Diversiteit bij het Rijk

Nieuws | de redactie
15 mei 2008 | De instroom van allochtonen ligt bij de rijksoverheid relatief hoog, maar veel van hen gaan ook relatief snel weer weg. Het resultaat is dat het percentage allochtonen in dienst bij de Rijksoverheid slechts licht stijgt. Het instituut voor integratie en sociale weerbaarheid van de Rijksuniversiteit Groningen onderzocht wat de redenen zijn voor vrijwillige uitstroom van allochtonen, in vergelijking met die van autochtonen.

Ook is gekeken naar de invloed van organisatieklimaat en leiderschap op de werkbeleving en uitstroom van allochtonen en autochtonen. Om inzicht te krijgen in vertrekredenen zijn exit-interviews gehouden met 38 allochtone oud-werknemers van de Rijksoverheid. Daarnaast zijn vragenlijsten verspreid onder zowel vertrokken als zittende weknemers. In totaal hebben 273 allochtonen en 1356 autochtonen deze ingevuld.

Bevindingen

Van de allochtone vertrekkers geeft 71 procent aan te zijn vertrokken uit ontevredenheid met de baan, ten opzichte van 58 procent van de autochtonen. Deze laatste groep vertrekt vaker omdat zij elders betere kansen ziet. Verder zien we dat allochtonen vaker aangeven te vertrekken uit ontevredenheid over de sociale omgeving: de omgang met collega’s en leidinggevenden. In sommige gevallen gaat het daarbij om diversiteitsgerelateerde problemen zoals miscommunicatie of conflict als gevolg van cultuurverschillen. In de meeste gevallen echter vertrekken zij vanwege meer subtiele problemen, waaronder sociale uitsluiting of gebrek aan steun en waardering. Ook noemen ze vaker een gebrek aan ervaren doorgroeimogelijkheden in het werk als vertrekreden. Hoewel de mogelijkheden er wel zijn, lijkt het voor allochtonen lastiger om deze ook daadwerkelijk te benutten.

Openstaan voor verschil

Een belangrijke voorspeller voor tevredenheid en vertrek van allochtonen is openheid voor diversiteit, als kenmerk van het organisatieklimaat. Het gaat dan om de mate waarin de organisatie open staat voor verschillen tussen mensen, ook als hun gedrag op sommige punten afwijkt van de heersende norm. Allochtonen die deze openheid ervaren in hun organisatie zijn gemiddeld meer tevreden en minder geneigd te vertrekken. Bovendien kan een open organisatieklimaat leiden tot meer innovatie en hogere productiviteit voor de organisatie als geheel.

Rol leidinggevende

Verder lijkt een sleutelpositie te zijn weggelegd voor de leidinggevende. Gebrek aan wederzijds begrip en steun is een belangrijke vertrekreden voor allochtonen. Met name de sociale competenties van de leidinggevende in de omgang met mensen met een andere culturele achtergrond lijken te kunnen dienen als buffer voor eerdergenoemde sociale problemen. Bovendien is de leidinggevende ook een bepalende factor voor de doorgroeikansen van werknemers.

Aandacht sociale aspecten

Om diversiteit op de werkvloer te bevorderen zijn organisaties vaak geneigd oplossingen te zoeken in structurele aanpassingen. Uit dit onderzoek blijkt dat beperking van uitstroom van allochtonen vooral aandacht vraagt voor de sociale aspecten, zoals omgang met collega’s en leidinggevende en het organisatieklimaat.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK