Fondsen vinden voor onderzoek

Nieuws | de redactie
17 december 2007 | Hoe boor je filantropische bronnen aan voor onderzoek in het hoger onderwijs? Deze vraag stond centraal tijdens de verschijning van  Engaging Philanthropy for University Research . Dit rapport van de EU Expert Group op dit terrein bracht vertegenwoordigers van zowel Europese research universiteiten als van belangrijke fondsen -zoals The Wellcome Trust, Jacobs Foundation, Global Philanthropic, Volkswagen Stiftung, Fondazione Cariplo- bijeen. Prof. Geert Sanders was lid van de deze groep en geeft voor ScienceGuide de hoofdlijnen van de discussie weer.  

“Men kwam bijeen in Brussel op 4 december om de resultaten van de Expert Group te vernemen en om haar aanbevelingen met elkaar te bespreken. In een zeer levendige wisselwerking, hebben de honderdenzeventig deelnemers zich over en weer laten informeren over de ‘best practices’. Fondsenwervers en fondsenverstrekkers konden elkaar nu direct ontmoeten. Een unieke kans om ook informatie over elkaar’s strategische agenda’s uit te wisselen.

De Euro Commissaris voor Research, Janez Potocnik, opende de conferentie met een beschrijving van de European Research Area (ERA) dat is gericht op het moderniseren van de Europese universiteiten. Iets dat van het grootste belang is, gezien het wat achter blijven van Europa waar het gaat om de hoogste niveau’s van onderzoek dat wereldwijd vanuit universiteiten wordt gedaan. Juist nu Europese universiteiten zich voor de opgave zien gesteld om nog beter te presteren, terwijl de financiering vanuit de overheden in omvang hooguit gelijk blijft of geleidelijk afneemt, is het zaak om andere bronnen van financiering aan te boren. Een voor de hand liggende keuze is die voor publiek- private vormen van samenwerking. In veel gevallen zal fondsenwerving hiervan een onderdeel uitmaken.

Wat is er voor nodig opdat universiteiten en fondsenverstrekkers succesvol zijn in het elkaar vinden en in het met elkaar samenwerken? William Wakeham, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Southampton en voorzitter van de EU Expert Group, presenteerde vier modellen met betrekking tot de verhouding tussen tussen universiteiten enerzijds en soorten van donoren anderzijds (zie figuur). De vier modellen typeerde hij als volgt:

-Het model van de grote giften

-Het model van de externe onderzoeksfondsen

-Het gemengde model van de diverse financieringsbronnen

-Het alumni-model

Aan het ene einde van het spectrum is het model van de grote giften erop gericht om alle inspanningen te concentreren op het verkrijgen van donaties van de meest welvarende mensen. Dit model vertegenwoordigt de dominante benadering van fondsenwerving door universiteiten. Vanuit het College van Bestuur is er de dagelijkse aandacht voor het ontwikkelen en onderhouden van relaties met welvarende mensen. De donaties die in dit model worden gerealiseerd, zijn in het algemeen groter dan die in de andere drie modellen; verder is het kenmerkend dat de aanwending van de middelen in hoge mate is gespecificeerd door de donoren, dit uiteraard in lijn met de ‘overall’-strategie van de universiteit.

Aan het andere eind van het spectrum bevindt zich het alumni- model. Dit verwijst naar het op continue basis door universiteiten werven van middelen bij hun alumni. In het algemeen betreft het hier grote aantallen van donaties die meestal van kleine omvang zijn. Aan de basis van alumnicampagnes ligt de verwachting van de universiteit dat ‘grote eiken voortkomen uit eikels’: mensen die grote donaties doen, zijn meestal jaren eerder gestart met het doen van kleine giften. De voorbereiding en uitvoering van alumnicampagnes gebeurt vanuit de afdeling ‘alumnirelaties en fondsenwerving’.

Het model van de externe onderzoeksfondsen  is het model dat het meest lijkt op de dagelijkse activiteiten van onderzoekers die op zoek zijn naar fondsen. Zij dienen verzoeken in, zowel bij publieke fondsen als bij fondsen die een specifiek filantropische achtergrond hebben. De aanvraagprocedures zijn formeel en gestructureerd, inclusief strikte procedure-regels en zeer specifieke selectiecriteria die ervoor borg moeten staan dat het door onderzoekers gebruik maken van de gelden van fondsen geheel in de lijn ligt van de doeleinden van die fondsen.

Tenslotte is er het gemengde model van de diverse financieringsbronnen. Het gaat hier om een mengeling van zowel soorten van externe fondsen als van diverse universitaire actoren,  waarbij de universiteiten verschillende opties hebben om uit te kiezen. Dit model lijkt in sommige opzichten op het model van de externe onderzoeksfondsen in het geval dat professoren op zoek zijn naar fondsen voor individuele projecten bij wat kleinere en minder bekende fondsen. Dergelijke fondsen kunnen ook worden benaderd door de universitaire fondsenwervers of door de leiding van de universiteit voor het binnenhalen van giften voor meer algemene doelen.

Alle vier genoemde modellen zijn herkenbaar bij universiteiten die een traditie hebben van fondsenwerving uit filantropische bronnen. Het is niet noodzakelijk, of misschien zelfs niet wenselijk, dat universiteiten die met fondsenwerving willen beginnen, een gelijke mate van energie steken in alle vier modellen tegelijkertijd. Wat zeker wél aan universiteiten dient te worden geadviseerd is het hebben van een intern en extern aansprekende visie voor de langere termijn, die ruimte biedt aan het doen ontstaan van de eerder genoemde vier modellen.

Tijdens de conferentie kwam de weerbarstigheid om tot een goed samenspel tussen fondsenwervers en fondsentoekenners te komen, regelmatig aan de orde. Zo vaagt bijvoorbeeld het model van de grote giften aan de kant van de universiteitsleiding om een uiterst zorgvuldig strategisch voorbereid proces, om een professionele universitaire afdeling ‘alumni en fondsenwerving’, om het door de universiteitsleiding mobiliseren van een krachtdadig bestuur van externe ambassadeurs en om geduld en integriteit.

Is aan al deze voorwaarden voldaan, dan is het huiswerk voor de universiteitsleiding nog niet af, wil zij voor het verkrijgen van grote giften echt in aanmerking komen. Zowel externe onderzoeksfondsen als private donoren worden steeds kritischer met betrekking tot degenen aan wie zij giften toekennen. Succes is er uitsluitend voor de allerbeste. Het is zaak om met dergelijke hoge eisen te leren omgaan. Deze eisen leiden tot een verhoogde professionaliteit.

Geert Sanders

Professor Geert Sanders was lid van de EU Expert Group on ‘Fundraising by universities from philanthropic sources’. Als directeur van de Stichting Ubbo Emmius Fonds voor relatiebeheer en fondswerving van de RuG introduceerde hij tussen 1998 en 2007 de relatiegerichte fondsenwerving in Nederland. In 2006 verscheen van zijn hand het boek ‘Fondsen werven: de relatiegerichte aanpak’ bij Koninklijke Uitgeverij Van Gorcum in Assen. Als bestuurder is Geert Sanders o.a. actief als voorzitter van SER Noord-Nederland


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK