Prestatiedruk onder ambtenaren

Nieuws | de redactie
9 januari 2008 | Werknemers identificeren zich sterk met een beeld van de ideale werknemer, maar daardoor neemt het risico van stress op het werk toe. Dit stelt Casper Hoedemaekers in zijn proefschrift Vastgepind op presteren: een Lacaniaanse benadering van subjectiviteit en arbeid. Hij beschrijft de effecten van functioneringsgesprekken, competentiemanagement en ontwikkelingsgerichte instrumenten als mentoring, die de Nederlandse overheid gebruikt om individuele prestaties te meten en te evalueren. Hoedemaekers promoveert op donderdag 10 januari 2008 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.



Hoedemaekers beschrijft hoe het prestatiemanagement bij overheidsorganisaties veranderd is, met name de taal waarin dit gehuld is. Hij onderzocht binnen een Nederlands ministerie, dat hij ‘Publica’ noemt, een groep van 29 werknemers die verbonden waren aan intensieve werknemersontwikkelingsprogramma’s.

Het begrip ‘prestatie’ blijkt in belangrijke mate inhoud te krijgen door het idee van een ‘Andere Overheid’. Niet zozeer het gedachtegoed van dit veranderingsproject, als wel de mogelijkheid van positieve verandering binnen overheidsorganisaties blijkt een centraal referentiepunt in de verhalen van de respondenten, waarbij het afwisselend de vorm heeft van ‘anders zijn dan andere medewerkers’, ‘andere organisatievormen dan bureaucratie’of een ‘andere manieren van werken’.

Maar vooral de onduidelijkheid rondom deze potentiële organisatieveranderingen en de daaraan gekoppelde verwachtingen voor het presteren van medewerkers blijken ook negatieve effecten te hebben. Zo creëren de werknemers identificaties met een door de organisatie gepropageerd ideaalbeeld. Hierdoor onstaat er een dominant beeld van wat “prestatie” betekent. Hoedemaekers bespreekt twee aspecten van dit ideaalbeeld of ego-ideaal: ‘verantwoordelijkheid nemen’ en ‘nieuwheid omarmen’. Deze vormen punten van identificatie voor medewerkers, waarbij identiteit voortdurend gespiegeld wordt aan het ideaal. Identificatie met deze ego-idealen wordt actief gestimuleerd binnen HRM praktijken zoals functioneringsgesprekken, mentoring en competentiemanagement. Hiermee dragen ze bij aan arbeidsintensificatie en afzwakken van verantwoordelijkheden binnen de organisatie, door het reproduceren van een ideaal zelfbeeld waaraan de medewerker zich gedwongen voelt zich te conformeren.

Het onderzoek van Casper Hoedemaekers is verricht in het Erasmus Research Institute of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW erkende onderzoeksschool van RSM Erasmus University en de Faculteit der Economische Wetenschappen. Aan ERIM zijn ruim 250 onderzoekers verbonden. ERIM organiseert tevens het Erasmus Doctoral Programme in Business and Management voor de opleiding van jonge, veelbelovende wetenschappers.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK