Vrouwen bondiger in rechtzaal

Nieuws | de redactie
17 augustus 2007 | Olga Missioura, docent Recht bij Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement, heeft twee mastertitels behaald en met haar afstudeerwerkstuk over taalgebruik van vrouwelijke en mannelijke advocaten veel media-aandacht gekregen. In dat afstudeerwerkstuk stelt zij dat vrouwelijke strafrechtadvocaten directer zijn in hun taalgebruik dan hun mannelijke collega's. Ze gebruiken in pleidooien bijvoorbeeld minder versterkende bijvoegelijk naamwoorden. Daardoor creëren de vrouwelijke strafrechtadvocaten minder snel macht, status en afstand in de rechtzaak dan hun mannelijke collega's.

Mannen zijn veel cynischer, ironischer, sarcastischer en omslachtiger in hun pleidooi tijdens een rechtzaak, aldus Missioura. Bij het onderzoek werden de pleidooien en pleitnota’s van twaalf mannelijke en elf vrouwelijke strafrechtadvocaten onderzocht. Vrouwelijke strafrechtadvocaten blijken directer en hanteren een direct taalgebruik: “ik ben van mening”. “ik verzoek u”. Mannelijke strafrechtadvocaten hebben door meer omslachtig, indirect woordgebruik ook opmerkelijk meer tijd nodig bij hun pleidooien, tot 40 %.

Ook is gebleken dat zij meer ‘versterkende woorden’ gebruiken tijdens het pleiten, als ‘zeer ernstig’ en ‘volstrekt onjuist’. Mannen gebruiken negen op de duizend woorden de versterkende woorden en vrouwen maar 5,5.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK