Promotie duurzame energie vergt subtiele voorlichting

Nieuws | de redactie
27 juni 2007 | Wat burgers vinden van innovaties wordt beïnvloed door de situatie waarin mensen hun mening vormen. Zo wordt de mening over nieuwe energietechnologieën beïnvloed door gedachten over andere energiebronnen. Dit effect is sterker, naarmate mensen minder kennis, betrokkenheid of tijd hebben voor het vormen van een oordeel.

Daarom is het belangrijk om duurzame energieopties in hun samenhang te promoten, stelt ingenieur Wouter van den Hoogen. Hij promoveert op 27 juni aan de Technische Universiteit Eindhoven.

Mensen vormen regelmatig oordelen over nieuwe technologieën zoals nieuwe energieopties, terwijl ze maar zeer beperkte kennis over die technologieën hebben. Het onderwerp is vaak complex en mensen zijn er niet erg bij betrokken of beperkt in hun tijd. Het onderzoek van Wouter van den Hoogen geeft aanleiding om te veronderstellen dat de oordelen van mensen over diverse energiebronnen aan elkaar gerelateerd zijn. De promovendus stelt dat het belangrijk is om een geïntegreerde communicatiestrategie toe te passen voor de acceptatie van elk van de duurzame energiebronnen die op de Nederlandse markt worden geïntroduceerd. De promotie van één specifieke energiebron kan ten koste gaan van de acceptatie van een andere nieuwe energiebron.

Van den Hoogen bekeek in zeven experimenten wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen zogenoemde ‘contexteffecten’ plaatsvinden. Er is sprake van een contexteffect als de mening van mensen over nieuwe technologieën afhangt van subtiele verschillen in de context waarin de technologie geïntroduceerd wordt. De experimenten betroffen het onderwerp energie uit biomassa. Mensen bleken alleen gevoelig te zijn voor subtiele verschillen in context als ze een zwakke basishouding hebben ten opzichte van het onderwerp. Hadden mensen een zwakke mening en werd net voor de beoordeling van biomassa een andere energiebron terloops vermeld, dan werd hun oordeel over het gebruik van biomassa geassimileerd naar de beoordeling van de andere energiebron.

Biomassa werd positiever beoordeeld als zonlicht in de context werd genoemd, dan wanneer steenkool werd genoemd. Dit komt doordat mensen de informatie in de context gebruiken als interpretatiekader voor het beoordelen van het onbekende object. Dit assimilatie-effect trad in de experimenten overigens niet altijd op. Soms was er als gevolg van vergelijking met de context juist sprake van een contrast-effect: biomassa werd dan beter gewaardeerd als het met steenkool werd vergeleken dan wanneer er een vergelijking met zonne-energie werd gemaakt. Terwijl de assimilatie-effecten ook optraden als mensen belemmerd werden om na te denken, bleken contrast-effecten mentale inspanning te vergen.

Het promotieonderzoek maakt onderdeel uit van het programma ‘Biomass as a sustainable energy source: environmental load, cost-effectiveness and public acceptance’ dat wordt gefinancierd door het NWO/SenterNovem Stimuleringsprogramma Energieonderzoek. Het programma streeft naar ontwikkeling van bèta-/gammakennis voor de transitie naar een duurzame energievoorziening.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK