Hoeveel alumni heeft u in 2025?

Nieuws | de redactie
1 juni 2007 |

Alumnibeleid staat in Nederland in de kinderschoenen. De doelgroep alumni kent een snel groeiend volume en biedt voor de HO- instellingen een buitengewoon belangrijke potentiële achterban. ScienceGuide presenteert voor de verdere doordenking en uitdieping van dit thema een reeks van zes bijdragen van Hans Hoornstra, directeur van FORMEDIA, expertisecentrum te Maastricht voor alumnirelaties voor netwerkende onderwijsinstellingen en prof. dr. Geert Sanders, directeur van de Stichting Ubbo Emmius Fonds voor relatiebeheer en fondswerving van de Rijksuniversiteit Groningen. In de eerste aflevering ziet u een gesprek met André  Postema, CvB-lid van de Universiteit Maastricht.

Hoeveel alumni heeft u in 2025?  
In de praktijk blijk



Dergelijke onwennige reacties getuigen van weinig bewustzijn in onderwijsinstellingen van hetgeen dat hun alumni, die in allerlei beroepsvelden werkzaam zijn, voor hen zouden kunnen betekenen en, vice versa, waarin zij hun alumni goed van dienst zouden kunnen zijn. Instellingen en alumni drijven zodoende van elkaar af en verliezen het zicht op elkaar. Hierdoor ontstaan niet alleen veel onbenutte kansen in de relatie tussen onderwijsinstellingen en hun alumni. Ook in sociaaleconomisch opzicht gaat het hier om een praktijk die schade in de diverse regio’s van ons land teweeg brengt.

Zo pleitte op 24 mei 2007 Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO- raad en oud- voorzitter van het CNV, tijdens een werkconferentie over de toekomst van de Noord- Nederlandse arbeidsmarkt voor een ontschotting van de werelden van arbeid en onderwijs. Hij adviseerde: “Kijk wat meer bij elkaar over de heg. Ik weet het, we hebben daar geen traditie in. Natuurlijk weten we wat de ander verkeerd doet, maar er gebeurt niets”. Tijdens diezelfde conferentie maakte Ronald de Leij, hoofd strategische beleidsontwikkeling van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland duidelijk dat ook het onderwijs wel een stapje extra mag zetten: “Zeg nou geen dááág tegen mensen die hun diploma halen. Doe als school aan ‘after sales’. Maak helder dat je mensen een of twee jaar later weer wilt zien. Wat doe je nu? Heb je behoefte aan nieuwe kennis? Onderwijsinstituten zouden met studenten een blijvende relatie moeten aangaan”. (bron: Dagblad van het Noorden, 25 mei 2007)

Uit het onderzoek ‘Alumnibeleid: de stand van zaken’ (FORMEDIA, februari 2005), bleek dat vrijwel alle Nederlandse universiteiten actief zijn op het terrein van alumnirelaties en fondsen werven. Zij pionieren en worstelen stuk voor stuk met de vraag of en hoe de stap van ‘friendraising’ naar ‘fundraising’ kan worden gezet. Hogescholen daarentegen ontwikkelen min of meer onafhankelijk van elkaar een visie, waarbij het alumnibeleid in de context van de netwerkende organisatie wordt gepositioneerd. Want in de context van maatschappelijk ondernemerschap, regionale kleuring en de profilering van hogescholen als regionale kennispoorten ontstaan veelzijdige netwerken, waarbinnen hogescholen een manier zoeken om alumnirelaties structureel in te bedden.

Een succesmodel voor alumnirelaties in Nederland is echter nog niet uitgekristalliseerd. Met deze serie van zes columns en interviews willen wij de discussie over het onderwerp aanzwengelen om zo een bijdrage te leveren tot een Europees model voor alumnirelaties, waarin Nederlandse onderwijsinstellingen een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Want Nederland loopt opvallend genoeg nog voorop op het Europese continent, wanneer het gaat om de ontwikkeling van alumnibeleid.

We moeten er echter voor waken een afwachtende houding aan te nemen. Dooddoeners als:”Amerikaans alumnibeleid werkt niet in Nederland” van Nuffic- voorzitter Sander van den Eijnden ( ScienceGuide 2 april 2007) bevestigen bestaande vooroordelen. Natuurlijk is het onmogelijk om het Angelsaksische model één op één toe te passen op de Nederlandse situatie en cultuur. Maar is het niet verstandiger ons te spiegelen aan het succesvolle Amerikaanse model, dan Kenia tot voorbeeld te verheffen? (Cay Etzold, Nuffic conferentie, april 2007, Den Haag)

We mogen van universiteiten en hogescholen verwachten dat zij ambitieus zijn en vooruitdenken. Trends als een zich terugtrekkende overheid en ‘leven lang leren’ nopen ons tot grondige reflectie. Zelfs kleine tot middelgrote instellingen kunnen binnen tien jaar een leger mobiliseren van tienduizenden hoogopgeleide alumni, mits deze contacten structureel worden onderhouden. Dus in plaats van de stelling dat het Amerikaanse model hier niet werkt, moeten wij het lef en de ondernemersgeest tonen door ons de vraag te stellen waarom het model in Amerika wél werkt! Het is namelijk geen tovenarij.

Wat ligt er meer voor de hand dan dat zowel onderwijsinstellingen als alumni hun onderlinge relaties zorgvuldig onderhouden? Immers, hierdoor valt er voor beide kanten zoveel te winnen. Zo kunnen de onderwijsinstellingen aan hun alumni allerlei mogelijkheden bieden om zich over de nieuwste inzichten met betrekking tot hun professies te laten informeren. Verder kunnen zij hun alumni in de gelegenheid stellen om elkaar, soms na vele jaren, opnieuw te ontmoeten. Wanneer alumni ervaren dat zij van harte welkom zijn op hun vroegere onderwijsinstituten, ontstaat er bij hen de ontvankelijkheid om iets terug te geven. Zij vragen zich dan af wat zij bijvoorbeeld zouden kunnen doen in de sfeer van het aanbieden van stageplaatsen, het geven van gastcolleges, het coachen van studenten die op het punt staan de arbeidsmarkt te betreden en het geven van advies op diverse terreinen aan hun onderwijsinstituten.

Afgezien van de individuele voordelen die alumni en onderwijsinstellingen kunnen hebben bij een band voor het leven, is het in het huidige internettijdperk zondermeer een feit dat een community op zichzelf, een niet te onderschatten economische waarde vertegenwoordigt. Aan de behoefte tot het vormen en onderhouden van netwerken wordt echter op dit moment door onderwijsinstellingen onvoldoende tegemoetgekomen. Hierdoor wordt de kaas van het brood gegeten door commerciële netwerken zoals bijvoorbeeld Hyves, Xing, Schoolbank en Linked-in, waarin onderwijsinstellingen slechts toeschouwer zijn, terwijl juist zij aan de basis staan van de daadwerkelijke netwerkvorming.

Kortom, er lijkt een wereld te winnen. Maar waar het van de kant de onderwijsinstellingen om draait, is de vraag: hoe de eerste effectieve stap te nemen. Hierin kunnen we mogelijk een voorbeeld nemen aan de Universiteit Maastricht (UM). Probleemgeoriënteerd onderwijs geldt, sinds haar oprichting, als het keurmerk en de kracht van de Universiteit Maastricht. Groepsgewijs krijgen studenten vraagstukken voorgelegd die zij in samenwerking, onder begeleiding van een tutor, dienen op te lossen. Om hierin succesvol te zijn, dienen zij vanaf het begin van hun studie met anderen samen te werken.

Studenten worden dus in het studieproces verplicht om groepen te vormen. Het is zondermeer een krachtig concept waarmee de UM zich onderscheidt. En het leidt geen twijfel dat dit onderwijsconcept resulteert in een natuurlijke selectie aan de poort. Het is redelijkerwijs aan te nemen dat de gemiddelde Maastrichtse student meer openstaat voor groepswerken dan een willekeurige student van een andere universiteit. Het is dan ook geen toeval dat juist dit aspect aan de basis lijkt te liggen aan het alumnibeleid van de UM, dat zich concentreert rondom de zogenoemde alumnikringen. Dergelijke kringen ontstaan op initiatief van alumni zelf, vanuit de diverse regio’s. Aan deze kringen ligt een vriendschapsband ten grondslag, waarvoor de fundamenten tijdens de studie zijn gelegd.

Doordat de Universiteit Maastricht aansluiting zoekt bij de initiatieven van haar alumni en zij deze ook vanuit haar eigen mogelijkheden stimuleert en faciliteert, schept zij ‘goodwill’ van de kant van haar alumni jegens hun universiteit. Een snelle rekensom leert dat het reëel is dat de UM in 2025 meer dan 90.000 alumni zal tellen, waarvan een substantieel deel zich wereldwijd in sterke alumnikringen zal hebben georganiseerd.

De kracht van het alumnimodel van de UM is vooral dat het alumnibeleid gestoeld is op een unieke onderscheidende kwaliteit van de universiteit zelf. In Nederland is het onderwijs in hoge mate gestandaardiseerd en hierdoor is het niet voor iedere instelling gemakkelijk om de eigen onderscheidende kwaliteit helder te benoemen en benutten, zoal de UM ons voordoet.

Om dit onderwerp van onderscheidend zijn te belichten zijn alumni zelf overigens goed in te zetten. Alumni hebben namelijk speciale antennes voor de eigen kracht die kenmerkend is voor de instelling waaraan zij hebben gestudeerd. Indien de instelling, vanwege haar ambitie om een vitale wisselwerking met haar alumni tot stand te brengen of om deze effectief te onderhouden, juist van haar eigen kracht uitgaat, maakt zij een grote kans om haar alumni (nog sterker) aan zich te binden. Een dergelijke benadering geeft aan alumni een vertrouwd gevoel van continuïteit in waarden en een gevoel van veiligheid. Een appèl op hun aandacht kan dan zeker op hun actieve belangstelling rekenen.

Hans Hoornstra
Geert Sanders
Reacties zijn welkom: hans@formedia.nl


Prof. Dr. Geert Sanders
Geert Sanders is als hoogleraar organisatiekunde verbonden aan de Faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Aan diezelfde universiteit is hij als directeur werkzaam bij het Ubbo Emmius Fonds voor relatiebeheer en fondswerving. Daarnaast is hij lid van de EU-Expert Group ‘Fundraising by Universities from Philanthropic Sources’ in Brussel. In de loop van 2006 kwam zijn boek ‘Fondsen werven, de relatiegerichte aanpak’ op de markt (Uitgeverij Van Gorcum, tweede druk, 2007).
www.geertsanders.com

Hans Hoornstra
Hans Hoornstra is ondernemer. Als directeur van FORMEDIA speelt hij een voortrekkersrol in het Nederlandse taalgebied wanneer het gaat om het professionaliseren van alumnibeleid door advies, onderzoek, symposia en trainingen.
www.formedia.nl















«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK