‘Marx lazen we niet, die is sowieso onleesbaar’

Nieuws | de redactie
14 mei 2008 |

OCW-topman Renk Roborgh, de directeur generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs, Wetenschap en Emancipatie, ging in 1972 politicologie studeren in Nijmegen, richtte het Breed Studentenfront op, en werd met collegastudenten spreekbuis van het ‘reactionaire’ verzet tegen marxistische studenten die in de faculteitsraad de dienst wilden uitmaken.

Podium bouwen

“Toen ik in de zomer van 1972 aankwam in Nijmegen, kregen we eerst een introductiecollege van prof. Andries Hoogerwerf, een politicoloog afkomstig van de VU. Hij vertelde wat we gingen doen. Spoedig daarna was de faculteit bezet. Je kon alleen nog colleges volgen als je door een raam naar binnen ging.

De faculteit politieke wetenschappen werd door studenten bezet vanwege een benoemingsconflict. Een benoemingscommissie wilde de marxist Reinalda benoemen in de staf van Hoogerwerf. Die hield de benoeming tegen, omdat Hoogerwerf in tegenstelling tot Reinalda een aanhanger was van waardenvrije wetenschap.

Eigenlijk was de benoemingskwestie van Reinalda een bijzaak. Het was vooral een aanleiding om een ideologisch conflict uit te vechten, waarbij er in de faculteit inmiddels twee scholen waren ontstaan. Je had de marxisten, die vonden dat de wetenschap een maatschappelijke functie te vervullen had in de emancipatie van de onderdrukte klasse. En je had degenen die de wetenschap als vrijplaats voor het denken zagen.

In de faculteitsraad hadden studenten en docenten evenveel zetels. Doordat een van de docenten altijd met de studenten meestemden, maakten de studenten de dienst uit. Het leidde tot hilarische toestanden. Een stage was kwalitatief niet aan de maat zonder participerende observatie, zo vond de faculteitsraad. Dat betekende in de praktijk dat je tijdens een stage standaard productiewerk in een fabriek moest gaan doen. Onder diezelfde vlag van participerende observatie kreeg ik bij het bezoek van de weduwe van de Chileense president Allende aan Nederland de opdracht van een docent om een podium op te bouwen. Ja, de studie was in die tijd wel hands-on”.

Erg veel getolereerd

Renk Roborgh hoorde niet tot de marxistische vleugel. Hij was lid van de PvdA, een partij die hij zou verruilen voor de VVD toen partijgenoten-bewindslieden Cohen en Ritzen in 1994 de universiteitsraad passeerdenbij de benoeming van de Raad van Toezicht van de Leidse universiteit. De houding die hij in de facultaire twisten in Nijmegen innam, kun je gerust als ‘reactionair’ betitelen: “Samen met wat andere studenten heb ik het Breed Studentenfront Politicologie opgericht. We waren een eyecatcher, want we waren de eerste studentengroep – en nog links ook! – die zich verzette tegen de uitrollende structuur.

We schreven stukken in de Gelderlander over het onderwijs. We spraken met voorzitter Duijnstee van het college van bestuur. Wij vonden dat het college van bestuur veel te weinig deed tegen bezettingen. Die werden nogal eens georganiseerd, want je hebt er maar 25 studenten voor nodig. Er werd erg veel getolereerd. Het was niet echt de tijd om de politie erop af te sturen, natuurlijk ook omdat iedereen nog de beelden in zijn hoofd had van de barricaden in Parijs. Maar wij wilden gewoon onderwijs.

In 1973 haalden we in de faculteitsraad 1 zetel. Dat lijkt weinig, maar het gevolg was dat we vaak de doorslag konden geven in de discussies tussen docenten en studenten van onder meer de Socialistische Studentenbond Politicologie. In 1974-1975 stemde ik als lid van de faculteitsraad voor de invoering van vakgroepen. Het voorstel hield in dat vakgroepen voortaan zelf de inhoud en kwaliteitsbewaking voor hun vakgebied zouden verzorgen. De overige studenten waren tegen, omdat ze maar wat graag vanuit de faculteitsraad de curricula wilden vaststellen. Je kunt je nu niet meer voorstellen dat een hoogleraar niet meer mag bepalen welke boeken hij doceert!”

Kaas op boterham

Het Breed Studentenfront kreeg het zwaar toen hij de tweede hoogleraarsbenoeming steunde. “Hans van den Doel, minister van Volkshuisvesting in het schaduwkabinet-Den Uyl, wilde om gezondheidsredenen niet in de politiek verder en werd daarom eind 1973 tot hoogleraar bestuurskunde in Nijmegen benoemd. Hij had het zwaar. Hij wilde zijn curriculum uitrollen, maar werd gehinderd door allerlei stromingen. In een plaatselijk socialistisch blad heeft hij studenten toen van terreur en intimidatie beschuldigd. Dat kwam hem op een smaadproces te staan. Wij hebben in dat proces voor Van den Doel getuigd. De rechter heeft Van den Doel overigens in het gelijk gesteld”.

Renk Roborgh had het niet meer zo naar zijn zin in Nijmegen. Na zijn kandidaatsexamen politicologie in 1975 ging hij daarom het doctoraal in Leiden doen. “Het Breed Studentenfront verkruimelde in die tijd, net als andere studentenclubs. De tijdgeest veranderde ook. Studenten wilden kaas op hun boterham.

De politicologische discussies onder studenten in die tijd gingen over onderwerpen als de boerenbeweging in Latijns-Amerika, de kritische kerk, het imperialistische gedrag van de VS, of de omarming van de DDR. We namen deel aan demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, waar toen alleen al in Nijmegen 5 à 6.000 mensen in meeliepen. Het is een opkomst die op het Malieveld zelden nog gehaald wordt.

‘Rechtse wetenschap’

Marx lazen we niet, die is sowieso onleesbaar. Marcuse en de Frankfurter Schule kon nog net. Van den Doel was ons rolmodel. Hij is ook een van de drijvende krachten achter de vernieuwing van de benedenstad Nijmegen. Hans omarmde dat type project. Hij zette daar ook studenten bij in. Sociale woningbouw en milieu speelden daar ook een rol bij, dat waren allemaal issues die toen opkwamen.

Als je me vraagt een boek uit mijn studie aan te raden, dan is dat Politicologie, begrippen en problemen. In feite is dat boek een samenvatting van eerstejaars colleges van Hoogerwerf. Die man heeft het ontzettend moeilijk gehad met dat boekje omdat dat ‘rechtse wetenschap’ was. Ik heb heel veel aan dat boek gehad en vind dat die man ook echt hulde verdient.

Ik kijk met ontzettend veel plezier terug op mijn studietijd. Het was een hartstikke spannende tijd. Ik heb geleerd hoe functioneel en dysfuntioneel macht kan zijn. De kunst is om dat op tijd in de gaten te hebben, zodat je countervailing powers kunt organiseren. Ik heb ook geleerd dat je een bottom line moet hebben. Op het moment suprême moet je er staan en je verzetten. Het is altijd heel makkelijk om mee te lopen, maar op een gegeven moment moet je met je benen in het zand gaan staan, en zeggen: dit vind ik, en hier sta ik voor”.










«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK