Hogescholen worden nu echt kenniscentra

Nieuws | de redactie
19 februari 2008 | De invloed van de lectoren begint nu structureel merkbaar te worden. Uit instellingsplannen blijkt dat hogescholen nu systematisch bezig zijn onderwijs en praktijkgericht onderzoek te verweven. Fontys wil om die reden lid worden van de Europese universiteitenkoepel EUA.



Fontys als Europese universiteit

De strategische visie van Fontys bevat de idealen en doelstellingen van de hogeschool voor de komende jaren. Ten opzichte van 2002 is de visie (Idealisme in Learning Communities) niet veel gewijzigd, maar wordt nu wel meer nadruk gelegd op de kwaliteitsstrategie.

Bij die kwaliteitsstrategie gaat het niet alleen om kwaliteitszorg. Misschien nog belangrijker is een ‘Fontysbrede mentaliteit’ en betrokkenheid. Hoe zorg je dat studenten hun studietijd ook echt aan hun studie besteden? Hoe zorg je dat lectorale oraties bijeenkomsten worden met inhoud waar docenten graag op af komen? Hoe bevorder je de samenwerking tussen de verschillende instituten, op al die verschillende locaties?

Extern ziet Fontys het als uitdaging om de positie van het hbo tussen de Europese universiteiten te vestigen. Fontys wil haar banden met instellingen in het buitenland versterken, en internationale studentenuitwisseling versterken. Ook streeft ze naar accreditatie op Europees niveau, en een lidmaatschap van de Europese universiteitenkoepel EUA. Eerder zei Verbraak hierover in een interview met ScienceGuide: “Nederland gedijt als kenniseconomie bij een gedegen hbo, dat die H van hogere opleiding echt waard is. Dat werkelijk tertiair onderwijs vormt en opleidingen uit die fase biedt. Het hbo zal daarom ook in de internationale classificaties als hoger onderwijsaanbod geaccrediteerd moeten willen worden. Zo kan het appelleren aan de belangstelling van studenten, ook uit andere landen, die hogere opleidingen willen met niveau, een hoge kennisintensiteit in een instelling die haar rol als kenniscentrum voor de omgeving en beroepspraktijk waarmaakt”.

Hogeschool Leiden: gedragen visie

Sommige hogescholen streven naar nevenvestigingen in hun eigen of andere regio’s. Zoniet de hogeschool Leiden. Die wil juist de menselijke maat behouden, en kiest voluit voor een Leids profiel, voor samenwerking dicht in de buurt– zoals onderzoekslaboratoria, de universiteit en het LUMC.  Na de onstuimige groei in de afgelopen jaren studeren er nu 8.000 studenten, en zo is het wel even mooi, geeft het College van Bestuur aan. Bij een snelle verdere groei zou het lastig worden de kwaliteit en maatvoering van het onderwijs te kunnen garanderen.

Actiepunten voor de komende jaren zijn de introductie van een kwaliteitsmanagementsysteem, het verweven van onderwijs met goed praktijkgericht onderzoek, het opzetten van studieloopbaanbegeleiding en voldoende afstudeermogelijkheden, en nieuwe huisvesting.

Het instellingsplan werd door mensen uit de organisatie zelf opgesteld, in verschillende gespreksronden. Medewerkers mochten daarbij aangeven welke waarden zij belangrijk vonden. De consensus luidt dat het gaat om de waarden ‘werken vanuit visie’, ‘werken vanuit maatschappelijke betrokkenheid’, ‘resultaatverantwoordelijkheid geven en nemen’ en ‘open communiceren’.

Collegevoorzitter Paul van Maanen weerspreekt tegenover ScienceGuide de kritiek dat deze kernwaarden te veel voor de hand liggen. “Dat lijkt misschien zo, maar vergis je niet: we hebben nu wel iets liggen waar we elkaar de komende jaren op kunnen aanspreken. Bovendien is dit niet zomaar een document van het College van Bestuur alleen, zoals dat zo vaak gaat, maar gaat het om een door de hele organisatie gedragen visie”.

CHE: consolidatie

De Christelijke Hogeschool Ede heeft de afgelopen jaren laten zien dat een relatief kleine hogeschool kwalitatief hoogwaardig onderwijs kan leveren. In rankings scoren CHE-opleidingen zeer hoog.

Jongeren stellen het op prijs als hogescholen een duidelijk profiel hebben, en de CHE heeft die zeker. De hogeschool biedt een herkenbare community, waarin studenten zich vanuit een christelijk perspectief tot startende professional kunnen ontwikkelen.

In haar instellingsplan toont de CHE zich nu wel van haar voorzichtige kant. De reden: niet alle doelstellingen uit het vorige instellingsplan (2004) zijn ook daadwerkelijk gerealiseerd. “Achteraf gezien waren we in 2004 misschien te optimistisch of te ambitieus”, aldus collegevoorzitter Kees Boele.

De CHE kiest er daarom voor de komende jaren “vooral te consolideren en rustig, organisch en beperkt te groeien en vooral energie te steken in verdieping en goede verankering van de bestaande activiteiten”.

Die consolidatie betekent niet dat er niets verandert, maar juist dat er veel werk gemaakt wordt van de omvorming van de hogeschool tot kenniscentrum. Dit vraagt om een andere organisatie (academievorming), talentontwikkeling onder de medewerkers, nieuwere ICT en een betere huisvesting. Die huisvesting wordt ontwikkeld in samenwerking met trainingsbedrijf PTC+, het ROC/A12, en het Groenhorst College en studentenhuisvesting, zodat een campus ontstaat.

Qua onderwijsvisie trekt de CHE haar eigen lijn: “Jongeren van nu hebben geen behoefte aan vraaggestuurd onderwijs, maar aan vorming”, zo zegt voorzitter Kees Boele in een vraaggesprek met ScienceGuide.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK