Plasterk met de Franse slag?

In zijn openingsrede stelde hij dat de ingreep van Plasterk zeggen wil dat er een andere organisatie dan de universiteiten in ons land bestaat die een beter oordeel kan vellen over de besteding van middelen voor wetenschappelijk onderzoek aan die universiteiten. Van der Toorn wees erop dat dit een signaal geeft van een zekere opvatting over het wezen van de universiteit. Deze zou er primair zijn voor het geven van onderwijs. Het beoefenen van wetenschap is toch eerder elders thuis. Dit doet een beetje aan Frankrijk denken, waar de universiteiten “grote onderwijsfabrieken” zijn geworden. Het onderzoek is geconcentreerd in door de staat gesubsidieerde, omvangrijke R&D-instituten, de CNRS.

De UvA-voorzitter stelde daar tegenover dat “wij wel willen dat onderzoek in de universiteit en in het universitair onderwijs aanwezig is. Dat is wezenlijk voor wat het wetenschappelijk onderwijs is. Wij hechten aan de titel research university, onderzoeksuniversiteit”. Van der Toorn noemde hier het onderscheid tussen hbo en wo relevant: “Het hbo wordt gedreven door ontwikkelingen in het beroepenveld. Het wo wordt gedreven door die in het wetenschappelijk veld”. Daarom zal de UvA het komend jaar nadruk leggen op de ontwikkeling van haar graduate schools. Ook daarin zal “de symbiose van onderzoek en onderwijs voorop staan”.