‘Het moet slimmer, veel slimmer’
“Innovatie is hot. Het is het Westerse antwoord op de opkomst van China en India in de wereldeconomie. Met die landen vergeleken zijn wij simpelweg te duur. Harder werken kan ons niet meer redden. Het moet slimmer, veel slimmer. Iedere zes maanden nieuwe printers, iedere vier maanden nieuwe mobieltjes, iedere maand een nieuwe hype? Dat laatste gelukkig nog niet, want bij zo’n supersnelle opvolging volg ik het niet meer. Ik verdiep me niet meer in modellen en specificaties, maar ga naar de winkel en koop een printer. Ter plekke probeer ik te snappen wat ik wil en nodig heb, maar een printer is toch vooral gewoon een printer. Een mobiel voor mij nog steeds vooral een mobiel. Ik vraag naar het product, niet naar een specifiek model.
De continue introductie van modellen en innovaties gaat compleet aan mij voorbij. Voor mij is het ‘overinnovatie’. Ik zie het onderscheid niet meer en vraag er ook niet naar, ik wil gewoon een printer. Ik vraag me dan ook af wat het nut ervan is. Natuurlijk is het zinvol dat een product verbetert, maar moet dat ook zo vaak? Heeft het zin als het publiek het niet meer ziet? Is een innovatie die de klant niet ervaart eigenlijk wel een innovatie?
Daar hebben we een interessante vraag te pakken. Ik durf de stelling wel aan dat innovatie van een product of dienst alleen zin heeft als de klant het ook opmerkt. ‘Onzichtbare’ innovaties genereren geen meerwaarde. Een oude wet, want autofabrikanten adverteren al sinds jaar en dag dat hun midlife ge-upgrade modellen op veel meer punten zijn verbeterd dan je uiterlijk kunt zien.
Kortom, bij innovatie is ook de perceptie belangrijk. Positief en negatief. Door een goede marketing kan een kleine innovatie in de perceptie van de klant uitvergroot worden en een innovatie die niet opgemerkt wordt, is voor de klant geen innovatie.
Gilbert Silvius
