HBO-raad vreest weeffouten in borging HO

Nieuws | de redactie
26 maart 2008 | De HBO-raad is beducht voor nieuwe "weeffouten" in het stelsel van accreditatie en mist "processturing. De pilots lopen nog volop terwijl de besluitvorming al in gang is gezet. Net als de vorige keer loop je op deze manier het gevaar van weeffouten in het accreditatiestelsel”, onderstreept het hoofd beleid, Erwin van Braam.

De hogescholenkoepel kan zich vinden in de voorstellen van Plasterk, zo vertelt hij. “Naar de letter vind ik het een prima voorstel. Het verenigt het beste van twee werelden. Ik weet dat de VSNU de opleidingsaccreditatie als een tussenfase ziet. Maar de HBO-raad is erg voor opleidingsaccreditatie, mede omdat het werkveld ook om zo’n keurmerk vraagt. Het werkveld heeft niet zoveel met instellingsaudits, die willen weten dat ze met een goede opleiding werken”.

Recent zei QANU-voorzitter Jan Veldhuis op ScienceGuide dat onduidelijk is wie in het nieuwe accreditatiestelsel voor kwaliteitsborging en onafhankelijke panels moet zorgen. Van Braam deelt die zorg niet. “De instellingen worden zelf verantwoordelijk. Dat is dus niet onduidelijk. Maar het is wel afhankelijk van hoe het in de praktijk vorm gaat krijgen. Er moeten natuurlijk nog een aantal dingen gebeuren: er moeten kaders komen. Ook als instellingen de vrijheid hebben de kwaliteitszorg zelf te organiseren, zullen bepaalde elementen verplicht moeten worden meegenomen, zoals de kwaliteit van de staf.

Je houdt onafhankelijke commissies. Tot nu toe echter waren hogescholen echter verplicht om die onafhankelijke commissies door VBI’s te laten instellen. De VBI’s beoordeelden niet zelf, zij organiseerden wel de beoordeling door de onafhankelijke commissies. Het inschakelen van de VBI’s hoeft in de voorstellen van Plasterk niet meer en is ook niet nodig. Met  name grote hogescholen hebben uitstekende centrale auditcommissies die de kwaliteitszorg op de opleidingen in de gaten houden.

Het instellen van die auditcommissies was overigens ook verplicht, en dat is goed van de grond gekomen. Daardoor zijn er wel allerlei dubbelingen in het systeem gekomen. Ik kan me overigens voorstellen dat kleine hogescholen wel wat aan de VBI’s hebben. Daarom zijn we ook niet voor afschaffing, maar zeggen we slechts: maak ze niet verplicht”.

Van Braam maakt zich wel zorgen over de zorgvuldigheid van de besluitvorming. “In het huidige accreditatiestelsel zitten weeffouten, zoals een veel te zware herstelperiode en de positie van de VBI’s. Vanuit OCW zie ik op dat punt weinig processturing. De pilots lopen nog volop, terwijl de besluitvorming over een nieuw stelsel nu al in gang is gezet. Daar moeten we mee oppassen. Op papier zit het er nu allemaal lean en mean uit, het gevaar is dat het stelsel door aanvullende eisen in de uitwerking zo wordt opgetuigd, dat we twee volwassen kwaliteitszorgsystemen naast elkaar krijgen, namelijk een heel uitgebreide instellingsaudit en een nauwelijks gereduceerde opleidingsaccreditatie”.

Ook vanuit de studenten wordt gereageerd op de voorstellen van Plasterk en het betoog van Veldhuis. Oud-ISO-bestuurder en lid van de Commissie Sorgdrager, Bart Buijs, schetst in een essay op de pagina Kwaliteit waar en waarom het mis gaat met de borging van het hoger onderwijs. Hij waarschuwt voor een déconfiture in Leuven 2009 en voor de conflicten die tussen de Vlaamse en Nederlandse opvattingen rond borging blijken te rijzen: “De Tweede Kamer zou er goed aan doen Ronald Plasterk te vragen zijn stuk voor een stukje in te slikken en een uitermate goede kop koffie te gaan drinken met zijn vriend Frank Vandenbroucke. Zij kunnen zich dan afvragen hoe zij gezamenlijk vorm gaan geven aan het best mogelijke stelsel voor Nederland en Vlaanderen binnen de Europese hoger onderwijsruimte.”



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK