Identieke tweeling niet identiek

Nieuws | de redactie
18 februari 2008 | Zelfs eeneiige tweelingen zijn toch echt niet ‘hetzelfde’. Zulke tweelingen ontstaan als een aantal dagen na de bevruchting een bevruchte eicel zich in tweeën deelt. Tijdens de celdelingen tot de geboorte worden regelmatig stukjes DNA verdubbeld of raken verloren. Een internationale onderzoeksgroep uit Amerika, Nederland en Zweden heeft aangetoond dat daardoor ook zulke tweelingen vaak niet volledig genetisch identiek zijn.

De onderzoekers zijn dit verschijnsel op het spoor gekomen door het DNA te vergelijken van de twee leden van negen Zweedse eeneiige tweelingparen, waarvan de een de ziekte van Parkinson of een soortgelijke aandoening had en de ander niet. Ze vonden dat het aantal kopieën van bepaalde DNA-fragmenten tussen die tweelinghelften verschilde (copy number variation, CNV). Aangezien een eeneiige tweeling uit één bevruchte eicel ontstaat, moet tijdens een van de vele celdelingen na de splitsing van de bevruchte eicel zo’n DNA-stukje zijn verdubbeld of verdwenen. Het verschil treft bij deze tweelingen kennelijk een gen dat bij de ziekte van Parkinson is betrokken.

Ook bij gezonde tweelingen komen regelmatig zulke subtiele verschillen in kopie-aantallen voor, bleek uit onderzoek aan tien gezonde tweelingparen uit het Nederlands Tweelingenregister (NTR). De onderzoekers stellen dat dit een bron is voor genetische verschillen tussen eeneiige tweelingen. CNV kan, afhankelijk van welk stukje DNA verschilt, verklaren waarom aandoeningen als Alzheimer, Parkinson, depressie, diabetes en hart- en vaatziekten niet altijd beide leden van een tweelingpaar treffen. DNA-onderzoek bij eeneiige tweelingen waarvan één persoon zo’n ziekte heeft en de ander niet zal naar verwachting helpen de genen te vinden die bij die ziekte betrokken zijn. Maar CNV kan ook verschillen in aanleg, bouw en uiterlijk binnen een eeneiige tweeling verklaren.

Veranderingen in kopie-aantallen na de bevruchting zijn bij eeneiige tweelingen makkelijk op te sporen, maar ze treden bij eenlingen net zo goed op. Dit is van belang voor de diagnostiek van nieuw ontstane ziekten en aandoeningen. Artsen gingen er tot nu toe van uit dat als een baby een aandoening heeft die niet bij de ouders voorkomt en er wordt in het DNA ook een verandering gevonden, dat dit oorzakelijk met elkaar te maken heeft. Maar de gevonden DNA- afwijking kan in zo’n geval ook een onschuldige CNV zijn.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK