Een herkenbare analyse

Nieuws | de redactie
2 november 2007 | De redenen waarom Nederland op de 10e plek staat van het Global Competitiveness Report, vindt Kennisland-voorzitter Joeri van den Steenhoven “herkenbaar”. “Blijkbaar lukt het maar niet doorbraken op deze thema’s te realiseren”. De GCR drukt ons daarom vooral met de neus op de feiten.


“De Global Competiveness Report van het World Economic Forum zet Nederland dit jaar op de 10e plek. We zijn een plek gezakt ten koste van het Verenigd Koninkrijk. Een waarschuwing, volgens premier Balkenende op ScienceGuide. Maar ook een bevestiging van een trend die al zichtbaar was in de Kenniseconomie Monitor 2006. Want in deze GCI Index gaan we weliswaar iets vooruit, maar andere landen gaan harder.

Goed om wat dieper de cijfers in te duiken alvorens conclusies te trekken. De GCI Index kent dit jaar meer landen en meer indicatoren. Er wordt niet alleen vergeleken op basis van enquêtes maar tevens op harde data. Wie de cijfers vergelijkt ziet een aantal herkenbare scores voor Nederland. Sterke punten zijn de hoge penetratie van breedband en het mededingingsbeleid. Verder zitten veel scores tussen plaats 10 en 20. Niet slecht, maar echte excellente uitschieters lijken we niet te hebben. Een top vijf positie is dan ook nog ver weg. De meest genoemde zwakke punten zijn de regels op de arbeidsmarkt. En dit lijkt vooral te komen door het momenteel zwaar bediscussieerde ontslagrecht. Ook de bureaucratie blijft een probleem. Ondanks alle ambities van opeenvolgende kabinetten blijven bedrijven veel regeldruk ervaren. Het vastgelopen wegennet geeft Nederland een lagere plek op infrastructuur. De relatief lage deelname aan hoger onderwijs zorgt ervoor dat we slechter scoren op het opleidingsniveau van de bevolking.

De analyse is herkenbaar. Meer en betere studenten, een flexibeler arbeidsmarkt, een efficiëntere overheid en beter mobiliteit. Maar blijkbaar lukt het maar niet doorbraken op deze thema’s te realiseren. Ook het nieuwe kabinet, toch zo enthousiast samen begonnen, lijkt het hier moeilijk mee te hebben. Natuurlijk, de eerste kabinetsbegroting is pas net gepresenteerd en dan verschijnt de volgende jaarlijkse vergelijking van het World Economic Forum alweer. Maar deze GCI Index drukt iedereen weer eens met de neus op de feiten. We moeten echt meer gaan doen als we mee willen doen met de top.

Balkenende lijkt dat te begrijpen, maar wat gaat hij eraan doen? Opvallend is dat SER-voorzitter en IP-lid Alexander Rinnooy Kan wederom het voortouw neemt. Hij wil met bedrijven, kennisinstellingen en overheid bespreken hoe er een schep bovenop gedaan kan worden. Enkele weken terug bracht hij ook al een gedegen rapport uit over een van de kernproblemen van de Nederlandse kenniseconomie: de positie van de leraar. Hij lijkt de voortrekker van dit thema te worden en toont zich daarmee een waardig opvolger van Herman Wijffels. Laten we hopen dat het kabinet echt wat gaat doen met zijn inzet en die van zijn voorganger. Want veel punten van de Kennisinvesteringsagenda wachten nog op uitvoering.”




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK