Onderzoeksmasters: geen voorgeborchte voor promotietraject
Sinds de invoering van de onderzoeksmaster in 2004 schieten dezeopleidingen als paddenstoelen uit de grond, maar de instroom vanstudenten blijft achter. Terwijl de wenselijke instroom peropleiding tussen de 15 en 30 studenten ligt, kregen de 114onderzoeksmasters gemiddeld minder dan 7 nieuwe studenten. “Deaantrekkingskracht van de onderzoeksmaster blijkt nog gering. Datis ten onrechte, gelet op de kansen die het de studenten biedt enhet maatschappelijk belang van die opleidingen. Zo’n smalleinstroom is niet goed, want ons land heeft veel meer bredetoegeruste Ph.D’s en onderzoekers in R&D nodig”, aldusVSNU-voorzitter Sijbolt Noorda.
Werving
De focus van onderzoeksmasters op promotietrajecten is inderdaadeen probleem bij de werving van studenten, zo weet de Leidsehoogleraar Andeweg uit eigen ervaring: “Aan het einde van debachelor nodig ik alle studenten met hoge cijfers uit om te vragenof ze belangstelling hebben voor een onderzoeksmaster. Zij werpendan altijd tegen: ‘Ik weet niet of ik wel mijn hele levenonderzoeker wil zijn”. Daarom vindt Rudy Andeweg dat deonderzoeksmaster beter als honourstraject gepositioneerd kanworden, waarvan duidelijk is dat die opleiding van hoger niveau isdan de gewone master. “Dat soort opleidingen heb je in Oxfordimmers ook”.
Een onderzoeksmaster moet als meer dan voorbereiding op eenpromotietraject gepresenteerd worden, zo zei Frits van Oostrom.”Met alle respect, we hebben het over studenten die net eendriejarige bachelor hebben afgerond. Het past dan ook om deonderzoeksmaster te positioneren als de vroegeredoctoraalopleiding, met daarin veel onderwijs. Doen we dat niet,dan scheppen we die opleidingen te snel naar ons eigen beeld, naaronze eigen academische projectie. Het gevaar daarvan is dat we eenschimmenspel creëren, met teleurstellingen voor docenten ènstudenten, een zwakke instroom, en uiteindelijk lagerendementen.
We moeten ervoor oppassen de onderzoeksmaster te presenteren alseen absolute keuze, waarin het erom gaat of je wel of niet wiltpromoveren. Het gaat erom dat we de instrumentele waardebenadrukken van de onderzoeksmaster. De onderzoeksmaster is eenoriëntatie, waarin je kunt kijken of onderzoek wat voor je is, enwaarin docenten ook kunnen kijken of onderzoek wat voor je is.Sommige studenten zullen tijdens de onderzoeksmaster enthousiastworden voor een wetenschappelijke carrière: de trek komt tijdenshet eten. Mocht onderzoek blijken niets voor je te zijn, dan heb jejezelf niet gediskwalificeerd voor de arbeidsmarkt”. Met diebenadering zou de instroom van de onderzoeksmasters ook aanzienlijkomhoog moeten kunnen, aldus Van Oostrom.
Emeritus-hoogleraar Jan Sixma waarschuwde ervoor de eisen aanstudenten in de onderzoeksmaster op te schroeven. “Met een paarcollega’s heb ik laatst geconstateerd dat wij vroeger niet aan deeisen zouden hebben voldaan om toegelaten te worden tot deonderzoeksmaster. Wat dat betreft moet je ook rekening houden methet feit dat sommige studenten later op gang komen”.
Samenwerking
Met name de positionering van onderzoeksmasters verdient nog welaandacht. Zo blijkt uit onderzoek van KNAW-commissie Andeweg naarde sociale wetenschappen dat graduate schools doorgaans lokaalingebed zijn, terwijl onderzoeksscholen interuniversitairgeorganiseerd zijn. Hierdoor is er nauwelijks contact tussengraduate schools en onderzoeksscholen, terwijl de onderzoeksmasterwel een vooropleiding is voor het promotietraject. Rudy Andewegmaande de onderzoeksscholen hier werk van te maken:”Onderzoeksscholen staren als verschrikte konijnen in de koplampenvan aanstormende onderzoeksmasters, en weten niet goed hoe daarmeeom te gaan”.
VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda loofde de universitaire samenwerkingop het gebied van onderzoeksmaster. Het kwam hem op een reprimandete staan van Frits van Oostrom: “Het enige voorbeeld van eeninteruniversitaire onderzoeksmaster in Nederland is die van hetTinbergeninstituut. Ik vind daarom dat de collegevoorzitters echtwerk moeten gaan maken van zulke samenwerking”. Ook Douwe Breimerriep op tot bescheidenheid: “Het valt me op dat Sijbolt Noordaspreekt over best practices bij de onderzoeksmasters. Ikvind dat in dit stadium een beetje pretentieus. We zijn pas eenpaar jaar bezig, dus ik weet niet eens of je wel van goodpractices kunt spreken. Je moet tijd hebben om ervaring op tedoen met de onderzoeksmasters”.
Verschillende vertegenwoordigers van letterenfaculteiten riepen opom onderzoeksmasters over meerdere disciplines toe te staan, zodatde kosten ervan in de hand gehouden kunnen worden. Voorzitter KarlDittrich van de NVAO gaf aan daar wel voor te voelen: “Achteraf kunje zeggen dat we in 2003 te veel verkokerd hebben gekeken naar dekleine disciplines. Je kunt dat niet allemaal in de lucht houden.Je moet ervoor zorgen dat er toch voldoende body zit in deonderzoeksmaster”.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap