HBO en WO slaan handen ineen

Nieuws | de redactie
20 juni 2007 | Hogeschool en universiteit gaan gezamenlijk optrekken. Men ziet elkaar meer en meer als gelijkwaardige partners in de kennisinfrastructuur. Het VSNU-café gaat dit morgen bezegelen en ScienceGuide presenteert nu vast de visie hierop van de twee Utrechtse HO-voorzitters, Yvonne van Rooy (UU) en Geri Bonhof (HU):  “Kenmerkend voor Utrecht door de eeuwen is een pragmatische benadering voor zaken en een zekere warsheid van ‘gedoe’. Hieruit spreekt een vertrouwen in de eigen kracht.”


De discussie tussen hbo en wo is in een stroomversnelling gekomen. Het komende VSNU-café is daar een duidelijk signaal van. Wat is volgens jou de belangrijkste ‘aandrijvende kracht’ daarvan geweest?

Bonhof: “De landelijke discussie tussen het hbo en wo is ongetwijfeld in een stroomversnelling geraakt door de invoering van het bachelor-master-stelsel. Het hbo kreeg daardoor ook een taak in het opleiden van masters. Om in internationaal verband te opereren dient ons hoger onderwijs samen te werken. Denk hierbij aan passende titulatuur. Verder maakt het hbo de omschakeling van onderwijsinstellingen naar kennisinstellingen. Samenwerking met universiteiten is in dat opzicht voor de hand liggend geworden.”

Van Rooy: “Al jarenlang is de samenwerking tussen Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht een belangrijk item bij ons in Utrecht, ik zie het niet zo als een stroomversnelling. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk hoger opgeleiden af te leveren. We doen dat hier vanuit de gedachte ‘ de juiste student op de juiste plek’  en hebben daarvoor een uitstekende uitgangspositie aangezien we allebei brede instellingen zijn met een ruim opleidingsaanbod.”

Op welke punten is ‘Utrecht’ ook nu weer – net als in 1713 – de plaats waar een vruchtbare samenwerking in het bijzonder wordt voor gedaan? Wat vind je zelf het aspect waarin voor de komende jaren  het meest perspectief zit? 

Van Rooy: “De centrale gedachte voor een verdere vruchtbare samenwerking is respect voor ieders kwaliteiten en positie om daarmee uiteindelijk het belang van de student optimaal te dienen. De laatste jaren is er een impuls aan die samenwerking gekomen, niet in de laatste plaats door onze rector Willem Hendrik Gispen. We hebben al laten zien dat we zonder een fusie heel goed, en met goed resultaat kunnen samenwerken. Denk eens aan de doorstroom van honderden studenten van Hogeschool Utrecht én andersom.”

Bonhof: “Het is lastig om parallellen te trekken met de historische Vrede van Utrecht. Kenmerkend voor Utrecht door de eeuwen is een pragmatische benadering voor zaken en een zekere warsheid van ‘gedoe’. Utrecht is een vrijplaats zonder al te veel betrokkenheid bij externe turbulentie. Hieruit spreekt een vertrouwen in de eigen kracht. Volgens mij is dat de essentiële voorwaarde om goed met andere te kunnen samenwerken. Het meeste perspectief zie ik in de algehele samenwerking in Utrecht, dus ook met gemeente, provincie, roc’s, voortgezet onderwijs en bedrijfsleven, om talenten maximaal te ontplooien.”

Wat zou het nieuwe kabinet in zijn ‘na 100 dagen plan’ en het beleid daarna kunnen en moeten doen om deze ontwikkeling een impuls te geven?

Bonhof: “Er moeten meer middelen komen voor lectoraten en onderzoek in het hbo. Mijn inziens moet dat echter niet ten koste gaan van fundamenteel onderzoek. De onderzoeksfunctie zal binnen het hbo de komende jaren een cruciale rol spelen. Dit moeten we niet belasten met de schaduw van concurrentie tussen het wo en hbo.”

Van Rooy: “Onze instellingen financiële ruimte geven om ieder talent zo goed mogelijk te ontwikkelen, differentiatie mogelijk te maken, en de overstap van de ene naar de andere onderwijsinstelling   te vergemakkelijken. Daarnaast is het van groot belang dat het kabinet uitdragen van de internationale research kracht ondersteunt, wat een verdere impuls geeft aan het aantrekken van talent.”

Wat gaan UU/HU zélf nog doen om deze trend verder te stimuleren?

Bonhof: “De trend zelf is niet belangrijk. Het gaat erom wat in het belang is van onze (aankomende) studenten.”

Van Rooy: “We gaan door met het gezamenlijk ontwikkelen van studentenbeleid.   Er zullen meer medewerkers van de Hogeschool Utrecht bij de Universiteit gaan promoveren. Ook willen we graag een carrièreperspectief bieden aan aio’s en postdocs die niet in het fundamentele onderzoek doorgaan.”

Bonhof: “We gaan daarom verder op de al ingeslagen weg die de keuzemogelijkheden voor studenten vergroot en hen stimuleert zich maximaal te ontplooien. Hogeschool Utrecht zal zich daarnaast inspannen om personeel aan te trekken dat bijna of net gepromoveerd is. Voor de hogeschool is dit één van de manieren om de onderwijskwaliteit te borgen. Ook hiervoor zullen de hogeschool en universiteit samenwerken.”

Van Rooy: “En ik zou niet onvermeld willen laten onze gezamenlijke activiteiten in kennisvalorisatie, waardoor we steeds meer invulling geven aan de Uithof als Science Park Utrecht!”

Over de Vrede van Utrecht -ook de titel van het VSNU-café van morgen- leest u een meeslepend verhaal van professor Renger de Bruin op de pagina Cultuur. “Het meest subtiele gebaar in deze keuze was wel dat Lodewijk XIV zich Utecht nog zeer goed en welgezind herinnerde. De elite van de stad stond bekend als nogal pro-Frans. Men was er tamelijk anti-Oranje en in 1672 zó soepel geweest dat de regenten klaar stonden met sleutels van de stad toen Lodewijk in het Rampjaar met zijn legers voor de poorten stond. De vroedschap van Utrecht had de Zonnekoning dan ook gunstig onthouden als ces messieurs qui portaient les clés de la ville.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK