Bij tweede ‘nee’ staat Nederland buitenspel

Nieuws | de redactie
6 juni 2007 | Hoe verder met de Europese ‘Grondwet’? Dit thema staat hoog op de agenda in heel de EU. Een nieuwe afwijzing zet Nederland buitenspel, meent de regering. Europadeskundige Mathieu Segers (RU) is het daarmee eens. Maar de Nederlandse afwijzing van een Europees verdrag heeft ook meer te maken met binnenlandse politiek dan met Europa, meent hij. “De populistische partijen hebben veel te gemakkelijk de opinie naar zich toe kunnen trekken.”


“De euroscepsis houdt direct verband met de opkomst van Pim Fortuyn. Sinds die tijd heerst in de Nederlandse politiek het idee dat het electoraal ongunstig is om je als politicus een voorstander te tonen van versterking van de Europese Unie. Om opportunistische redenen nemen zelfs partijen die zich altijd voorstander hebben getoond van vrij verkeer in Europa, zoals de VVD, sindsdien een geheel ander standpunt in. Zo maakt het veronderstelde electorale risico van een liberaal migratiestandpunt zelfs van het vrije verkeer van werknemers een onderwerp waar bijna geen politicus zich ronduit voor durft uit te spreken. Curieus voor een handelsland als Nederland dat juist baat heeft bij een open economie.

Binnen Europa kun je spreken van een specifiek Nederlands trauma. In Frankrijk, waar ook een referendum is gehouden met ‘nee’ als gevolg, hadden ze snel door dat het land zichzelf met die afwijzing in de eigen voet had geschoten. De nieuwe president Sarkozy heeft als eerste daad na zijn aantreden het ‘non’ gecorrigeerd. Hij is samen met Duitsland de architect van het nieuwe, ingedikte verdrag voor Europa, dat tijdens de EU-top op 21 en 22 juni zal worden gelanceerd.

Als Nederland opnieuw nee zou zeggen, staat ons land inderdaad buitenspel, daarin heeft staatssecretaris Frans Timmermans gelijk. Je verliest je invloed in het machtscentrum van Europa. Een groot land als Engeland kan zich meer scepsis permitteren. Een nee van Nederland zet ons in de periferie van Europa en maakt ons daarmee een buitenstaander in het debat over de toekomst van Europa, die ook ónze toekomst is.

“Niet het grondwettelijke verdrag, maar de toetreding van Turkije is van werkelijk belang voor de toekomst van Europa. Nederland heeft zich tot nu toe voorstander getoond, maar de tegenkrachten in binnen- en buitenland zijn hevig. De economische en politieke belangen zijn groot, ook voor Nederland, dat vanuit pro-Atlantisch en economisch oogpunt veel te winnen heeft bij een Turkse toetreding. Gemanoeuvreerd in een perifere positie, zou Nederland in dit debat aan gezag verliezen.

Het nee van Nederland bij het referendum had te maken met een regering die er maar níet in slaagde Europa aan de bevolking uit te leggen. Er is een zeker idealisme nodig om mensen voor het project Europa te winnen, zonder dat een dergelijk verhaal naïef hoeft te zijn. Juist vanuit nationale machtspolitieke doelstellingen is er een hoopvol verhaal te houden over verdere Europese integratie. Wat dat betreft kunnen Nederlandse politici nog veel leren van hun Franse collega’s.

“De populistische partijen hebben veel te gemakkelijk de opinie naar zich toe kunnen trekken. Zelfs de meest aperte onzin die ze destijds over de grondwet te berde brachten, werd maar niet doorgeprikt. Zo zou er een superstaat komen, terwijl iedereen die de grondwet goed heeft bestudeerd, kan nagaan dat het er juíst om gaat om de besluitvorming binnen bijvoorbeeld de Europese Raad te stroomlijnen. In die Raad oefenen de afzonderlijke lidstaten bij uitstek hun invloed uit. Dat er een superstaat zou komen slaat echt helemaal nergens op.

Ik verwacht en hoop dat de regering een nieuw referendum over Europa zal weten af te wenden en dat juich ik toe. Het gevaar van een referendum is dat het binnenlands electoraal belang opnieuw zwaarder zal wegen dan het belang dat ons land heeft bij Europa. Nederland heeft baat bij Europa en zélfs baat bij een verdere voortgang van de integratie.”

Mathieu Segers is docent Internationale betrekkingen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij promoveerde in maart 2006 op een dissertatie, getiteld ‘Tussen verzoening en verval. De Nationale standpuntbepaling van de Bondsrepubliek Duitsland gedurende de Beraadslagingen en Onderhandelingen over de Verdragen van Rome.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK