Mild maar onwennig

Nieuws | de redactie
1 mei 2007 | Halverwege de ‘100 dagen’ lijken eerste haarscheurtjes zichtbaar te worden in de verwachtingen van minister Plasterk. Onwennige, toch nog milde reacties klinken in het HO. Felle kritiek in de media van Doekle Terpstra (HBO-raad) op diens houding naar hogescholen vindt weerklank, zo blijkt bij een inventarisatie door ScienceGuide.

VSNU- voorzitter  Sijbolt Noorda reageert mild op “deze schoten voor de boeg”. Hij vindt dat een nieuwe minister “het voordeel van de twijfel gegeven moet worden,” maar zegt dat Terpstra’s “visies parallel zijn aan de onze. Zoals wij veel nadruk leggen op het succes van studenten in de eerste fase van hun studie, het begin in de bacheloropleiding, zo doet hij dat ook. Het gaat immers niet alleen om het succesvolle toptalent, maar zeker ook om het studieresultaat van de brede middengroep van de studenten en om de jongeren die het nu juist niet lukt succes te behalen in hun studie aan de universiteit en hogeschool. Wat dat betreft is Doekle Terpstra’s visie dezelfde als de mijne.”

Ook andere opinionleaders in de leiding van het HO zijn kritischer aan het worden over de benaderingswijze van Plasterk. Een PvdA-topper onder hen zei tegen ScienceGuide onder meer: “Deze minister weet veel over zijn vroegere onderzoeksterrein, maar heeft daardoor wel een erg beperkte scope. Zo vertelde hij onlangs aan vmbo/mbo docenten dat hij zelf ook les gegeven heeft en daarom weet wat er speelt. ‘Oei’, dacht ik, ‘dat is gevaarlijk.’ Want die mensen prikken daar echt wel doorheen. Die twee, drie studenten van hem in dat specialistische terrein, dat is toch werkelijk geen vergelijkingsbasis”.

Ook in de Haagse politiek schrikt men af en toe van de benaderingswijze van Plasterk. Een partijgenoot uit de Eerste Kamer: “Dat Terpstra dit doet, snap ik wel. Het is een beetje de minister intimideren met forse kritiek, zodat hij dan denkt ‘oppassen, ik doe het misschien niet goed’. Maar mijn vrees is dat Plasterk er zich ook door bevestigd kan gaan voelen, zoals Jo Ritzen dat destijds dacht. Dat is wel een risico, voor beide trouwens”. Lof krijgt Plasterk ook, van de SP. Kamerlid Jasper van Dijk noemt hem “een prima minister, zoals hij bijvoorbeeld stelt dat selectie aan de poort niet werkt en een slecht idee is. Dat vinden wij ook, terwijl de PvdA de afgelopen jaren door Jacques Tichelaar een andere opvatting is gaan verkondigen. Dat Plasterk daar nu tegenin gaat: prima”.

HBO-raad-voorzitter Doekle Terpstra gaf een milde draai aan zijn kritiek toen Plasterk hem verweet “gepiept te hebben nog voordat hij wellicht gevild wordt”. Hij prees de minister dat hij oog bleek te willen hebben “voor het hart van onze agenda, zonder commitment op de uitkomsten”. Hij wilde zich door die opstelling graag laten uitdagen, met een bijzonder accent op twee elementen van Plasterks antwoord op de kritiek: de bereidheid te overleggen over de bijzonder zware taken van het hbo in de grote steden en het aanleggen van analoge criteria voor masterbekostiging in hbo en wo. Dit noemde hij een positief signaal, al voegde Terpstra eraan toe: “Het is bepaald niet zo dat we er nu zijn”.

Shell-topman Rein Willems had ook een boodschap voor de minister. Het scheidend lid van het Innovatieplatform pleitte voor “een verdere verfijning van de kwaliteit van de opleidingen in het hbo, door extra aandacht voor onderzoek en onderzoeksvaardigheden daarbinnen bijvoorbeeld. Er is in het HO door het voorgaande kabinet het nodige los gekomen en er zijn goede bewegingen in gang gezet. Op het terrein van het onderzoek in het hbo zijn al met al goede aanzetten gegeven in deze periode. Dit zou ook nu steun van de minister van OCW moeten krijgen”.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK