Schreeuwcultuur speelt onderwijs parten

Nieuws | de redactie
13 juli 2007 | "Minister Plasterk reageert vanuit zijn onderbuik als hij de uitspraak ‘weg met de managers!’ doet. Je zou verwachten dat hij als wetenschapper meer vanuit feiten, en minder vanuit emotie zijn conclusies zou trekken. Daarnaast is het jammer dat hij daarmee de kortzichtige cultuur van drammen en dreigen versterkt, waar het voortgezet onderwijs al zo lang onder te lijden heeft gehad, en waar we nu eindelijk eens vanaf moeten", zo betoogt Hartger Wassink.



De feiten over bureaucratie in het onderwijs heeft de Onderwijsraad in 2004 al eens op een rijtje gezet. De Raad concludeerde dat tussen 1980 en 2000 in het voortgezet onderwijs, ondanks de schaalvergroting, niet meer geld wordt uitgegeven aan bureaucratie. Deze conclusie wordt slechts zelden geciteerd, maar staat nog altijd overeind.

Ten tweede laat minister Plasterk zich emotioneel uit over de salarishoogte van sommige managers in het onderwijs. Die zouden wel twee keer zoveel verdienen als leraren. Dat lijkt een vreselijk onrecht, maar de feiten geven een genuanceerder beeld. Een beginnende leraar verdient een dikke 2000 euro bruto per maand. Sommige van hun collega’s, die al langer dan 25 jaar in het onderwijs werken, verdienen echter zo’n 4500 euro per maand. Ruim twee keer zoveel dus. Zij hebben nog geprofiteerd van de veel betere arbeidsvoorwaarden begin jaren tachtig. Die situatie wordt nu al twintig jaar in stand wordt gehouden en is een belangrijkere factor in het huidige lerarentekort, dan die zogenaamde zakkenvullende managers.

De hoogst verdienende managers in het voortgezet onderwijs verdienen volgens de CAO ongeveer 6500 euro bruto per maand. Dat is omgerekend per jaar 78.000 euro. Veel geld, maar een topsalaris is het nauwelijks te noemen, vooral niet in vergelijking met de best verdienende leraren aan wie zij leiding moeten geven.

Ten derde spreekt de minister over een ‘uitdijende klasse van managers’. Ook hier is meer sprake van emotionele beeldvorming dan van feiten. Ongetwijfeld zijn er per school meer managers gekomen. Tegelijkertijd echter zijn er door fusies veel minder scholen gekomen. Per saldo is het totaal aantal managers daardoor niet veel groter geworden.

Hoe kan het dan dat de minister zich zo onwetenschappelijk laat gaan, en de media deze geluiden zo gretig oppikken? Dat heeft er alles mee te maken dat scholen veel meer moeten regelen en organiseren dan vroeger. Veel van het werk dat voorheen op het ministerie gebeurde, gebeurt nu op de school zelf. Er moet van alles gemeten, vastgelegd en gerapporteerd worden, omdat de overheid, in opdracht van de Tweede Kamer, en dus in opdracht van de kiezers, daarom vraagt.

Op z’n zachtst gezegd is het nogal paradoxaal dat deze kiezers aan de ene kant van de scholen vragen om een stortvloed aan feiten en cijfers te verzamelen, maar aan de andere kant protesteren tegen de bureaucratie die daarvoor nodig is. Het is jammer dat zelfs de minister aan dit kromme geredeneer meedoet.

Vooral jammer is de wijze waarop Plasterk zich mengt in het debat over managers in het onderwijs. Het simplistisch generaliseren en onnodig zwartmaken van personen waar hij zich toe laat verleiden, is exemplarisch ivoor de respectloze scheldcultuur waarin sommigen in het voortgezet onderwijs meningsverschillen menen te moeten oplossen.

Deze cultuur stamt nog uit de tijd waarin leraren het voor het zeggen hadden en waarin in de grote lerarenvergadering over het beleid van de rector werd gestemd. Het hoeft geen betoog dat op die vergaderingen degenen die het hardst schreeuwden, het voor het zeggen kregen. Op sommige scholen bestaat deze cultuur helaas nog steeds. Daar argumenteren leraren vanuit hun onderbuik, negeren ze de feiten en blijven ze hun eigen aandeel in de situatie hardnekkig ontkennen. Precies zoals Plasterk nu heeft gedaan in zijn interview in Vrij Nederland. Het was zo mooi geweest als we nu een minister hadden, die door zou hebben dat die manier van discussiëren ons niet zoveel verder helpt.

Op veel scholen werken leraren in goede harmonie samen met hun managers om hun school te verbeteren, en het beste uit hun leerlingen te halen. Daar leren ze die leerlingen ook hoe je conflicten beslecht. Dat is in ieder geval niet door zo hard mogelijk door elkaar te schreeuwen en de ander uit te maken voor alles wat lelijk is. Het zou Plasterk sieren als hij zich bewust zou zijn van zijn voorbeeldrol op dit punt.

Hartger Wassink

Dr. Hartger Wassink

Consultant voor CPS Onderwijsontwikkeling en advies

h.wassink@cps.nl


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK