Het lot van kwaliteitsadviezen
Men kan veel zeggen, maar OCW is wel consistent. Zowel minister Van der Hoeven als minister Plasterk als nu staatssecretaris Van Bijsterveldt, allen wijzen indringende adviezen over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs subiet af [jouw eerdere advies, het advies van de Onderwijsraad over examens, het nieuwe advies resp.]. Waarom lijkt OCW zo gevoelig op dit punt? Wat hebben die adviezen gemeen dat zij zo rigoureus afgewezen worden?
In het onderwijs gaat het steeds om een balans tussen equality en quality. Nederland presteert niet slecht, maar kan nog veel beter. De genoemde voorstellen hebben gemeen, dat ter verhoging van kwaliteit vastgestelde structuren gedeeltelijk open gebroken worden. Dit is doorgaans op zich geen bezwaar, maar in deze gevallen vrezen beleid en politiek dan een daling van de instroom resp. het aantal geslaagden. Angst is een slechte leidsman, en ook hier. De voorstellen bepleiten, onder handhaving van eisen van gemeenschappelijke basiskennis, meer variatie in de structuur. Dat betekent niet alleen een impuls voor de kwaliteit, maar zal ook de nog steeds grote uitval tijdens de rit verminderen, en zelfs geleidelijk de instroom juist vergroten.
De VSNU heeft nog wat aarzeling bij het succes van een oplossing voor het bètatekort dat de commissie zou bewerkstelligen. Is zo’n verbreding van het relevante profiel echt de beste benadering? Of zie je deze in een bredere context?
Niemand kan een garantie geven dat dit weerbarstige Nederlandse probleem spoedig wordt opgelost. De voorgestelde bètabrede benadering, gekoppeld aan minder toegespitste instroomeisen van het hoger onderwijs, maakt de kans groter, dat meisjes, die momenteel al wel in redelijk groten getale kiezen voor Natuur en Gezondheid, ook vaker een technische richting zullen uitgaan.
Is het idee van een middenbouw –niet zo’n gelukkige term wellicht met onbedoelde reminescenties aan ‘middenschool’- rond de keuze van profielen een antwoord op de kritiek van de OESO-review op het hiërarchische en te vroeg sorterende karakter van de toch al smalle stromen binnen het voortgezet onderwijs?
De Profielcommissies lanceerden dit idee reeds in haar Ontwerp-advies van december 2006, maanden vóór de publicatie van de OESO- review.
De term ‘middenbouw’ ligt voor de hand bij het gebruik van de termen ‘onderbouw’ en ‘bovenbouw’. Gewenning aan de term ‘middenbouw’ zal de term ‘middenschool’ snel doen vergeten.
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Waarom het nu niet lukt om medezeggenschap in hbo te versterken’
‘Sluijsmans et al. slaan de plank volledig mis’