Macht naar Brussel?
Sieberson onderzocht het zogenaamde grondwettelijk verdrag en vergeleek dit met de bestaande verdragen, het Verdrag van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie. Deze vergelijking is nog steeds relevant, omdat het nu voorgestelde Hervormingsverdrag de meeste vernieuwingen overneemt die in het grondwettelijk verdrag waren voorgesteld. De meest belangrijke verschuiving is op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Deze is noodzakelijk om met de problematiek rond terrorisme, grensoverschrijdende misdaad, grensveiligheid, asiel en immigratie te kunnen omgaan.
De Europese integratie heeft een punt bereikt waarbij een overdracht van nog meer belangrijke bevoegdheden naar Brussel politiek niet meer wordt geaccepteerd, aldus de promovendus. Bijna alle lidstaten willen op bepaalde essentiële beleidsterreinen hun soevereiniteit behouden.
In zijn proefschrift uit Sieberson kritiek op de structuur van het grondwettelijk verdrag. Het is lang en bevat veel overlappende teksten. De opsomming van nieuwe, vereenvoudigde juridische instrumenten is in zekere zin een teleurstelling, aldus de promovendus. Ook vindt hij de behandeling van de problematiek van de mensenrechten onnodig gecompliceerd. Het Hervormingsverdrag biedt in dit verband geen hoop op verbetering, schrijft Sieberson.