Uitval en onderzoek centraal voor kabinet

Nieuws | de redactie
14 juni 2007 | Na 100 dagen is het kabinet met een uitwerking gekomen van het regeerakkoord. Wat biedt dit voor HO en R&D? Meest opvallend zijn een sterke nadruk op 'de aanval op de uitval' in het HO en dan vooral van de allochtone studenten, het betrekken van andere vertegenwoordigers van het onderzoek dan de traditionele koepels als NWO en VSNU, de accentuering van toegepast onderzoek en natuurwetenschappelijk onderzoek. Het niet noemen van de lectoren in het hbo is bij de innovatie- en kennistoepassingspassages een opmerkelijke omissie.

Wel wordt een strengere kwaliteitsborging van zulke onderzoek aangekondigd. De relevante teksten uit het pakket leest u hier na.

Hoger Onderwijs
Het tekort aan goed opgeleid personeel in Nederland is dit jaar op het hoogste niveau sinds de jaren ‘70 en zal door de pensionering van babyboomers en de economische opleving alleen maar groter worden. Het kabinet wil dat meer mensen een studie beginnen èn afronden: de helft van de studenten heeft na 5 jaar studeren nog geen einddiploma. Allochtone studenten zijn extra kwetsbaar: hun uitval is gemiddeld nog 10-15% hoger dan die van autochtone studenten.

Daarom breidt het kabinet de ‘aanval op de uitval’ uit naar het hoger onderwijs. Extra middelen worden uitgetrokken om kleinschaligheid te bevorderen. Gegeven het oplopende tekort aan technici en technologen richt het kabinet de taskforce ‘Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt’ op, waarin het bedrijfsleven een leidende rol krijgt. Tevens werkt het kabinet aan een actieplan gericht op verbetering van het natuurwetenschappelijk onderwijs, waarbij de drie Technische Universiteiten betrokken zijn. Talentvolle, ambitieuze studenten krijgen met behulp van beurzen of extra studiefinanciering de mogelijkheid toponderwijs te volgen.

Een nieuw model voor financiering van het hoger onderwijs zorgt ervoor dat kwaliteit, onderwijsinzet en prestaties worden beloond. Kwaliteit- en rendementsverbeteringen komen aan bod in de strategische agenda voor hoger onderwijs-, onderzoeks- en wetenschapsbeleid, die in september 2007 verschijnt.

Dialoog
De ambitie om het hoger onderwijs beter en aantrekkelijker te maken is een terugkerend onderwerp in gesprekken met studenten en docenten. Klachten over lesuitval en een gebrek aan begeleiding komen veel terug in alle gesprekken. Instellingen, inspectie, studenten, werkgevers en bestuurders delen de ambitie om uitval in het hoger onderwijs te verminderen.

 
Onderzoek
Het Nederlandse onderwijs en onderzoek kan alleen op hoog niveau blijven presteren als de onderzoeksinfrastructuur van een hoge kwaliteit blijft en als de beste mensen volop ruimte krijgen (binnen de voorwaarde dat veiligheid van economische, onderzoeks- en andere gegevens gewaarborgd blijft). Goed onderzoek is noodzakelijk om de beste onderzoekers en studenten aan te kunnen trekken. Daarom wil het kabinet het primaat van het ongebonden en zuiver wetenschappelijk onderzoek versterken bij de verdeling van de onderzoeksmiddelen: deze moeten terechtkomen bij de beste onderzoekers. Het kabinet zet in op Braingain-programma’s voor het aantrekken van buitenlandse toponderzoekers en op Talentprogramma’s op maat (zoals Aspasia voor vrouwen en allochtonen). Daarnaast wordt het promotiestelsel gericht op excellentie, naar het voorbeeld van de graduate schools in de Verenigde Staten. Het nieuwe accreditatiestelsel dat het kabinet in zal voeren bevat ten slotte ook meer prikkels voor kwaliteit en zorgt voor minder administratieve lasten voor instellingen.

Dialoog
VSNU, KNAW en NWO, maar ook de Spinozisten en de Vereniging van Vernieuwingsimpulsen vragen om meer ruimte voor excellente onderzoekers.

Kennismigratie
De kwaliteit van de beroepsbevolking neemt toe door het zelf opleiden van mensen, maar ook door het soepeler toelaten van hoogopgeleide kenniswerkers. Een soepelere toelating vergroot ook de aantrekkingskracht van Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse investeerders. Daartoe verlengt het kabinet de toegestane zoekperiode naar een baan voor buitenlandse studenten die na hun studie in Nederland willen komen werken tot één jaar en wordt de inkomensgrens voor deze groep verlaagd tot 25.000 euro. Daarnaast zal een modern integratiebeleid o.a. gericht zijn op het verkorten van de procedure bij de IND tot twee weken door convenanten met bedrijven en onderwijsinstellingen te sluiten. Tot slot wordt de samenwerking en uitwisseling van gegevens tussen IND, CWI, gemeenten en Belastingdienst verbeterd.

Dialoog
Ondanks de stappen die de afgelopen jaren zijn gezet, zijn er nog te vaak klachten over het kennismigratiebeleid. Bedrijven die arbeidsmigranten willen aantrekken storen zich aan de veelheid aan regelingen, de vele loketten en de lange doorlooptijden.


Innovatie en toegepast onderzoek
Het kabinet gaat kennis en innovatie beter koppelen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken en de totstandkoming van vernieuwende producten en diensten. Daarom wil het kabinet de invloed van gebruikers op het toegepaste onderzoek van kennis instellingen versterken. Met TNO en de Grote Technologische Instituten is afgesproken dat vraagprogrammering in 2010 rond moet zijn. Daarnaast wil het kabinet onder zoekers bij universiteiten en publieke kennis instellingen in staat stellen zich een groter deel van de opbrengsten van intellectueel eigendom toe te eigenen.

Toepassingsgericht onderzoek wordt bij de verdeling van middelen strenger beoordeeld op kwaliteit en kansen voor benutting en het praktijkgericht onderzoek van hogescholen wordt versterkt. Dit wordt ondersteund door het Innovatie Platform. Het innovatievermogen van de Nederlandse economie wordt voor een belangrijk deel bepaald door het MKB. MKB’ers zijn hard nodig voor het vertalen van goede ideeën in nieuwe producten. Een MKB dat innoveert, schudt de gevestigde orde wakker. Maar innoveren en het vinden van nieuwe (internationale) markten heeft in een klein bedrijf meer voeten in de aarde dan in een groot bedrijf. Het kabinet ziet daarom vooral bij het MKB mogelijkheden om innovatie te stimuleren.

Het kabinet stelt meer innovatievouchers voor het MKB beschikbaar. Deze zijn ook inzetbaar voor een Europees patent en voor kennisvragen rondom het toepassen van ICT. Samenwerking en kennisoverdracht  tussen MKB-bedrijven zal door middel van Innovatieprestatiecontracten verder bevorderd worden. In de WBSO worden enkele maatregelen genomen die vooral gunstig uitpakken voor startende en doorgroeiende bedrijven die R&D verrichten. Bedrijven die voor het eerst aan R&D doen, worden gestimuleerd door een extra aftrekpost in de WBSO. De grens tot waar bedrijven kunnen profiteren van de hoogste aftrekpost van 42% in de WBSO wordt verruimd. Ten slotte komen er in de WBSO meer mogelijkheden voor proces innovatie en ICT- onderzoek en ontwikkeling.

Ook als opdrachtgever zal de overheid innovatief ondernemerschap bevorderen. Het kabinet zal aanbestedingsprocedures uniformeren en vereenvoudigen door minder hoge eisen te stellen aan bijvoorbeeld omzet en ervaring. Ook worden aan bestedingsopdrachten toegankelijker door ze op één internetsite (TenderNed) te publiceren. Bedrijven die met innovatieve oplossingen komen, krijgen een streepje voor bij overheidsopdrachten (launching customer). De overheid stimuleert innovaties ook door, als launching customer, concrete R&D-opdrachten te geven aan MKB-bedrijven (Small Business Innovation Research). Met ingang van 2008 zal dit structureel verankerd worden.

Geld
Financieel meldt het kabinet nog dat hij “maatschappelijke knelpunten op het terrein van de zorg, (duurzame) energie en waterbeheer gaat aanpakken door innovatie op deze terreinen te bevorderen. Hiervoor wordt in totaal 200 mln uitgetrokken in de periode 2008-2011 (125 mln uit enveloppe innovatie en 75 mln uit enveloppe ondernemerschap). Ook zal een belangrijk deel van het wetenschappelijk onderzoek zich richten op maatschappelijke prioriteiten als zorg, water, energie en duurzaamheid. De regeling Innovatievouchers wordt voortgezet en uitgebreid naar alle soorten MKB bedrijven, zowel industrieel, agrarisch als diensten (w.o. de zorg).

De overheid stimuleert daarnaast innovaties door het geven van concrete R&D-opdrachten aan het MKB (Small Business Innovation Research). Voorts zal samenwerking en kennisoverdracht tussen MKB- bedrijven worden bevorderd door middel van innovatieprestatiecontracten. Ter stimulering van de innovatieve kracht van de Nederlandse economie wordt aan de Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO) 115 mln structureel vanaf 2011 toe gevoegd. Deze middelen komen vooral ten goede aan startende en doorgroeiende bedrijven die R&D verrichten. Daarnaast zullen middelen uit deze enveloppe onder andere worden gebruikt ter stimulering van startende ondernemers.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK