Chirurg beter trainen voor sleutelgatoperatie

Nieuws | de redactie
23 oktober 2007 | De training voor ingewikkelde 'minimaal invasieve' chirurgie -de zogeheten sleutelgatchirurgie- moet veel beter gestructureerd worden.  De kwaliteit van de ingrepen moet omhoog. Dat vindt prof.dr. Willem Bemelman, hoogleraar terzake aan het AMC. Gebeurt dat niet, dan zullen artsen en patiënten geconfronteerd worden met een onnodig aantal complicaties. Ziekenhuizen zouden zich daarom liever specialiseren in een beperkt aantal soorten sleutelgatoperaties.  


Het aantal chirurgische ingrepen dat wordt uitgevoerd met minimaal invasieve chirurgie (kijk- of sleutelgatoperaties) zal snel stijgen in de komende jaren. Dat is het gevolg van de steeds geavanceerdere beeldvormende technieken, de snelle ontwikkeling van het instrumentarium, de patiëntvriendelijkheid en het enthousiasme van chirurgen voor deze techniek. Bij minimaal invasieve chirurgie opereert de chirurg via een aantal kleine gaatjes in de huid, waar de operatieapparatuur door naar binnengebracht wordt, evenals een camera, zodat de chirurg ziet wat hij doet.

De voordelen van deze vorm van chirurgie zijn duidelijk: minder grote operatiewonden en een sneller herstel voor de patiënt. ‘Minimaal invasieve chirurgie is dan ook superieur aan de klassieke open chirurgie’, oordeelt prof. Bemelman in een interview met het magazine van het AMC naar aanleiding van zijn oratie. ‘Tenminste, als er niet meer complicaties ontstaan dan bij open chirurgie’. Over dat laatste maakt hij zich echter zorgen. Hij ziet een toenemend aantal typen operaties dat via sleutelgatchirurgie kan worden uitgevoerd – zoals dikke-darmoperaties of maag-bypassoperaties. ‘Het gevaar is dat hetzelfde gebeurt als begin jaren negentig toen deze vorm van chirurgie werd ingevoerd, namelijk het uitvoeren van ingewikkelde minimaal invasieve ingrepen zonder voldoende scholing. Toen kon het niet anders, het was een pionierstijdperk waarin er nu eenmaal expertise opgebouwd moest worden ten aanzien van technieken en instrumentarium.’

Nu de minimaal invasieve chirurgie zich snel gaat uitbreiden en steeds ingewikkelder wordt, is die aanpak uit den boze. Bemelman: ‘In veel ziekenhuizen zijn chirurgen enthousiast om te beginnen met minimaal invasieve ingrepen. Maar we hebben geleerd dat het lang duurt voordat je deze ingrepen onder de knie hebt. Soms moet je wel vijftig operaties uitvoeren voordat je geheel volleerd bent en het aantal complicaties tot een minimum kunt beperken.’ Als lid van de Nederlandse Vereniging voor Endoscopische Chirurgie en de Werkgroep Endoscopische Chirurgie pleit Bemelman daarom voor veilige en verantwoorde invoering van nieuwe sleutelgattechnieken. Zo moet er een zogeheten proctorsysteem komen: een chirurg die de techniek volledig in de vingers heeft, begeleidt gedurende langere tijd chirurgisch teams in andere ziekenhuizen die de betreffende operatie willen gaan uitvoeren.

In de toekomst ziet hij ook mogelijkheden voor virtual-realitytraining, ‘maar pas als simulatoren de werkelijkheid genoeg kunnen benaderen’. Onderzoek in een van de opleidingscentra in New York heeft al aangetoond dat videogamende chirurgen beter opereren, sneller opereren en minder fouten maken. Ook verwacht Bemelman dat elk ziekenhuis in de toekomst slechts een beperkt scala van minimaal invasieve operaties gaat uitvoeren. Voor een optimaal resultaat is het nodig dat een operatieteam een ingreep regelmatig uitvoert. De kans op complicaties hangt samen met de ervaring van de chirurg en van het team dat bij de zorg rond de operatie betrokken is. Zit je onder een bepaald minimum, dan moet een ziekenhuis daar niet aan beginnen, vindt Bemelman. Hij refereert daarbij onder meer aan de huidige praktijk bij slokdarmoperaties. Daarvan heeft de inspectie vastgesteld, dat een ziekenhuis die ten minste tien maal per jaar moet uitvoeren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK