Typisch Nederlands

Nieuws | de redactie
3 oktober 2007 | Als hoogopgeleide immigranten in Nederland hun beroep willen uitoefenen, worden ze door een wel erg nationale bril bekeken. Een diploma telt zwaarder dan werkervaring en Nederlands spreken blijkt een must. Dat stelt Nuffic-onderzoeker Astrid Scholten in haar proefschrift over de kenmerken van het portfolio voor hoogopgeleide immigranten.

Het contrast is groot: Nederlandse studenten, onderzoekers en werknemers worden gestimuleerd in het buitenland kennis en ervaring op te doen, ter bevordering van de mobiliteit. Maar andersom lopen immigranten tegen regels aan die typerend zijn voor onze nationale context en cultuur. Zo worden ze minder op relevante werkervaring beoordeeld dan op een diploma. En de brug naar passend werk is eerst en vooral hun beheersing van de Nederlandse taal.

Scholten heeft de kenmerken onderzocht van een portfolio-instrument dat de erkenning van competenties voor hoogopgeleide buitenlanders mogelijk maakt. Nuffic vraagt al enkele jaren aandacht voor het waarderen van competenties, naast het waarderen van diploma’s. Zo zijn in de periode 2000-2004 proefprojecten uitgevoerd, gericht op portfoliogebruik om de competenties van hoogopgeleide buitenlanders te herkennen, beoordelen en waarderen. Het ging daarbij om leraren in het voortgezet onderwijs, artsen en vluchtelingen waarvan Nederland de diploma’s niet kan erkennen.

In het promotieonderzoek zijn de proefprojecten gebruikt voor een meervoudige verkennende casestudie. Om de leraren-, artsen- en vluchtelingencase onderling te kunnen vergelijken heeft Astrid Scholten in haar Twentse proefschrift ‘theoretische bouwstenen’ aangedragen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK