Catastroferisico in financiële wereld

Nieuws | de redactie

14 september 2007 |

Faillissementen in de financiële sector in Europa zijn zeldzaam, maar de recente Amerikaanse hypothekencrash laat zien hoe kwetsbaar de globalisering ook deze sector kan maken. Er zijn meer grensoverschrijdende activiteiten en de verhandelbaarheid van diverse risico’s tussen de instellingen neemt toe. In zijn proefschrift Financiële stabiliteit in de EU brengt Jan Frederik Slijkerman in kaart wat de kans is dat banken en verzekeraars gelijktijdig grote verliezen leiden door een catastrofe.
Hij promoveert hierop vandaag in Rotterdam. Slijkerman bespreekt de beleidsvragen over de regulering van de financiële sector en geeft theoretische verklaringen voor de kans op gelijktijdige verliezen bij meerdere instellingen. Hij besteedt specifiek aandacht aan de rol van sector- en landenrisico.

Schaalvergroting in het bankwezen verlaagt het risico van individuele banken, maar doet het systeemrisico niet afnemen, stelt Slijkerman. Ook laten banken, die in hetzelfde land gevestigd zijn, relatief vaak een groot, gelijktijdig verlies van de beurskoers zien. Het sectorrisico in het bankwezen verschilt waarschijnlijk van het risico in de verzekeringssector. Daarnaast kennen banken die in hetzelfde land gevestigd zijn vaak een overeenkomstig risicoprofiel. De empirische resultaten uit het onderzoek zijn relevant voor beleidsmakers, de theoretische resultaten kunnen gebruikt worden voor verder onderzoek naar het neerwaartse risico op de financiële markten.