Doorbraak internationale kwaliteitszorg in aantocht

Nieuws | de redactie
11 juli 2007 | Een reeks Europese landen gaat elkaars accreditatie van het HO ten volle erkennen. “Uitgangspunt is het wederzijds vertrouwensbeginsel: ten principale gaan wij elkaars stelsel van kwaliteitszorg, van borging en van de uitkomsten daarvan erkennen. Dus ook ten aanzien van de joint degrees.” Dit meldt NVAO-voorzitter Karl Dittrich in gesprek met ScienceGuide.


“De accreditatie in ons land zou moeten ondersteunen dat de naam van onze instellingen in Europa en ook op de ‘wereldmarkt’ van het hoger onderwijs aanbod bevorderd wordt. Dat is vooral voor onze studenten van belang, voor hun loopbanen en de waarde van hun diploma’s wereldwijd. Zoiets heeft ronduit gezegd een positief ‘pr-effect’.

Elke stap die we hier zetten is dan ook essentieel. Met 15 organisaties uit tien landen zijn wij bezig om in december zo ver te zijn dat het besluit kan vallen over het in werking zetten van dat vertrouwensbeginsel over de grenzen. Dit houdt dan tevens in dat we de accreditering van een HO-opleiding in het ene land aanvaarden als borging daarvan voor gezamenlijke opleidingen in de andere betrokken landen, dus bij joint degrees. Daarmee is een vermindering van de administratieve lasten voor instellingen ook aan de orde.

Let wel, daarmee is de borging op dat niveau wel gezamenlijk afgesproken, maar het is dan aan de overheden de wezenlijke vervolgstap te zetten De consequenties voor het bestel, zoals de erkenning van diploma’s en de gevolgen voor de bekostiging zijn geen zaak van de accrediteringsorganen in Europa, dat ligt bij de overheden.”

Met wie gaat u hier om te beginnen mee samen eraan trekken?

‘Uit mijn hoofd zijn dat de Noren, Zwitsers, Oostenrijk, Spanje, Polen, de ingenieurs-opleidingssector in Frankrijk en –belangrijk als stap in de Angelsaksische HO-wereld-  ook de Ieren. Of het meteen met de Duitse HO-wereld gaat lukken weet ik nog niet, daar is het altijd complex door de federale structuur.’

Waarom legt u er de nadruk op dat dit juist nu in ontwikkeling komt?

‘Die internationale stap is mogelijk nu we zowel de bachelor als de master na de invoering van BaMa ten volle hebben ingevuld. De conferenties die wij organiseerden over de masterontwikkeling in hbo en wo laten dat ook zien. We gaan op deze lijn door. Er komen nieuwe thema’s op die gevolgen hebben voor de visie op en de toetsing van de kwaliteit van het HO. Het punt van die wederzijdse erkenning van borging is niet het minste daarvan, trouwens.’

Over de researchmaster leek eerst weinig eensgezindheid te bestaan. De disciplinair angehauchte aanbieders botsten direct op de vooral integraal denkende visie van bijvoorbeeld Joop Sistermans van de AWT.

Dat had ik ook wel verwacht. Men kent veel varianten van de researchmaster maar daarbinnen bestaat een overeenstemming over de toespitsing van de researchmaster op het opleiden van de onderzoekers. In het vervolg van de discussie zag je die veel opener worden. Men ziet wel dat de researchmaster diepgang kan bieden voor veel meer dan een Phd-gericht traject.

Je kunt deze master breder benutten voor meer soorten talent. Het is a.h.w. bijna een honoursopleiding voor talenten die met academische vaardigheden hun nieuwsgierigheid enorm ontwikkelen kunnen. Jonge mensen aanwakkeren die niet alleen van alles willen leren en weten maar ook de vraag aan zichzelf gaan stellen ‘waarom wil ik dit weten?’ Die houding, die vaardigheden kun je overal in de samenleving zó goed gebruiken. Zélfs in het onderzoek, zal ik maar zeggen.

De onderzoeksmaster zou zich dus bewust ruimer kunnen ontwikkelen én profileren?

Daar zit de kracht van deze opleiding dan ook: je kunt er veel diepgang mee nastreven, je kunt er ook, maar niet alleen, onderzoeker pur sang door worden. Ik zou dus niet te snel wanhopen over de volumeontwikkeling of over de nog beperkte breedte.

We gaan deze denklijn binnenkort verder uitwerken met de VSNU en de KNAW. Dat is de concrete winst van de bijeenkomsten die we belegden. Zoiets werd ook goed mogelijk door de opening die Frits van Oostrom in zijn betoog bood rond de wijze van beoordeling van deze masters vanuit de Akademie. Daarmee werd een positieve stap gezet.

Wat mij opviel was dat men in de discussies die bredere benadering toch wel wilde zien. Andeweg gaf bijvoorbeeld aan dat hij maar wat blij was dat vier van zijn vijf onderzoeksmasterstudenten nu wel naar het Europees Universitair Instituut in Florence doorkonden en gáán. Daar zag hij de baten van die integrale visie heel duidelijk. We begonnen wel met de onderzoeksmaster omdat er te weinig promovendi leken te komen, maar inmiddels laat de ontwikkeling van deze opleiding ons ook zien dat zij een grote kans biedt op meer differentiatie binnen het aanbod van hoger onderwijs. En die moeten we toch aangrijpen?

Olchert Brouwer trok daarover op de HBO-masters bijeenkomst een scherpe conclusie: “Een heel goede ontwikkeling. Maar verder zou men moeten afzien van allerlei geregulariseerde onderverdelingen. Noem al het andere toch gewoon ‘mastersopleidingen’ en rommel verder niet met allerlei titeltoestanden. Hou vooral vast dat elke master draait om het bieden van een hoog conceptueel niveau en accrediteer ze daar scherp op.”

En dat zei hij heel terecht. Differentiatie is hier nodig en wenselijk, maar dan wel mét profilering van het eigene van het aanbod. Als men binnen die verscheidenheid van masters vervolgens zoveel mogelijk dezelfde invullingen gaat aanbieden, wordt differentiatie onzin. Profilering is sterk gekoppeld aan differentiatie.

Was dat de reden waarom u zo scherp opende op dat congres met de mededeling “de hbo-master bestaat helemaal niet?”

Kom zeg, dat is toch zo? Het is geen ‘hbo-master’. Het is een masteropleiding met een hoogwaardige beroepsoriëntatie. Je ziet dat minister Plasterk daar de consequentie uit wil trekken. De opening naar bekostiging deed hij toch, met mitsen, maren en met deksels op potjes die dicht moeten blijven, het is allemaal waar. Maar toch!

De kwaliteitscriteria in het beoordelingskader zijn helder: het moet een master zijn, niet iets dat minder zou willen zijn dan een academisch georiënteerde master. Er is maar één masterniveau. Dus de ‘hbo-master’ student moet zich vormen tot een zelfstandig, initiërend of leidinggevend beroepsbeoefenaar. Zo iemand is multidisciplinair en hoogwaardig als professional.

Ron Bormans van de HAN ziet daarom niet echt veel in de ‘doorstroommaster’-variant of de smalle ‘management’varianten die in de markt gezet worden. Deelt u zijn analyse?

Die vragen stelt hij op goede gronden. Is het wel zinvol zo’n doorstroommaster te hebben? Schaadt die niet eerder de eigen, sterke rol van de hbo-bacheloropleiding voor de volwaardige, beginnende beroepsbeoefenaar?

U zou de lat hoog blijven leggen, verzekerde u in die discussie.

De NVAO legt de lat hoog. Bij de masters blijven we dat ook doen, we blijven gewoon streng. Het moet echt meer zijn dan een extra bovenop de bachelor.

Goed dus dat de sector zelf kritisch is bij deze discussie. Laat men de beroepenvelden sterk betrekken bij het definiëren van wat ‘hoog niveau’, ‘hoogwaardige professionaliteit’ inhoudt. Waar zit dat in? Wat zijn de echte kenmerken ervan? Daar is de master immers voor bedoeld.

De NVAO gaat deze ‘diepte-agendering’ vaker doen, zei u. Welke onderwerpen ziet u als noodzakelijke themadiscussies?

We gaan zoiets beslist vaker doen. De rol van de NVAO blijft daarbij dezelfde: toetsen, beoordelen, het veld informeren, stof aanreiken voor discussie en doordenking. Wat dit najaar op de agenda komt, is de accreditatie in relatie tot de internationalisering van het hoger onderwijs. Dat geschiedt voor Vlaanderen en Nederland beide! Dit wordt nog zo onderschat als vraagstuk: hoe weeg je dit, wat zijn de reële indicatoren, vragen van relevantie, effectiviteit en ga zo maar door. Het is beslist geen zijdelings punt, niet meer.

Ook komt de discussie aan de orde over de toekenning van ‘bijzondere kenmerken’ en ‘bijzondere kwaliteiten’. Daar met een boog omheen lopen, maar wel hoog opgeven van differentiatie en kwaliteitsprofielen, dat lijkt me geen begaanbare weg.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK