Fontys op zoek naar nieuwe chef

Nieuws | de redactie
10 juli 2007 | Nobert Verbraak van Fontys stopt in 2008 op het moment dat een opvolger beschikbaar is. De raad van toezicht zal daarbij met nadruk extern gaan werven om een nieuwe voorzitter te vinden. Verbraak geeft aan dat hij niet nog eens een volledige termijn van vier jaar voor ogen zag: ‘In 1985 kwam ik als bestuurslid naar  de Katholieke Leergangen. Daarna ben ik 22 jaar lang zonder onderbreking lid van het bestuur geweest.

Na de fusie die tot de vorming van Fontys leidde ben ik vanaf 1996 voorzitter van deze prachtige en grote hogeschool. Ik heb kunnen bijdragen aan wat er nu staat. Maar het is ook goed dat na twaalf jaar voorzitterschap een ander komt. Dat is goed voor Fontys en heel goed voor mezelf. Ik denk dat het mooi is geweest.’

Verbraak was gedurende zijn tijd bij HOZN -later Fontys geheten- ook een toonaangevend bestuuurder in de hbo-branche. Als vice-voorzitter van de HBO-raad zorgde hij voor een alles behalve ‘interimbewind’ in de fase tussen het vertrek van Frans Leijnse en het aantreden van Doekle Terpstra. Toen in gang gezette initiatieven en uitgebrachte documenten hadden en hebben een belangrijke rol gespeeld bij de strategieontwikkeling van de hogescholen.

Hij vertelde in een terugblik aan ScienceGuide daar onder meer over: ‘Het begon op 1 december vorig jaar en duurde vijf maanden. Ik was net lang genoeg voorzitter om niet alleen op de winkel te passen. Het was een beleidsrijke periode in de omgeving van het hbo, dat mag je achteraf wel vaststellen. Als lid van een CvB werk je vooral vanuit het eigen referentiekader van een hogeschool. Wel merkte ik, dat we met Fontys wel representatief zijn voor de ontwikkeling van het hbo an sich: we waren in zekere zin de eerste ‘megafusie’ en zijn net als enkele andere hogescholen in de oogstfase beland van die ontwikkeling, een soort derde fusiefase. Dat dwingt tot reflectie op het ‘product’: waar zijn we mee bezig? Is dat nog steeds adequaat, ook straks?

Het hbo heeft naar mijn waarneming zowel een imago- als een kwaliteitsprobleem, ook in relatie tot zijn internationale omgeving en partners. Dat kristalliseert zich uit in de vraag ‘zijn jullie eigenlijk wel Hoger Onderwijs?’ Men kent in heel veel landen om te beginnen het begrip ‘hogescholen’ al niet. Als wij als branche dat probleem dan aanpakken treft ons het verwijt van de neiging tot ‘academic drift’. In het najaar van 2004 was dat weer eens merkbaar. Met de invoering van de BaMa-structuur en met het rapport van professor Karssen over de ontwikkeling van het lectoraat in de praktijk werden die geluiden weer hoorbaar. Daarbij werd en wordt het hbo nog onvoldoende gezien als het middel om de Lissabon-doelstelling van de 50 % deelname aan het HO te realiseren. De binaire opzet van het HO-stelsel werd als een dwangbuis gezien, het instrument van discriminatie.

De aanpak van Annette Nijs hielp niet. Zij communiceerde hier niet over. Rutte wel. Sommigen zien dat als een gevaar bijna ‘hij pakt ons in’. Ik vond het als voorzitter al heel mooi dát hij communiceerde en heb daar liever maar wel op ingestoken. De Prestatieagenda is gedurende het half jaar van mijn voorzitterschap ontwikkeld, dat is de winst van de communicatie die met Rutte mogelijk bleek, omdat hij aspecten uit ons betoog begon op te pikken. De nieuwe voorzitter, Doekle Terpstra, gaat daar natuurlijk het zijne weer aan toe voegen.’




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK