Onderscheiding voor zorg voor handicap

Nieuws | de redactie
21 augustus 2007 | In januari begon hij nattigheid te voelen: na afloop van hun jaarlijkse ‘midwintermeeting’ vroeg de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) of UM-onderzoeker Wil Buntinx een CV en nog wat andere informatie wilde aanleveren. Tijdens de 131e Annual Meeting in Atlanta werd de Maastrichtse geleerde de jaarlijkse AAIDD International Award geschonken. Een ‘life time achievement award’, of zoals hij het zelf liever noemt: ‘long time achievement award’. Want ondanks zijn bijna-pensioengerechtigde leeftijd (60) is Buntinx nog lang niet klaar met zijn werk.

Wil Buntinx dankt de AAIDD oeuvreprijs aan zijn inzet voor de professionalisering van de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen. Het gaat niet om één, maar vele verdiensten. Als je die onder één noemer zou willen vangen, dan is het dat hij een echte man van de praktijk is, maar altijd met een warm hart voor de wetenschap. Die koppeling is, ze


De carrière van Wil Buntinx staat al sinds 1972 in het teken van de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen. In dat jaar begon zijn aanstelling bij de Stichting St. Anna (tegenwoordig onderdeel van de Koraal Groep). In 1975 kreeg hij opdracht om een nieuwe zorgvoorziening (Maasveld) op te zetten in Maastricht. Daarna was hij directeur van verschillende voorzieningen binnen de Koraal Groep. Zijn aanstelling bij de UM loopt sinds 2001, waar hij promoveerde in 2004 op een onderzoek naar de invloed van personeelswisselingen op de continuïteit van de zorg.

Praktijk en wetenschap lagen voor Buntinx altijd al dicht bij elkaar: “Als directeur heb ik het altijd safer gevonden om te sturen op inhoud. Boeken over managementhypes waren aan mij niet besteed. Zorginhoud stond bij mij voorop en als directeur was ik er verantwoordelijk voor dat die zorg mede op de nieuwste wetenschappelijke inzichten was gebaseerd. Dus volgde ik de wetenschap actief. In 1992 werd ik lid van de AAIDD, de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities, de meest toonaangevende wetenschappelijke uitgever in het vakgebied. De namen die ik in de internationale wetenschappelijke journals tegenkwam, werden toen vertrouwde gezichten van collega’s. De AAIDD is een overwegend Amerikaanse vereniging, maar ze stonden zeer open voor lidmaatschap van Europeanen, omdat er op dat moment behoefte was aan een ruimer internationaal perspectief.” Vanaf 1994 droeg hij zorg voor jaarlijkse conferenties waarin de Nederlandse NGBZ (vereniging voor deskundigheidsbevordering) en regionale afdelingen van de AAIDD deelnamen.

Bij de UM zijn alle onderwijs- en onderzoeksactiviteiten rond het thema verstandelijke beperkingen tegenwoordig ondergebracht bij het Gouverneur Kremers Centrum. Toen Buntinx nog directeur was van Maasveld, richtte hij samen met Gerrit Heiligers, de algemeen directeur van de Stichting St. Anna een stichting op die in 1988 bevoegd werd verklaard om een leerstoel te vestigen. Dat viel mooi samen met het 12,5 jarig ambtsjubileum van de toenmalige gouverneur Sjeng Kremers, die van de bevolking als cadeau een geldbedrag kreeg, waar een goede bestemming voor werd gezocht. Dat werd dus de financiering van een leerstoel bij de UM. Deze Gouverneur Kremers leerstoel werd lange tijd bezet door Ad van Gennep, daarna nam Paul Curfs de fakkel over. Al gauw bleek dat het instellen van een leerstoel van één dag per week een mooi begin was, maar te weinig om de koppeling tussen wetenschap en zorgpraktijk echt goed vorm te geven. Daarom werd er verdere aansluiting gezocht bij de Limburgse zorginstellingen. Buntinx en Van Gennep kregen het in 2001 voor elkaar om een aantal medewerkers van die zorginstellingen voor enkele uren per week in te zetten om ondersteunende werkzaamheden rond de leerstoel te verrichten. De oprichting van het Gouverneur Kremers Centrum was daarmee een feit. Curfs heeft sindsdien het GKC uitgebreid en verankerd met zowel een onderzoeksprogramma binnen CAPHRI (met meerdere promovendi) als een belangrijk netwerk van met de UM samenwerkende instellingen.

Vanuit dat centrum, maar ook als manager Onderzoek en Ontwikkeling bij Koraal Groep is Buntinx een actief pleitbezorger van professionalisering van de hulpverlening. Over enkele weken verschijnt een boek over dit onderwerp onder redactie van hemzelf en zijn collega, emeritus hoogleraar Ad van Gennep. “Sinds het begin van de jaren negentig verzandt de zorg vaak in protocollen, regels en bureaucratie. Er werd steeds minder overgelaten aan het professionele inzicht en aan de verantwoordelijkheid van de hulpverlener zelf in zijn relatie met de cliënt. Gelukkig komt daar, dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten en de actieve inzet van beroepsverenigingen verandering in. De bureaucratisering maakt weer langzaam plaats voor een herwaardering van professionaliteit.”

En die professionaliteit is hard nodig om het nieuwe denken over de zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen gestalte te geven. Buntinx spreekt over een heuse paradigmaverschuiving: “Er is altijd naar verstandelijke beperkingen gekeken in de zin van: hoe ernstig is de handicap? Wat is er mis? Dat moest dan in een bepaald hokje worden geplaatst. Maar ‘verstandelijke beperking’ is een verzamelbegrip, een sociaal construct. Je kunt die enorme variatie aan aandoeningen niet zo makkelijk indelen in licht, matig of ernstig gehandicapt. En als dat al gebeurd is, is nog volstrekt onduidelijk hoe de hulpverlening er uit moet zien. Niet het defect zou centraal moeten staan, maar de mogelijkheden die iemand nog wèl heeft en de ondersteuning die hij of zij nodig heeft om een goed leven te hebben. Voor het onderzoeken van ondersteuningsbehoeften heeft de AAIDD de SIS schaal (Supports Intensity Scale) ontwikkeld. Deze schaal helpt de ondersteuningsbehoefte van mensen met verstandelijke beperking te identificeren en maakt deze ook meetbaar.” In 2006 werd de SIS door Buntinx naar Nederland gehaald en toepasbaar gemaakt voor de Nederlandse situatie. Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de SIS vragenlijsten hier even goed en betrouwbaar werken als in Amerika en in een grote behoefte voorzien.

“De hele classificatie van verstandelijke beperkingen komt door dit nieuwe ondersteuningsdenken op zijn kop te staan”, verwacht Buntinx. Hij werkte mee aan de onlangs verschenen tiende editie van het door de AAIDD ontwikkelde classificatieboek voor verstandelijke beperkingen (Mental Retardation: Definition, Classification, and Systems of Supports). Met ondersteuningsbehoefte als leidraad koppelde hij de Amerikaanse classificatiemethode aan het door de WHO gehanteerde ICF-systeem. Het boek geldt in de VS al langer als standaardwerk. Met de bijdrage van Buntinx kan het deze status ook in Europa veroveren.

Met dank aan Research magazine UM


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK