‘Ook Amerikanen zijn bang voor de uitverkoop van de beschaving’

Nieuws | de redactie
16 januari 2008 | De Modern Language Association houdt haar “annual convention” tussen kerst en oud en nieuw in een van de grote congressteden, dit jaar in Chicago. Ongeveer 12000 letterkundigen komen bij elkaar, waarvan 90% uit de Verenigde Staten, 5% uit Canada, 4% uit de overige Engelstalige landen en een enkele Nederlander: Saxion-lector Michiel Scheffer stak er zijn licht op. "De Conventie houdt het midden van een toogschouw en een jaarmarkt.

Enerzijds is de conventie het moment om de ontwik­kelingen in het vak waar te nemen, de pikorde vast te stellen en de gemeenschappelijke zorgen naar boven te halen. In 750 parallelsessies, een vijf tal plenaire vergaderingen, 80 borrels en een boekenbeurs wordt de stand der letteren opgenomen. Daarnaast is het een jaarmarkt -de Chicago Stockyards- waarop 3000 kalveren, net gepromoveerd strijden om de zes honderd vaste banen (tenure track) die in de VS jaarlijks te vergeven zijn. Dat zijn gespannen jongelingen die voor hun loopbaan gaan, en een lucht van zweet en sfeer van tranen verspreiden.

De kracht van de MLA zit niet in de kwaliteit van de papers, presentaties en debatten. Voor werkelijke academische kwaliteit zijn thematische conferenties beter. In vijf kwartier lezen drie vaak gespannen assistant of associate professoren een paper voor waarbij een kwartier discussie mogelijk. Een grondige gedachtewisseling is niet aan de orde en de meeste sprekers hebben minder dan 30 toehoorders in de zaal.

Een deel van de sessies is openbaar voor een breed publiek. De vier openbare sessies die uw commentator bezocht werpt een licht op de zorgelijke staat van de letteren in de Verenigde Staten. De “crisis of the humanities”  wordt op drie dimensies gekenschetst. In de eerste plaats is er een crisis in financiele middelen. In 1979 was de financiering voor de letteren een vijfde van de financiering voor de exacte wetenschappen in 2007 is de verhouding één veertigste. De regering Bush dreigde zelfs met geheel schrappen van de National Endowments for the Arts.

Ook in onderwijs is de ratio docent/student aan het verslechteren waardoor het seminar model en tutorprogramma’s onder druk staan. De slechte financiele basis voor de letteren vertaalt zich in een sterke daling van het aantal personeel met een vaste en full time aanstelling: 32% in 2005 vergeleken met 57% in 1975. De tweede zorg is het gedaalde maatschappelijk aanzien van de humanities als wetenschappelijke vorming. De full time instroom in humanities is constant gedaald, en de recente groei bestaat enkel uit “geinstrumentaliseerde letteren” van het type bedrijfscommunicatie. In de derde plaats is de status van de humanities in het maatschappelijke debat afgenomen. Illustratief is de neutrale uitspraak van de voorzitter van de MLA dat “ongeacht uw standpunt over de oorlog in Irak, u zult beamen dat beter inzicht in de cultuur in het Midden Oosten tot een betere afweging of uitvoering van de strategie had geleid”. Ook Amerikanen zijn bang voor de uitverkoop van de beschaving.

Het noodzakelijke toenemende ondernemerschap van Universiteiten, ook in de letteren, wordt als onomkeerbaar gezien. De interesse voor bijvakken in de letteren, avondcursussen en volwassenonderwijs neemt sterk toe, ook al staat dat haaks op de gedrevenheid van docenten die op hun publicities worden beoordeeld voor de promotie in de tenure track. Er is echter wel een dicsussie gaande binnen de MLA over indicatoren van prestaties, waarbij maatschappelijke activiteiten (ook wel omschreven als academic service) een groter gewicht krijgt in de beordeling van salaries en promotie. Diep geworteld is de angst voor het verlies van de academische vrijheid. Deze uit zich in een steeds grotere sturing door alumni en sponsoren van de onderzoeksprioriteiten en ook een beperking van maatschappij kritisch onderzoek en onderwijs. Vooral de kleinere particu­liere Universiteiten zijn slecht opgewassen tegen druk van private financiers.

Daarnaast proberen Republikeinen onder het mom van diversiteit een sterkere vertegenwoordiging van gelijkgezinden bij academische benoemingen te bereiken. Tenslotte wordt het toenemend aantal weigeringen van visa voor buitenlandse academici gezien als een bedreiging voor de aantrekkelijkheid en diversiteit in het hoger onderwijs. Daarnaast komen er steeds meer beperkingen aan gebruik van e- mail, internet sites en activiteiten van studentenverenigingen vanuit de leiding van Universiteiten. Dat wordt mede mogelijk gemaakt dor de erosie van het gedeelde bestuursmodel waarbij de academische staf een gelijkwaardige partner is van het universiteitsmanagement.

Opmerkelijk in de debatten is dat de letterkundigen zich graag zelf horen spreken maar moeite hebben te komen tot een visie. Herhaaldelijk werd beaamt dat letterkundigen niet de cultuur van samenwerking hebben die andere vakken als sociale geografie, geschie­denis of politicologie wel hebben en dat de esprit de corps ook minder is. De toogschouw en veemarkt die de MLA ook is, draagt in de vorm niet bij tot samenhorigheid zo benadrukte een Engelse toeschouwer.

De Amerikanen troosten zich met de gedachte, dat het in Europa veel beter is dankzij ons vitale “bildungsideaal”. Slechts 30% van de MLA leden is ooit in Europa geweest. Ruim 45% van de MLA leden zegt voor Obama te gaan stemmen.

Dr. Michiel Scheffer, Lector Saxion Hogeschool (geen letterkundige)
Lezers die zich verder willen verdiepen in de mores van de MLA raadplege; Murder at the MLA,
D.J.H. Jones (1993)








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK