In de voetsporen van Montesquieu

Nieuws | de redactie
10 mei 2007 | Bij de opening van het Montesquieu Instituut in Den Haag kondigde Ronald Plasterk aan dat hij een commissie gaat instellen die een nationaal plan moet ontwikkelen voor de geesteswetenschappen. "Voor goede plannen ben ik bereid extra geld uit te trekken", aldus de onderwijsminister.



275 jaar geleden reisde Montesquieu al Europa rond om parlementaire systemen met elkaar te vergelijken, waarbij hij ook Nederland aandeed. Het gisteren geopende Montesquieu Instituut in Den Haag gaat zich op hetzelfde richten: een vergelijking van parlementaire systemen in Europa, inclusief het Europees Parlement.

Bij de opening wees voorzitter Ed d’Hondt op het belang van dit instituut voor de toekomst van de Europese Unie: “De EU heeft zich de afgelopen decennia laten kennen als een Europa van de instituties, en niet zozeer een Europa van de burgers. Dat is geen goede zaak. Er is hier sprake van een democratisch tekort, die politici niet achteloos naast zich neer kunnen leggen. Dat is ook gebleken uit het ‘nee’ van Nederland en Frankrijk tegen de Europese Grondwet. Het zitvlak van bestuurders kan niet zonder het draagvlak van burgers. D’Hondt benadrukte het belang van Europees- breed onderzoek: “Wie in Brussel vooral eigen boodschappen doet, let vooral op de prijs/kwaliteit verhouding, en niet op de winkel zelf”. Het Montesquieu Institituut is daarom bedoeld als een ontmoetingsplaats voor politici, onderzoekers, studenten en journalisten, voor “reflectie en inspiratie”. “Op die manier kan er meer besef ontstaan van de gemeenschappelijke wortels van parlementaire stelsels in Europa, en op die manier kunnen we ook best practices uitwisselen”, aldus D’Hondt.

Minister Plasterk zei het “een grote eer” te vinden om “als eenvoudige bètawetenschapper” een instituut voor geesteswetenschappen te openen. In het algemeen vindt hij dat er de afgelopen jaren te weinig aandacht in het beleid is geweest voor geesteswetenschappen. Hij kondigde dan ook aan een commissie voor geesteswetenschappen in te zullen stellen met een “zware samenstelling”. Die commissie moet een “nationaal plan voor de geesteswetenschappen” opstellen: “De geesteswetenschappen trekken niet altijd even veel studenten. Het verschilt per vakgebied, maar belangrijker nog, het verschilt ook van jaar tot jaar. Er is misschien geen ander terrein waarbinnen de studentenaantallen zo fluctueren als in de geesteswetenschappen. Dat maakt ze kwetsbaar, zeker binnen een systeem van financiering en bekostiging dat zo zeer is opgehangen aan studentenaantallen. Binnen het onderzoek betekent dit dat er een serieuze dreiging bestaat dat expertise wegvalt, zeker tegen de achtergrond van de naderende vergrijzingsgolf.

Een ander probleem waar de geesteswetenschappen mee kampen is dat zij niet kunnen bogen op veel economische valorisatie. Misschien wel daardoor trekken ze relatief weinig derde geldstroomonderzoek aan in vergelijking met bèta- en gamma-onderzoek.

Ik vind overigens dat de geesteswetenschappers ook best de hand wat meer in eigen boezem mogen steken. Er wordt nog te veel op eilandjes gewerkt, en ik zie ook nog niet veel beweging om tot grotere landelijke verbanden te komen.

En dat is toch echt nodig. Want wat in het algemeen voor wetenschappelijk onderzoek geldt, geldt natuurlijk ook voor de geesteswetenschappen. Namelijk dat het beste onderzoek de meeste middelen moet krijgen. En dat promovendi de best mogelijke begeleiding moeten krijgen. Zij mogen niet afhankelijk zijn van de kwaliteit van de toevallig aanwezige promotor.

Daarom wil ik wat aan de financiering van het onderzoek gaan doen. Uitgangspunt daarbij is dat de beste onderzoekers de meeste armslag krijgen. Maar ik wil niet alleen kijken naar de bekostiging. Ook de organisatie van de geesteswetenschappen moet beter. Er moeten meer persoonsgerichte steunvormen komen zoals de veni-vidi-vici. Er moeten meer onderzoekscholen komen waarin aio’s de best mogelijke begeleiding krijgen. Aio’s moeten – idealiter daarbinnen – zelf de plek kunnen uitzoeken waar zij willen promoveren.

En ik zou ook graag willen dat geesteswetenschappers een grotere bijdrage zouden leveren aan elkaars opleidingen. Dat mag wat mij betreft al in de bachelor-fase beginnen. Want wat is er nu inspirerender voor een eerstejaars student in Groningen dan om een paar colleges te mogen volgen bij Frits van Oostrom?
Ik wil serieus werk gaan maken van een betere organisatie én positie van de geesteswetenschappen. Men heeft mij als bèta-wetenschapper nogal eens verweten dat ik een bèta-bias zou hebben. Niets is minder waar. Ik wil minister zijn van àlle wetenschappen. Maar dan wel van excellente wetenschappen. Daar moeten we aan werken, ook in de geesteswetenschappen. We hebben immers een traditie hoog te houden.

Ik wil daarom vandaag aankondigen dat ik een commissie in zal stellen die een nationaal plan voor de geesteswetenschappen gaat ontwikkelen. En om te laten zien dat het mij serieus is: het gaat om een commissie met een zware samenstelling. En, ik zeg het nu maar alvast, als er goede plannen liggen ben ik bereid om er ook extra geld in te steken”.

Als voorbeeld van een succesvol initiatief uit de geesteswetenschappen noemde hij de canon van de Nederlandse geschiedenis van de commissie-Van Oostrom: “Het is een overweldigend succes. Ik merk dat, omdat de rechten ervan berusten bij OCW. Er hebben zich al heel wat commerciële partners bij ons gemeld, die van alles met die canon willen: Triviantspellen, koekblikken, en zelfs een koffertje met houten penningen. Ik vind dat fantastisch. Het zegt ook wel iets over deze tijd. Als ik zelf op werkbezoek ben, dan merk ik dat ook wel: er is behoefte aan meer houvast, aan autoriteit. Dat is ook niet erg. Bij mijn bezoeken aan de kandidaat-steden voor een Nationaal Geschiedenismuseum heb ik ook gezegd dat de canon een heel goed uitgangspunt biedt voor het opzetten van zo’n museum”.






«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK