Kritische blik op advisering gewenst

Nieuws | de redactie
28 januari 2008 | 'Per jaar wordt 800 miljoen euro uitgegeven aan overheidsadvisering. Dan mag je je afvragen of al dat geld goed wordt besteed’, zegt NS-topman Ad Veenman. 'Nu wordt echter uitsluitend gekeken naar het stelsel van adviesraden. Daarmee is nog geen 3 procent van het budget gemoeid.

Bovendien wordt voorbij gegaan aan de essentiële rol die strategische adviesraden vervullen in de parlementaire democratie. In de politiek staat de korte termijn voorop. Deels is dat de tijdgeest, deels komt dat door de lengte van de zittingsperiodes van parlement en kabinet. Verder zijn beleidsterreinen sterk verkokerd, vooral door de departementale organisatie van de overheid. Als tegenhanger daarvoor zijn brede perspectieven voor de lange termijn nodig. Het schetsen van die perspectieven is bij uitstek een rol van strategische adviesraden. Als je van die vijftien raden er nu elf opheft, zoals het plan is, dan raakt het systeem uit balans. Dan worden het kabinet en – wat nog erger is – het parlement voor een aantal van de meest wezenlijke beleidsvraagstukken afhankelijk van de kennis en adviezen van de departementen. Niet dat daar als zodanig iets aan schort, maar dan ontbreken de checks & balances.’

Deskundigheid en ervaring

‘De strategische adviesraden die ik ken, zijn breed samengesteld en bestaan allemaal uit mensen met veel deskundigheid en ervaring, die raadslid zijn naast hun gewone baan, vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Door hun breedte, hun deskundigheid en onafhankelijkheid kijken al die raden over grenzen heen, hebben oog voor de middellange en lange termijn, en hebben daarover ook iets wezenlijks te melden. Daarnaast stellen ze zich vaak teweer tegen de gedachte, die breed in Den Haag leeft, dat alles maakbaar is. Dat is natuurlijk niet zo, maar in de politiek denkt men vaak van wel. En departementen brengen daar lang niet altijd iets tegenin. Het is niet altijd even spannend en vernieuwend wat de strategische adviesraden inbrengen, maar het is wel van belang dat er partijen zijn die zich vasthoudend en objectief met dit soort beleids- en sturingsvraagstukken bezig houden.’

Voorbeeld

Veenman geeft daarvan een voorbeeld: ‘Toen eind jaren negentig de Technologische Topinstituten werden opgericht, eiste de minister binnen vier jaar resultaten. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Die instituten moesten een organisatie opbouwen, een onderzoeksprogramma formuleren, medewerkers en studenten aan zich binden, enzovoort. Pas daarna kon het onderzoek beginnen. Vervolgens heb je minstens vier jaar nodig voordat het onderzoek resultaten oplevert. En dan ben je zo weer een aantal jaren verder voordat de onderzoeksresulaten leiden tot innovaties. De Technologische Topinstituten kunnen dat zelf wel aangeven, maar ze missen de objectiviteit om geloofwaardig te zijn. De AWT heeft die objectiviteit wel, al is het maar omdat de raad is samengesteld uit mensen uit de wetenschap en het bedrijfsleven. Hoe dringend het nodig is om die boodschap te blijven uitdragen, blijkt trouwens uit het laatste AWT-advies, over zwaartepuntvorming in het wetenschappelijke onderzoek. We leven inmiddels tien jaar verder, maar de AWT moet nog steeds wijzen op het belang van beleidsrust, om maatregelen op het gebied van kennis en innovatie tijd te geven zich te bewijzen. De politiek en zelfs de departementen leren duidelijk niet erg snel.’

Behoud inbreng en betrokkenheid

‘Elk kabinet heeft moeite met het bestaan van de strategische adviesraden’, stelt Aad Veenman. ‘Ze hanteren niet automatisch dezelfde vraagstellingen en komen niet altijd tot dezelfde oplossingen. Soms zijn ze ronduit lastig. Dan heeft men iets uit te leggen en dat is niet prettig. Het kabinet en het parlement willen van tijd tot tijd ook opruiming houden in de instituties die ze zelf in de loop van de jaren creëren. Daar hebben we alle begrip voor. Maar nu wordt het stukje weggesneden dat het beste functioneert en het voordeligst is. In het voorstel dat voorligt blijven vier raden behouden, op het gebied van sociaal-culturele vraagstukken, binnenlands bestuur, buitenlands beleid en de leefomgeving. Vraagstukken als energie, veiligheid, wetenschap en technologie dreigen buiten de boot te vallen. Wij zeggen niet dat de bestaande raden in hun huidige vorm behouden moeten blijven, maar het soort inbreng en de betrokkenheid van de leden van de huidige raden moet je in ieder geval niet kwijtraken.’

Balans

Veenman roept de volksvertegenwoordiging op om bij de behandeling van de reorganisatie van de adviesradenstructuur alert te zijn. ‘Worden de meest wezenlijke onderdelen van het beleid afgedekt, ook op terreinen die het parlement zelf niet bestrijkt? Levert de nieuwe structuur genoeg countervailing knowledge op, die ook de rol van parlementariërs kan versterken?’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK