Ze willen natuurlijk dat dit boegbeeld overal ter wereld voor hen gaat pleiten en werven. Nou, dat vind ik geweldig om te doen!

We bouwen in Dodoma, de politieke hoofdstad van ons land, een universiteit op met een brede opzet: faculteiten voor onderwijswetenschapppen, technologie, economische wetenschappen en geesteswetenschappen. Maar bij de start wordt veel energie gestoken in de opbouw van de educatieve faculteit. We willen de expansie van het hoger onderwijs bedienen met een hoge kwaliteit aan docenten. Daarom worden de lerarenopleidingen voor het voortgezet en hoger onderwijs een bijzondere ambitie voor onze universiteit.

U heeft er echt zin in, hè?

Ja, want het is zo mooi dat ik nu als oud-president overal gevraagd wordt kennis te delen. Ik kan mijn ervaringen met vreedzame ombouw en hervormingen in een ontwikkelingsland overdragen, ook in die universiteit, zowel in andere landen als via die contacten ook weer ten bate van die universiteit. Tja, ik had een eerlijk bewind en dan heb je de middelen niet voor een jetset bestaan na je vertrek als staatshoofd, hè? Gelukkig niet, nee.

In september gaat de Universiteit van Dodoma van start. Het wordt gevestigd in een regeringsgebouw waar het partijbureau van Mkapa’s partij CCM in de jaren negentig was gevestigd, en waar ook congressen van deze partij plaatsvonden. De universiteit verwacht het eerste jaar tussen de 1000 en 2000 studenten die zullen instromen in een van de vele bachelorprogramma’s van de universiteit.



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK