Cito-toets nuttig, maar geen panacee (1)

Nieuws | de redactie
12 oktober 2007 | ‘De CITO-toets kan onmogelijk de informatie vervangen van zes jaar observaties gedurende het onderwijs. Misschien kan die ene toets die informatie wel aanvullen, maar zeker niet vervangen. Een groot aantal subjectieve oordelen is in principe betrouwbaarder dan een enkele objectieve meting.’ Prof. dr. Lamberth Schuwirth stelt in zijn UM-oratie daarom dat niet iedere toets per se een beslismoment hoeft te zijn. ‘Te veel beslismomenten leiden tot ongewenste studievertraging en studieuitval, en daarmee tot grote financiële, maatschappelijke en motivationele verliezen. Veel beter is het om toetsmomenten en beslismomenten uit elkaar te halen.’

Ook is hij van mening dat er niet één superieure toetsvorm bestaat en dat een goed toetsprogramma dus verschillende methoden bevatten die alle op het juiste moment en voor het juiste doel zijn gebruikt. Over de betrouwbaarheid van toetsen zegt hij: ‘Betrouwbaarheid is niet zozeer een gevolg van objectiviteit als wel van steekproefneming. Een groot aantal subjectieve oordelen zijn in principe betrouwbaarder dan een enkele objectieve meting.’

Over de wijze waarop de Cito-toets wordt benut en gepercipieerd is hij daarom kritisch, want zij ‘is een eenmalige meting die slechts aangeeft of een kind geschikt is voor een bepaald niveau of niet. Het toetsmoment is in feite tegelijk beslismoment, het is bedoeld als de ene superieure toets die alle aspecten van een kinds competentie zou moeten bepalen. Er wordt uitgegaan van één zogenaamde objectieve toetsvorm. Het is een momentopname met dus slechte steekproefkwaliteiten ten aanzien van de tijdsperiode, niettemin zal de betrouwbaarheid hoog ingeschat worden.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK