Surinaamse student minder duur uit

Nieuws | de redactie
26 juni 2007 | Surinaamse studenten worden gevrijwaard van de collegegeldverhoging voor studenten van buiten de EU. Minister Plasterk schrijft de Kamer dat hij “in het perspectief van de bijzondere relatie tussen Nederland en Suriname als geassocieerde lidstaat van de Nederlandse Taalunie" zal nagaan wat nodig is om "tot een zodanige behandeling van studenten uit Suriname te komen dat zij geen financiële last ondervinden van de collegegeldverhoging voor niet-EER studenten en deze maatregelen vervolgens treffen.”

Wel acht hij het “legitiem dat instellingen gebruik maken van de wettelijke bevoegdheid om voor studenten die geen nationaliteit van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte hebben (inclusief Suriname) een hoger instellingscollegegeld in rekening brengen, gegeven ook de eerdere gedachtewisseling van mijn ambtsvoorganger met de Tweede Kamer over het internationaliseringsbeleid in het hoger onderwijs.” Maar voor de studenten uit Suriname ziet de minister toch een speciale omstandigheid, die hier doorslaggevend zou moeten zijn: “Vanzelfsprekend werkt de langdurige relatie die Nederland met de voormalige kolonie Suriname heeft onderhouden, tot op dit moment – hoewel Suriname een onafhankelijke staat is geworden – door in de invulling van de onderlinge banden, onder meer op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking, cultuur maar ook op het terrein van het onderwijs.”

Tegen deze achtergrond neemt de minister waar dat “Surinaamse studenten een focus hebben op studeren in Nederland, vanwege hun taal, culturele achtergrond en de vele familiebanden. De bijzondere relatie tussen Nederland en Suriname heeft zich ook vertaald in het geassocieerd lidmaatschap van Suriname van de Nederlandse Taalunie. Door deze associatie krijgt de Taalunie de mogelijkheid om haar missie – alle gebruikers van het Nederlands ondersteunen – beter te realiseren.” OCW erkent overigens wel dat de toegang tot het hoger onderwijs in Nederland niet expliciet onderdeel is van de associatie- overeenkomst. Maar de minister vindt dat er niettemin reden is de toegang tot het HO “als een passend onderdeel” ervan te zien, gelet op de beleidsnotitie “Een rijke relatie” van het vorige kabinet Balkenende “en op de omstandigheid dat de Nederlandse taal in Suriname nog steeds de officiële taal is.”

Overigens raakt de uitzondering die minister wil maken bijna 1000 studenten, want in het huidige studiejaar staan 922 studenten met de Surinaamse nationaliteit ingeschreven in het hoger onderwijs. Dat is een stijging van bijna 50 % ten opzichte 2003/2004.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK