Barroso: “Alleen als team gaat het Europa lukken”

Nieuws | de redactie
22 februari 2007 | “Uw land biedt het voorbeeld. Zo’n echt geïntegreerde benadering van HO, onderzoek en innovatie als in Neth-er is waar we naar toe moeten”. Commissie-president José Manuel Barroso vertelt exclusief op ScienceGuide hoe hij Europa als kennissamenleving ziet en over zijn persoonlijke belevenis als student in Nederland.

“We gaan van ‘bruine’ economie en techniek, van kolen en olie, naar een ‘brains’ economie. De economie van Europa transformeert zich naar het ‘Europa van de kennis’. Maar dat is nog maar het begin”.


José Manuel Barroso is ongeduldig. Elke vraag van ScienceGuide leidt tot een spervuur van reacties, soms heftige, gedreven visies. Hij wil zijn speech ter opening van Neth-er accentueren en uitbouwen in het gesprek.

“Neth-er zie ik als deel van de ontwikkeling van Europa, van de voorhoede. Niet alleen de economie, maar ook de interpersonele relaties en de sociale samenhang in de samenlevingen van onze landen worden ten diepste veranderd door de transformatie van ‘bruin’ naar ‘brains’. Zie hoe het internet doorwerkt in alle terreinen van het leven. Dat grijpt diep in, ver voorbij de consumptie en productie en hun aspecten”.

Wat is volgens u de meest ingrijpende verandering in het Europa van nu in dat opzicht?

Deze ontwikkeling gaat zó snel. Zij leidt tot een fors vraagstuk van ‘digital literacy’. En ze maakt nu ineens één beleid vanzelfsprekend dat tot enkele jaren geleden nauwelijks denkbaar was. Die ‘literacy’ is zeer ingrijpend. Er zijn gemeenschappen en hele regio’s daar omheen in Europa die hier dreigen achter te blijven en daarmee weg te vallen. De klappen die zij krijgen zijn niet alleen economisch, maar ook sociaal, hun onderwijsstelsels dreigen de aansluiting te verliezen op alle relevante thema’s van de samenleving en economie. Pakken we dit niet aan, dan gaat het menselijk kapitaal in Europa te kort schieten, terwijl het essentieel is voor de economische bloei en het welzijn van onze samenleving.

Wat is de consequentie voor het beleid die u nu op de agenda ziet?

Het soort gesprek dat wij nu voeren, de inzet van een Neth-er als nu aan de orde is, dat was toch zelfs enkele jaren geleden nauwelijks denkbaar? Kennis, innovatie en de gevolgen voor de sociale cohesie in Europa zijn nu de kern van de ontwikkeling van onze samenwerking als geheel. Europa is daar onmisbaar geworden, naast de beleidsaanpak en strategie die de lidstaten nationaal ontwikkelen.

Neth-er en de oprichting daarvan op dit moment, dat is daarom deel van de grote verandering, de ontwikkeling van Europa. Het laat zien dat het leiderschap op zulke thema’s uit het onderwijssysteem zelf komt. Daar ben ik heel gelukkig mee, laat dat duidelijk zijn. Want kijk naar Europa in de voorbije decennia en naar de Verenigde Staten, of kijk naar wat nu in Azië in opbouw is. Alleen als we als Europese landen, onderwijs en onderzoek in Europa, als team optreden, pakken we de leiding weer op terreinen als kennis en innovatie. Geïntegreerd kunnen we weer leidend worden. Met elk voor zich, dus niet als team, zal dat niet meer lukken.

In uw speech liet u blijken dat de opzet van Neth-er u zeer aansprak. Waarom?

Omdat het oude grenzen durft te overschrijden waar we in Europa nog vaak last van hebben. In dit instituut worden de belangrijkste factoren geïntegreerd: het onderwijs, het onderzoek en de innovatie, dus de toepassingen van beide. Dat is voorbeeldig. Andere landen zullen er niet omheen kunnen en dit navolgen, daar ben ik van overtuigd.

Die benadering van de integratie van deze drie zet volgens mij de agenda, zowel voor de lidstaten nationaal als Europees bij hun samenwerking. Ook in Brussel is dit de centrale boodschap. We moeten ons best doen om de nu nog vaak gescheiden middelen en investeringen op dit terrein, ook nog uit verschillende financiële bronnen, te integreren en zo de performance fundamenteel te verbeteren.

“We mean business”, zei u. Een reeks initiatieven moet dat concreet maken: KP7 voor het langere termijn onderzoek; LLL dat zich nadrukkelijk richt op het vaak vergeten deel van de training en upgrading van werknemers en uw Europese MIT.

Ja, dat moet nu echt van de grond komen. Zulke programma’s bieden de onderzoekers en de onderwijsexperts de vrijheid om meer te doen, meer samen te ontwikkelen. Dat is in Europa helemaal niks nieuws trouwens. Erasmus is niet voor niets iemand die wij tot voorbeeld hebben gemaakt, uw landgenoot. Dat zulke samenwerking en integratie nu de kans krijgt, is daarom een grote plus.

Het EIT is een nieuwe vorm van wat we samen kunnen. Ik zie dit als een ‘framework’ van netwerken dat oude grenzen in de opzet van samenwerking kan helpen overwinnen. Laten we toch het beste, het sterkste dat we aan onderzoek in Europa hebben daarin samenbrengen! Heel concreet: ik zou willen dat we op het thema van het klimaat en de toekomst van de energieproductie en het verbruik van energie zoiets gaan doen. Een EIT zou daar voor dé start kunnen bieden, want dit is typisch een thema dat geen van de landen van de Unie op zijn eentje nog kan aanpakken of oplossen.

Met Neth-er nu opgericht, zou het een idee kunnen zijn om het EIT in Nederland te vestigen…..

Nee, zeg….alstublieft…dit soort discussie daar heb ik dus echt geen zin in. Dat begrijpt ook best, hè? Juist dit soort discussie niet, daar moeten we het niet met elkaar over hebben bij dit onderwerp, vind ik. Wat we willen is de vorming van een netwerk. En netwerk van de beste, de meest creatieve onderzoekers en docenten. We willen toch dat die elkaar vinden, elkaar uitdagen in heel Europa? Daar moeten we aan werken met het EIT!

Natuurlijk wil ik dat de Nederlandse TU’s en het hoger onderwijs en de onderzoekers zeer actief gaan participeren in het EIT. Voor dat netwerk hebben zij zoveel te bieden. Dát moet de discussie zijn: de vraag naar het centrale thema zoals klimaat en energie bij de start ervan en naar het netwerk dat bijeenkomt om zo’n start echt te maken.

U sprak bij de opening van Neth-er over de bijzondere band tussen de wetenschap en cultuur van Nederland en uw eigen Portugal.

Ja dat deed ik niet zomaar. Ik weet heel goed, dat er vele denkers en onderzoekers zijn geweest die in Portugal, lang geleden, geen ruimte kregen en daarom naar Nederland trokken, die vaak echt weg moesten vluchten. Bij u was voor hen de vrijheid om zich te uiten en hun werk ook te publiceren. Dat moeten we in Europa niet vergeten.

Ik ben zelf als student bij u in Nederland geweest voor mijn studie. Dat heb ik geloof ik nog nooit verteld. Na de omwenteling bij ons [de Anjerrevolutie van 1974] werd het mogelijk om tijdens de studie in andere landen in Europa kennis op te doen. In 1978, denk ik, kon ik een programma van de Amsterdamse universiteit en Columbia volgen. Als eerste student uit Portugal kreeg ik die kans. Dat was een onvergetelijke ervaring. Het inspireert mij tot de dag van vandaag, bijvoorbeeld om nu juist te pleiten voor net zulke programma’s in de ‘oude lidstaten’ van de unie voor studenten uit de nieuwe, voor jongeren uit Polen of Tsjechië en zo voorts. Zulke ervaringen in andere landen, bij je nieuwe partners en bij topinstellingen daar hebben een enorme impact. Ik weet daar zelf alles van.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK