Analyse van 21e eeuwse leermiddelen

Nieuws | de redactie
11 juli 2007 |

‘De afgelopen jaren hebben zich gekenmerkt door een grote ontwikkeling op het gebied van technologie, wetenschap en mondialisering. De wereld van nu is op vrijwel geen enkele werkveld te vergelijken met de wereld van enkele decennia geleden.’ Vanuit deze invalshoek heeft de CDA-fractie in de Tweede Kamer het initiatief genomen om bij de Onderwijsraad een thema ter doordenking en advisering voor de langere termijn neer te leggen: ‘de leermiddelen van de 21e eeuw’ en de beleidsconsequenties van de ontwikkelingen op dat terrein. Het voorstel van CDA-Kamerlid Jack Biskop formuleert het tegen de achtergrond zo: “Toch lijkt het alsof het onderwijs nauwelijks heeft meegeprofiteerd van deze ontwikkelingen. De toegenomen mogelijkheden op het gebied van technologische hulpmiddelen, zoals e-books, digitaal papier, gaming, virtuele leefomgevingen, zullen in de toekomst ook hun gevolgen (moeten) hebben voor het onderwijs. Leerlingen en docenten zullen in toenemende mate op andere dan de tot nu toe traditionele manier kennis en vaardigheden verwerven in het onderwijs.

De vraag is in hoeverre deze ontwikkelingen ook gevolgen zullen hebben voor de inrichting van het onderwijsbestel als zodanig, de onderwijsleeromgeving (bv. afstandsonderwijs, virtueel leslokaal) in het bijzonder en de beschikbaarheid en het gebruik van vernieuwende onderwijsleermiddelen. En de vraag is dan aansluitend in hoeverre de overheid invloed heeft of moet hebben in dit proces.

Van de overheid wordt in ieder geval verwacht, dat deze kennis heeft van deze ontwikkelingen en dat deze innovaties worden gefaciliteerd daar waar deze een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs en versterking van de deelname aan het leerproces (kwantitatief en kwalitatief). Van de politiek mag worden verwacht dat zij hierop een visie ontwikkelt en toezicht houdt op deze ontwikkelingen. 

Adviesaanvraag

De Kamer verzoekt de Onderwijsraad de voor het onderwijs relevante ontwikkelingen in kaart te brengen ten aanzien van de mogelijkheden van technologische innovaties in de vorm van nieuwe en vernieuwende leermiddelen.

Vervolgens verzoekt de Kamer de Onderwijsraad de verschillende ontwikkelingen te beoordelen op hun mogelijkheden om ingezet te kunnen worden in het Nederlandse onderwijs. Waar mogelijk kan daarbij worden verwezen naar ontwikkelingen in andere landen waar bepaalde ontwikkelingen al gaande zijn of al duidelijker een onderwijskundige benadering hebben gekregen. Tenslotte verzoekt de Kamer de Onderwijsraad advies uit te brengen over de wijze waarop de overheid hierin een (faciliterende) rol zou kunnen spelen.

De Kamer verzoekt de Onderwijsraad dit onderzoek in te plannen voor de tweede helft van 2008. Dat stelt zowel de Kamer als de Onderwijsraad in staat om na ommekomst van het verschijnen van het Parlementaire Onderzoek naar de Onderwijsvernieuwingen, begin 2008, deze adviesaanvraag nader te preciseren.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK