Toch forse HO-pijn voor lerarensalaris?
Deze laatste zou erop neer kunnen komen dat de instellingen een beleidsprogramma (van bijvoorbeeld 5 jaar) moeten gaan uitvoeren waarmee zij hun rendement aanzienlijk zouden moeten verbeteren. Oftewel de uitval en studievertraging zouden gehalveerd moeten worden, zodat de uitgaven voor hoger onderwijs aanzienlijk doelmatiger besteed gaan worden. Dit levert het hoger onderwijs zelf more bang for a buck en vergt op de OCW-begroting op termijn minder uitgaven, doordat het macrobudget via efficiencykortingen ingeperkt kan worden. Die incrementele beperking kan dan ingezet worden voor de jaarlijks toenemende kosten van de verhoogde docenten-salarissen. Die instellingen die hun rendement relatief laag houden, zouden bij deze benadering de financiële pijn voelen.
Een vergelijkbare opzet is al eens geprobeerd: in 1994 door Nuis en Ritzen bij de start van de paarse coalitie. Ook toen zou 1 miljard gekort worden op het hoger onderwijs, maar de massale protesten van de LSVb onder leiding van Kysia Hekster – organisatoren waren Diederik Samson (nu PvdA-kamerlid) en Kennisland- voorzitter Joeri van den Steenhoven – deden Paars 1 sneven. Het gat werd gedekt met 500 miljoen collegegeldverhoging en beperkingen van de studiefinanciering, zoals de invoering van de prestatiebeurs.