Tichelaar antwoordt zijn critici

Nieuws | de redactie
8 januari 2008 | Fractieleider Jacques Tichelaar (PvdA) heeft zeer bewust de discussie op gang gebracht over de toekomst van het hoger onderwijs. In gesprek met ScienceGuide onderstreept hij: “Dit zijn toch dé strategische vragen, de echt fundamentele punten waar ook toekomstige kabinetten niet omheen zullen kunnen. Na de fase dat we het geld voor Rinnooy Kan hebben vrijgemaakt, kun je de confrontatie niet uit de weg gaan met de vraag hoe we de publieke taken in onderwijs –naast die bij zorg, ouderen, veiligheid en noem ze nog maar meer- gaan betalen.

Of willen we via eindeloze kaasschaven de publieke armoede steeds verder zien toenemen? En is zo’n verschaling van het hoger onderwijs dan wél het antwoord op de vraag naar meer kwaliteit, meer kansen voor studenten, meer docenten, minder uitval? Dat neem ik het CDA wel kwalijk in zijn reactie op deze discussie.”



Wat was de reden dat je op dit moment –zo vlak na het uitkomen van de strategische agenda voor HO en R&D van Plasterk- met juist deze voorzet bent gekomen?
We zijn als fractieleiders benaderd door VN met de vraag wat de grote thema’s en uitdagingen nu zijn, nu het kabinet er zit en op een fors aantal dossiers de lijnen duidelijk zijn uitgezet; ontslagrecht, lerarentekort, Uruzgan, Europa en zo meer. Dat staat op de rails en wat dan? Wat is er de komende jaren nog te doen en wat ook al in het perspectief van de jaren en kabinetten die dan nog zullen komen?

Ik heb daarbij voorop gezet dat we moeten beseffen dat er een tijd komt waarin de belastinginkomsten zullen gaan dalen. Ook als we een goede buffer voor de vergrijzingskosten hebben opgebouwd blijft dat een gegeven. Wat betekent dat voor publieke goederen als ons onderwijs, de zorg en dergelijke? We kunnen wel zeggen dat wij staan voor toegankelijkheid en voor solidariteit, maar wat betekent dat in die situatie dan echt? Na de fase dat we het geld voor Rinnooy Kan hebben vrijgemaakt kun je de confrontatie niet uit de weg gaan met de vraag hoe we de publieke taken in onderwijs –naast die bij zorg, ouderen, veiligheid en noem ze nog maar meer- gaan betalen.

Investeren zegt men dan, zeiden ook CDA en PvdA in hun campagnes tegen de kiezers. Of niet soms?
Jazeker zeiden we dat. En kijk naar het onderwijs: we willen allemaal meer studenten, meer deelname aan het hoger onderwijs, we willen ook meer kwaliteit en meer docenten. We willen minder uitval van lessen en van studenten in de opleidingen. Niemand zegt dat het daarmee wel wat minder kan, niemand. En we hebben er in het verleden ook voor gevochten, dat dit soort dingen, zulke kansen er zouden komen en zouden blijven.

Maar als je ziet dat de middelenstromen voor die investeringen gaan afnemen, dan moet je kiezen. En we ontlopen zulke échte keuzes maar al te vaak. In plaats daarvan gaan we dan via de kaasschaafmethode die investeringen in schijn realiseren. Maar eigenlijk ‘pomp je dan het geld rond’, want binnen hetzelfde volume aan middelen rouleer je dan het geld voor de verschillende publieke doelen.

Jouw voorzet wil deze denkwijze dus openbreken om andere strategische opties te durven bespreken die verder gaan dan kaasschaven of rondpompen.
Ik wil dat we duidelijk zijn over de keuzes die we moeten maken. Want wat zijn de alternatieven hier? Óf we gaan de belastingen verhogen om bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs en de toegankelijkheid te verbeteren, óf we gaan binnen de sector zelf kiezen voor een benadering waarin solidariteit en profijtbeginsel evenwichtig worden toegepast. En het is helemaal niet nieuw, dat ik daar mee kom, dat weten jullie van ScienceGuide heel goed. In 2004 –toen eerst Nijs en daarna Rutte met hun wetsvoorstellen kwamen- hebben Martijn van Dam en ik die lijn al uitgezet in hun richting.

Dat betrof ook toen al de studiefinanciering en ook dat is en was niet nieuw. De commissie-Vermeend, het CPB, analyses van de opzet in Australië hebben hier ook al materiaal voor aangedragen. 80 % van de SF-uitgaven gaat naar mensen die dat eigenlijk helemaal niet nodig hebben voor toegankelijkheid van de studie. Het is dan toch goed daar serieus met elkaar over te praten. Het SF-stelsel is dus als het gaat om het zorgen voor de toegankelijkheid niet ‘top’ en in 2004 brachten we daarom het idee van een leenstelsel voor iedereen in de discussie naar voren.

Stel je dus nu dan al voor dat de SF wordt vervangen door zo’n verplicht leenstelsel?Dat zou dan veel verder gaan dan wat bijvoorbeeld Plasterk in zijn strategische agenda op tafel legde.
Ik heb niet geprobeerd die agenda van de minister als het ware te vervangen. Ronald noemde zelf ook dat deze thema’s voor de toekomst van groot belang zijn. Ik loop niet vooruit op de uitkomst van dit debat, dat is veel te voorbarig. Maar dit zijn wel échte, strategische vragen voor nu en voor volgende kabinetten. Het is ingrijpend om hier over te praten, dat snap ik ook best, net als toen we in 2004 ermee kwamen. Maar ik zet daar wel iets tegenover critici van nu: een verschraling van de studiefinanciering door een voortgaande kaasschaafbenadering tast de toegankelijkheid past écht aan.

Dat neem ik het CDA wel kwalijk in zijn reactie op deze discussie. Het is best als men zegt hier niet aan te willen. Maar zeg dan ook wat je als partij dan wel gaat doen om die publieke armoede tegen te gaan. Dat raakt meer dan het hoger onderwijs, dat raakt ook de rest, ook de zorg en dergelijke terreinen.

Jan Jacob van Dijk pleit dan voor meer investeringen in het hoger onderwijs en daar ben ik ook voor, maar zeg dan wel hoe je daarvoor de middelen bij elkaar gaat brengen. Want als het CDA deze stap niet wil zetten, dan wil zij dus wel veel forsere collegegeldverhogingen in de komende kabinetsperioden? Is dat dan wel solidair en goed voor de toegankelijkheid?

Willen we via eindeloze kaasschaven de publieke armoede steeds verder zien toenemen? En is zo’n verschaling van het hoger onderwijs dan wél het antwoord op de vraag naar meer kwaliteit, meer kansen voor studenten, meer docenten, minder uitval? Ik stel die vraag maar, want mij lijkt het dat we deze discussie toch echt zouden moeten voeren. Wat dat betreft schrik ik toch wat van de primaire reacties, dat die zo weinig op de inhoud willen ingaan.

Je betoog kun je ook als financiële ontnuchtering opvatten. Want houdt dit niet in, dat jij ervan uit gaat dat de investeringen van ons land in kennis dus niet het niveau gaan bereiken, dat iedereen –denk aan de KIA van het Innovatieplatform- noodzakelijk weet? Jij accepteert blijkbaar, dat Nederland geen broertje van Finland wordt, of niet eens aan het gemiddelde van de OESO-uitgaven voor kennis zal raken.
Nee, dit is niet het afscheid van de kennisinvesteringsagenda. Niet! Ten eerste gaat in mijn opvatting de ‘opbrengst’ van deze aanpak niet naar het tekort of naar het overschot op de begroting als vergrijzingsbuffer. Het blijft in de sector en versterkt de investeringen die iedereen noodzakelijk vindt in het basisonderwijs, het vmbo, de docenten, de kwaliteit. En ook het volgende kabinet kan de prioriteit voor de kennisuitgaven, zoals de KIA aangeeft, voorop zetten en doorzetten. Deze dingen moeten tegelijkertijd wat mij betreft.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK