Promovendi voor de klas?

Nieuws | de redactie
13 september 2007 | De inzet van promovendi in het onderwijs is slechts één van de vele maatregelen die de commissie Rinnooy Kan voorstelt. PNN, de organisatie die promovendi op landelijk niveau vertegenwoordigd, betreurt dat zij niet met promovendi gepraat heeft of rept over overleg. De tekortproblematiek onderkent zij, maar vraagt zich af of de inzet van promovendi -in het kader van hun contractuele onderwijslast- een oplossing biedt. PNN meent dat de enige mogelijkheid om promovendi voor de klas te krijgen in de vorm van een duaal promotietraject is.

Dit is een 6-jarig traject waarbij de promovendus voor 40 procent voor de klas staat en een onderwijsbevoegdheid haalt en voor 60 procent onderzoek doet. Hiervoor moeten dan wel de voorwaarden dusdanig georganiseerd worden dat het voor mensen aantrekkelijk wordt hieraan mee te doen.  Promovendi voor de middelbare schoolklas in het kader van hun 25 procent contractuele onderwijslast is echter onrealistisch.

Als eerste spelen promovendi in het Hoger Onderwijs reeds een cruciale rol in het vervullen van onderwijs, zo meldt PNN. De laatste jaren is door toenemende studentenaantallen en achterblijvende docentenaantallen deze onderwijslast bovendien flink toegenomen. De student-staf ratio is inmiddels opgelopen tot 1 docent voor 20 studenten. Promovendi voeren al een substantieel deel van de onderwijstaken uit binnen universiteiten. Die 25 procent -of 1 jaar van het traject- wordt vaak ook ruimschoots overschreden aangezien promovendi beginnende docenten zijn die nog een heel leerproces door moeten maken. Het inzetten van promovendi voor het basis- of middelbaar onderwijs zal slechts een verschuiving van het probleem zijn naar het Hoger Onderwijs.

Op het moment dat een promovendus zonder enige didactische vaardigheden voor de klas gaat staan, zal dit ongetwijfeld tot nog meer vertraging leiden. Te meer omdat nu al blijkt dat begeleiding van beginnende leerkrachten door tekorten al beneden de maat is, zal dit promovendi een valse start geven en het lesgeven niet aantrekkelijker maken. Ook heeft  universitair onderwijs nog enige synergetische effecten op het proefschrift. Excellente studenten kunnen assisteren in het onderzoek of zelfs hun afstudeerscriptie onder auspiciën van de promovendus schrijven. Het uiteindelijke doel van de promovendus is het doctoraat en dus moet de intrinsieke motivatie voor promovendi wel aanwezig blijven om voor de klas te gaan staan.

Ten slotte zal de toenemende focus op Nederland als kenniseconomie ook de nodige invloed uitoefenen op promovendi. Als essentiële kennisdragers zal het voor promovendi wellicht minder interessant zijn om kennis in het basis- en middelbaar onderwijs over te dragen, maar des te interessanter om de kennis ten gelde te maken in het Hoger Onderwijs en kennisintensieve functies binnen het bedrijfsleven en de overheid. PNN zal een open houding aannemen om bij te dragen in het oplossen van het probleem rond het lerarenberoep. Die bijdrage kan echter alleen geleverd worden op het moment dat PNN ook vanaf het begin betrokken wordt in het proces rond de inzet van promovendi. Uiteindelijk weten wij waar de knelpunten liggen voor promovendi en hoe die wellicht opgelost kunnen worden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK