‘Er is geen Chinees wonder’

Nieuws | de redactie
12 februari 2008 | Waarom groeien China en India enorm snel, terwijl andere 'derde wereld' landen nog steeds achterblijven? "Het succes van China lijkt spectaculair maar vertoont eigenlijk het normale patroon van versnelde groei, wanneer de belemmeringen voor groei wegvallen"zegt Adam Szirmai die de nieuwe leerstoel ‘Governance, Policy Analysis and Development Economics’  aan de UM gaat bekleden.

Szirmai’s wetenschappelijke werk naar dit vraagstuk omspant bijna drie decennia en op basis van die systematische studie naar groei- en ontwikkelingspatronen op de lange termijn zal hij verschillen tussen succesvolle en minder succesvolle ontwikkelingservaringen in kaart brengen.

“Ontwikkelingsstudies moeten gebaseerd zijn op niet-ideologische, empirisch gefundeerde analyses. Ik ben overtuigd van het belang van systematische langetermijnanalyses. Deze no nonsense aanpak leidt misschien tot gevoelige discussies, maar die mogen we niet uit de weg gaan. Elk ontwikkeld land is ooit een ontwikkelingsland geweest. We kunnen veel leren van de vergelijkende analyse van ontwikkelingservaringen, als we maar ver genoeg terugkijken, zo’n vijftig tot honderd jaar.”

Het huidige succes van China lijkt spectaculair maar vertoont eigenlijk het normale patroon van versnelde groei, wanneer de belemmeringen voor groei wegvallen en een land profiteert van de voordelen van technologische achterstand. Vanaf dat moment kan het land meeprofiteren van de technologische kennis die in de rest van de wereld beschikbaar is. Dat zien we ook in landen die na 1950 een snelle ontwikkeling doormaakten, zoals Japan, West-Duitsland en de zogenaamde ‘Asian Tigers’ landen (Hongkong, Singapore, Taiwan en Zuid-Korea) en de landen die later in ontwikkeling kwamen zoals bijvoorbeeld Ierland, India, Indonesië, Maleisië en Vietnam.

Szirmai: “In het licht van deze ervaringen met men concluderen dat snelle oplossingen zoals de Millennium ontwikkelingsdoelstellingen gedoemd zijn te mislukken. Verdubbeling van het ontwikkelingsbudget voor Afrika heeft weinig zin als de knelpunten die ontwikkeling belemmeren en armoede verergeren niet worden aangepakt. In plaats daarvan zal elk land eerst moeten vaststellen wat de meest dringende knelpunten zijn. Die knelpunten moeten met voorrang worden aangepakt om de juiste voorwaarden voor groei en ontwikkeling te scheppen.”

Prof. Szirmai gelooft desondanks dat er mogelijkheden liggen voor de minst ontwikkelde landen. “Sommige Afrikaanse landen zoals Mozambique en Tanzania maken momenteel een forse groei mee en profiteren van grootschalige buitenlandse investeringen in productieve sectoren. Groei biedt een adempauze om te werken aan verdere hervormingen. Ontwikkelingslanden die in staat zijn om internationale technologieën over te nemen en aan te passen, kunnen zeer snel groeien en hun achterstanden inlopen. De landen die daar niet in slagen, lopen het gevaar om gemarginaliseerd te raken.” In zijn inaugurele rede gaat prof. Szirmai in op de vermogens van ontwikkelingslanden om in te spelen op internationale technologische ontwikkelingen opdat ze hun eigen productieve capaciteit – de belangrijkste factor voor economische ontwikkeling – kunnen versterken.

Professor Szirmai heeft een dubbele aanstelling bij de Universiteit Maastricht: hij is hoogleraar aan de Maastricht Graduate School of Governance en ‘Professioral Fellow’ bij UNU-Merit. Zijn onderzoek richt zich op internationale vergelijkingen van groei en productiviteit in ontwikkelingslanden. Hij heeft vergelijkende studies verricht in Indonesië, China, Zuid Korea, Tanzania, Zambia, Zuid Afrika, Vietnam en Japan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK