Proof of the pudding

Nieuws | de redactie
13 mei 2008 | Hoe Dijsselbloem-proof is het HO-beleid van minister Plasterk? Nu de Kamer binnenkort met het kabinet discussieert over wat men vindt van de kritiek op het onderwijsbeleid, is het goed de beleidscriteria van de cie-Dijsselbloem eens concreet toe te passen in het hoger onderwijs.

Meest recente beleidsdaad is de reactie van OCW op het eindrapport van de commissie ‘Ruim baan voor talent’, waarin de uitkomsten van experimenten met selectie van studenten, flexibele toelating en collegegeldverhoging zijn beschreven. Plasterk wil nu intake-gesprekken invoeren als alternatief voor vormen van selectie aan de poort en als middel tegen uitval en laag rendement van opleidingen.

Neemt men Dijsselboem serieus, dan valt één ding direct op: dit gaat niet over het ‘wat’. Dit gaat primair over het ‘hoe’. En volgens Dijsselbloem moet de overheid als beleidsmaker zich nu juist verre houden van sturing –laat staan en détail- op het punt van het ‘hoe’. Daarvoor heb je immers de professionals die je niet voor de voeten moet lopen bij hun onderwijswerk. Het overheidsbeleid moet zich richten op het definiëren van het ‘wat’. Dus kwalitatieve, inhoudsgerichte benchmarking voor wat de professionals de leerling of student moet overbrengen en de borging daarvan via onder meer examens staan hier voorop.

Evidence based?
De VSNU wijst in haar reactie op het voorstel van OCW op nog een ander aspect: de onderbouwing van beleid. De universitaire koepel noemt het idee van de minister “een interessante manier om het studiesucces te vergroten en pleit ervoor dit geleidelijk in te voeren en te testen.” En inderdaad: er is op geen enkele manier nog sprake van een vorm van evidence based beleid inzake intakegesprekken. Het is dus niet zo vreemd, dat de VSNU “waarschuwt voor een algemeen bindende invoering ervan, aangezien nog niet bekend is of het echt voor alles en iedereen werkt.”

Uit de beleidschecklist van Dijsselbloem zijn overigens nog enkele criteria aan te stippen, die hier relevant zouden kunnen zijn voor de discussie: is aangetoond dat overheidsinterventie noodzakelijk is? Is deze beleidsoptie wetenschappelijk gevalideerd of zijn kleinschalige pilots adequaat geëvalueerd en in beleid verwerkt?

Pabo-toets
Er zijn nog andere beleidsacties die aan de Dijsselbloemchecklist gemeten mogen worden. Zo zijn er Kamervragen gesteld door een van de leden van die kritische commissie, VVD-er Halbe Zijlstra. Daarin vraagt hij OCW in te grijpen bij de uitvoering van de Pabo-toets in de Hogeschool Rotterdam. Volgens hem doet deze instelling te veel “concessies aan de kwaliteit van de lerarenopleiding” door de taal/reken-toets voor Pabo-studenten aan het eind van het tweede jaar te laten afnemen. “Kennelijk wordt geaccepteerd dat toekomstige leraren qua taal en rekenen pas halverwege hun opleiding moeten voldoen aan het startniveau van de opleiding.”

“Welke acties gaat u ondernemen om er voor te zorgen dat de Hogeschool Rotterdam het slagen voor de taal- en rekentoets binnen het eerste jaar overeind houdt, zodat daarmee alle PABO-studenten in Nederland gelijk behandeld worden?” wilde hij daarom weten van staatssecretaris Van Bijsterveldt.

Toen ScienceGuide Zijlstra vroeg naar het Dijsselbloem-proof gehalte van deze vragen, bleef het een hele tijd stil. Bij rappèl onderstreepte hij dat het hier ging om zaken die te maken hebben met de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Die argumentatie vond hij afdoende om ervan uit te gaan, dat zijn vragen om interventie van OCW primair over het ‘wat’ gingen. Het toepassen van een toetsing binnen een specifieke opleiding van één hogeschool en het verzoek om overheidsinterventie daarbij hebben zo dus minder met het ‘hoe’ te maken.

Wat merkt u?
In de aanloop naar het Kamerdebat wil ScienceGuide de stilte over de relevantie van ‘Dijsselbloem’ voor het HO-beleid doorbreken. Zijn ‘hoe’ en ‘wat’ in hbo en wo wel relevant als beleidscriteria? Hebben we daar niet academische vrijheden en het werk van een NVAO voor? Heeft u uit eigen HO-praktijk voorbeelden van beleid, dat contrair is aan wat men conform Dijsselbloem pretendeert te zullen voeren? Hoe moeten we hier mee om gaan? Graag uw reacties naar de redactie van ScienceGuide als impuls voor het debat: redactie@scienceguide.nl




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK