‘A Nation without Vision Will Die’

Nieuws | de redactie
19 december 2007 |
Zijn vader bouwde scheepjes om pelgrims te vervoeren tussen het hindoeheiligdom op hun eiland en het vasteland van Tamil Nadu. Dr Abdul Kalam ging ruimtevaartuigen bouwen. Hij werd aeronautisch ingenieur, R&D- beleidsplanner en de president van de grootste democratie op aarde, India. Als visionair én als praktisch, bèta- technisch bestuurder werd hij de vader van de Indiase kennisrevolutie. Kalam vertelt hoe je een land van 1 miljard mensen inspireert en innoveert, vertelt over zijn satellieten, zijn inzet voor orthopedische innovatie en poëzie in de taal van de Tamils.



“Ons hoger onderwijs heeft een enorme curriculumverandering nodig. De zelfkritische analyse van onze universiteiten, die u aanhaalt, is correct: men is achterhaald, onpraktisch en onwetend over wat de arbeidsmarkt van de 21e eeuw in India van de jonge graduates eist. De uitstroom is echt onvoldoende voorbereid in kennis en in vaardigheden op die arbeidsmarkt van nu en wat die jonge mensen daar aan kansen hebben en kunnen krijgen. Dat moet anders.

Ik pleit er daarom voor dat elke student naast zijn traditionele universitaire graad een extra specialisatie gaat doen. Al is dat maar een half jaar verplicht extra, waarin die zich toespitst op een gebied waar de arbeidsmarkt in zijn discipline zo veel behoefte aan heeft”.

De net afgezwaaide president is een dynamo van 76 jaar oud. De voorbije 5 jaar werd hij als president de inspirator van India. Sinds juli ambteloos burger begon hij meteen op zijn zeer actuele website een nieuwe nieuwsbrief: Billion Beats, oftewel de 1 miljard hartslagen van de mensen van zin land. Kalam wil voor heel India de positieve, aanmoedigende nieuwsfeiten en ideeën bijeenbrengen waar de jonge talenten en de innovatoren elkaar mee kunnen opporren. De avond voor zijn de uitreiking van zijn eredoctoraat door Nyenrode sprak hij met ScienceGuide.

Op het visserseiland van uw kindertijd was het studeren van lucht- en ruimtevaarttechniek niet het gebruikelijke levenspad voor dorpsjongens.

Ik was het eerste kind uit ons dorpje dat naar een college ging. Nu zijn op het eiland twee flinke highschools actief en kunnen ze allemaal doorleren!

Mijn vader, mijn grootvader, heel de familie bouwde scheepjes. Niet voor de visserij maar voor de pelgrimages. In die traditie van bouwen en ontwerpen groeide ik op. Tussen 12 en 15 mocht ik naar de highschool die Duitse protestanten op het eiland hadden georganiseerd, de Schwartzschool. Daarna deed ik vier jaar het katholieke St. Jozef College op het vasteland, waar ik me vooral ontwikkelde tot natuurkundige. In Madras heb ik toen aeronautica gestudeerd. In het jaar dat de Spoetnik gelanceerd werd, studeerde ik af.

Dat zette u op het spoor om de ruimtevaart in te gaan?

Veel eerder al was dat gebeurd, in de vijfde klas van mijn lagere school op het eiland. We hadden een meester, die was geweldig. Ik was een ventje van 10 en ik weet het nog helemaal. Hij vertelde hoe het komt dat vogels kunnen vliegen, hij tekende het op het bord voor. Hij kon ook zo mooi tekenen!

En toen liep hij naar buiten met de hele klas. Naar het strand, vlakbij onze school op het eiland. Hij liet ons kijken naar de vogels, de zeemeeuwen, hoe ze vlogen, hoe ze deden wat hij had uitgelegd en had getekend op het bord. Dat wonder en zijn uitleg, zij staken mij aan. Die onderwijzer leerde mij dat ík dat wilde weten. Dat was zijn boodschap voor mij: ‘Fly high’.

En zo kwam u als jonge wetenschapper naar de Nasa en de eigen ruimtevaartkoepel van India.  

Na een korte tijd bij de defensiekoepel van ons land haalde de ‘space’- chef me naar hen toe. Al snel was ik een half jaar in Amerika dankzij een uitwisselingsprogramma. Ze kwamen bij ons voor de uitwisseling van kennis rond de bouw van satellieten, ik ging naar de Nasa voor de lancering van raketten en hun satellieten om daar knowhow van op te steken. Er was echt sprake van een wederzijdse kennisrelatie op dat terrein, dat was wel heel bijzonder.

In de jaren daarna werd ik de projectdirecteur voor de verdere ontwikkeling van satellieten. In 1980 deden wij onze eerste, eigen lancering. Dat was een historisch moment voor India.

Mag ik u een tamelijk brute vraag stellen? Mensen in ons land – rijk, klein, zeer dichtbevolkt, een enorm koloniaal verleden – zullen dan denken: Wat doet zo’n toptalent uit India in de ruimtevaart? Kan die zich niet beter wijden aan het helpen van die honderden miljoenen arme, hongerende mensen daar? En u was ook nog ‘de topman van hun defensieonderzoek en later ook nog bij de bouw van een atoombom!

O, maar dat is helemaal geen brute vraag. Ik begrijp dat volkomen. Mijn deep drive ontstond uit de ontmoeting met de grote visionair, dr Vikram Sarabhai. Die gaf de visie die voor mij de grondslag legde op het punt dat u terecht aansnijdt. Hij zag waar we nu 40 jaar later mee bezig zijn. India was op weg waar 1 miljard inwoners en daarvan zou 70% in dorpen wonen op het enorm uitgestrekte platteland. Dan nóg zouden we steden met 300 miljoen inwoners hebben, zo schetste hij onze toekomst als natie.

Hoe kun je als open, democratische staat en samenleving al deze communities met elkaar verbinden? Hoe krijg je connectivity met de beste ontwikkelingen voor gezondheid, voor onderwijs? Sarabhai zag dat toen al duidelijk voor zich: via de ruimte, door het heelal.

Daarbij werd al snel zichtbaar dat dit voor veel terreinen zou werken. Via remote sensing satellieten konden we waterbronnen voor de dorpen opzoeken, konden we essentiële gegevens overbrengen over de oogstontwikkeling, over vindplaatsen van mineralen en nog veel meer. De forecasting van cyclonen en wervelstormen konden we zo veel beter organiseren en naar dorpen en eilanden tijdig doorgeven.

Dat was in 1963 de visie van Vikram Sarabhai. Hij zag dat ons spaceprogramme een integraal deel zou moeten worden van het ontwikkelingsconcept van de regio’s op het platteland en de honderden miljoenen mensen in al die dorpen. Dit noemden we de societal orientation. Het is voor mij het hart van zijn inclusive growth concept gebleven .

Wat is vandaag de concrete uitkomst van dr Vikram Sarabhai’s visie?

We gingen onze eigen lanceerraketten ontwikkelen en onze satellieten. We hebben nu 11 communicatiesondes en 16 remote sensing satellieten die in het heelal actief zijn.

U noemt in uw boeken en essays Sarabhai een van de ‘three great minds’ in uw leven. 

Ik vergeet nooit wat hij ons leerde: ‘Believe in vision! A nation without vision will die!’

Daar las ik een voorbeeld van uit uw dagelijkse praktijk. Een vriend uit de orthopedische industrie sprak u aan.

We hadden voor het hitteschild van onze Agni-satelliet een zeer licht materiaal ontwikkeld. Dat zag een vriend van me, een orthopedisch chirurg. Hij daagde mij en mijn team enorm uit. Als we zoiets na jaren ontwikkeling konden maken voor een ruimteschip, dan moesten we dat in drie maanden kunnen toepassen voor de kinderen van zijn tehuis. Wij moesten de protheses maken die deze kinderen hun hele leven moesten gebruiken om een beetje te kunnen bewegen. Die waren toen 4 kilo zwaar, wij gingen aan de slag met dat nieuwe carbon-carbon materiaal en de nieuwe protheses waren nog maar 400 gram zwaar.

Iets dergelijks deden we ook voor cardiologen. We maakten voor hen heel lichte dotteraars, die biologisch verdraaglijk waren voor de menselijke bloedvaten.

De jaren daarna werd u de chef van de defensie- industrie – denktank en de hoofdadviseur van de regering voor het lange termijnbeleid van wetenschap en technologie. En ineens was u president, op 71- jarige leeftijd, in 2002. 

O nee, ik ging terug naar de Academy, ging in 2001 weer lesgeven. Heerlijk, dacht ik. Maar binnen een jaar werd ik ineens geroepen. Ze zochten een nieuwe president.

U was nooit een politiek dier of verlengstuk geweest.

Nee, helemaal niet. Ik kende de politici alleen wel heel goed door mijn rol in de jaren daarvoor. Ze wilden geen politiek dier als president en zeiden tegen me dat ik het vast goed zou doen. Waarom? Tja….ze zeiden dat ik dingen wist aan te pakken, de ruimtevaart, die lanceringen, de atoomenergie, de nieuwe visie op R&D. “What can I do……”, dacht ik toen wel, ze denken het écht dat ik, dat iets goeds kan doen voor het land…

De BBC had een prachtige, stiff upper lip analyse toen u gekozen werd: ‘head strong’, ‘too independent’, veel te onpolitiek, ‘wellicht een frisse wind’

Hmm…, hahaha, toch waren de politici na mijn verkiezing in 2002 goed te spreken.

U werd met 89 % van de stemmen in het kiescollege gekozen.

We were comfortable. Ik ben niet iemand met een typisch politieke aanpak. Die achtergrond had ik ook niet. Als president vond ik dat ik bovenal moest kijken naar de Grondwet, naar de taak die ik als president had gekregen om de constitutie te garanderen. Ik wilde in elk geval een constitutioneel staatshoofd zijn, me primair richten op de dilemma’s die darmee zouden samenhangen.

Wat ik wél wilde, was vanuit die taakopvatting ons land naar een hoge, nationale ambitie leiden. Wat ik al die jaren had gedaan als wetenschapsadviseur voor de premier en de president,  zou ik nu kunnen vertalen naar een gezamenlijk doel, een high level goal voor heel het land. Dit was mijn kans, dacht ik: ‘Think big. Take the nation to a next, high level, but action-oriented’. Het was een bewuste keuze om een innovatieve president te zijn. Mijn boek India 2020 geeft voor die keuze de grondslag.

Uit de voorbije jaren ken ik een reeks grote, visie-speeches van u, waarin u als president de grote lijnen en ambities voor India als ‘kennisland’ uiteen zet. Maar sinds u – in juli 2007 – afscheid nam, gaat u letterlijk ‘de boer op’ met het grootscheepse PURA-programma, als vervolg daarop. Houdt het nooit op?   

Het PURA-concept  is een recent ontstane visie voor de langere termijn. De idee erachter is simpel: India heeft 1 miljard burgers. 70% van hen woont in 600.000 plaatsen en plaatsjes op het platteland. Van vissersdorpjes op eilanden als die uit mijn jeugd tot de vlekken hoog in de Himalaya. Maar we willen juist ook in de dorpen de urban facilities van kennis en scholing brengen. In uw land is dat vast niet zo’n opgave, maar bij ons in India….

Het risico daarbij is dat we met zulke kennisfaciliteiten de rurale omgevingen van die dorpen kapot zouden maken. Mijn idee is én die faciliteiten openstellen én ‘to keep these unique rural environments alive. We want to build the new opportunities around it, to empower them with connectivity”.

De PURA- visie kijkt primair naar wat u met de satellieten uit de ruimte en met IT-databases op aarde via toptech voor de dorpen kunt aan nieuwe kansen en kennis open stellen. Om te beginnen wilt u in de 600.000 dorpen in India zo Knowledge Centers opzetten. Wat moeten zij daar?

Dat moet per gemeenschap maatwerk zijn. Neem een vissersdorp: het Knowledge Center kan elke ochtend de meest recente gegevens doorgeven over de getijden, de situatie op zee, het weer in de wijde omgeving en de door remote sensing gevolgde scholen vis. En dit zou in alle varianten van relevante data voor de verschillende dorpen en regio’s geleverd kunnen worden. Denk aan de oogstpatronen, de inzet van pesticiden, de overstromingen. Voor de dorpsscholen kun je dit sowieso benutten om via e-learning aanbod kennis beschikbaar te stellen die anders fysiek nooit bij hen zou komen.

Hoe kun je ooit tot de specifieke toespitsing komen van de gewenste data per dorp of school?

Hier werkt de decentrale structuur van ons land heel goed. We zouden per deelstaat een database kunnen opzetten, waar men vanuit het lokale niveau de specifieke behoeften aan kan koppelen. Die toespitsing moet vooral lokaal en regionaal ingevuld worden.

U stelt ook 7000 clustercentra voor PURA voor (1 per ca. 100 dorpen dus) om dit dichtbij hen te organiseren. Wat zouden zij gaan doen?

Die zijn vooral action oriented. Zij hebben een regionaal budget en de opdracht in hun regio de connectivity te organiseren. Zij kunnen ook links leggen met opdrachtgevers buiten hun regio en met partners in connectivity, ook buiten India. Dat maakt het specifieke regionale netwerk meteen sterkere n sneller.

Deze radicale, maatschappelijke en technologische visie voor 1 miljard mensen zit nog steeds dichtbij de idee van dr Vikram Sarabhai. Is dit uw 21e eeuwse versie daarvan?  

Niet de versie ‘van mij alleen’, maar u heeft wel gelijk: dit is een nieuwe vormgeving van dat ideaal van hem van destijds.

U heeft nog een andere passie. In de loop van de jaren publiceerde u vele bundels poëzie en gedichten in de taal van uw geboortestreek, het Tamil.

Kent u mijn laatste dichtwerk? Clouds is vorige maand gepubliceerd. In het Tamil, en ook de vertolking ervan in het Engels. Die schrijf ik namelijk tegelijk met het Tamilgedicht.

Het Indiase poëzietijdschrift met die vertaling gaf dr. Kalam cadeau aan de interviewer. Het bundeltje bevat een uitvoerige beschouwing over de betekenis van de dichter Abdul Kalam. In deze recensie wordt onder meer gezegd: “”It wakes up the sleepy minds of the readers.The nature grows in our mind with each read.”




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK