HBO en OCW botsen
De problemen rond rendement van opleidingen en uitval door studenten zijn zo divers en soms ook zo structureel van aard, dat macro-doelstellingen en –plannen voor heel het hbo weinig betekenis hebben als oplossingsrichting. Grote hogescholen in de steden van de Randstad moeten bijvoorbeeld heel andere rendementsperikelen en –trends leren aanpakken dan niche- hogescholen of kleinere instellingen met een regionaal voedingsgebied. De aard en de aantallen van de individuele problematieken zijn er van een geheel andere aard.
Zo werd tegen ScienceGuide gezegd, dat het zinvoller zou zijn als OCW zelf veel directer zou spreken met de hogescholen en duidelijk zou aangeven welke targets het beleid nastreeft op de kernproblemen en welke inzet van middelen en beleidsinstrumenten daar vanuit OCW mogelijk is. Hier wreekt zich tevens dat de minister in zijn contacten tot nu toe het gesprek met het topmanagement van het hbo soms expressis verbis mijdt, zoals Fontys- topman Verbraak bij zijn vertrek toelichtte op ScienceGuide: ”Ik heb nog nooit met hem gepraat. Als hij op bezoek komt op een hogeschool, mogen leden van ‘het management’ niet bij zijn gesprekken zijn met de medewerkers. Dat is werkelijk curieus. Plasterk zorgt voor vervreemding.
Ik hoor gebrom, overal in het hoger onderwijs. Het begon bij zijn aantreden. Er was een paar studenten in Rotterdam die in deTelegraaf klaagden dat ze nooit les kregen, zoiets. De nieuwe minister liep er meteen achteraan, ging zelf naar Rotterdam zonder dat de hogeschool geraadpleegd was of er werkelijk iets aan de hand was. Dan denk ik, zoiets is een incidentenbeleid dat je op zo’n niveau in het bestuur niet zou moeten willen voeren.”
Een collega-voorzitter zegt: “Nijs had het plan nog om rechtstreeks tot prestatieafspraken met instellingen te komen ten aanzien van beleidsprioriteiten. Dat had in dat opzicht wel een zeker voordeel.” Op het niveau van de branche zouden dan ook veel minder gedetailleerde, bestuurlijk complexe doelstellingen besproken moeten worden. Dat zou helpen voorkomen dat bij de nadere uitwerking allerlei beleidsindicatoren -soms op detailniveau- moeten worden aangegeven, die met de specifieke problematiek van hogescholen maar heel beperkte relaties kennen.
In dat verband wijst men in het hbo er op, dat ook de poging om vanuit het rappport-Rinnooy Kan tot zulke branche-afspraken te komen tot weinig leidde. Daar werden ook de vakbonden bij betrokken om voor de versterking van het leraarschap in het hbo zulke afspraken in te vullen. “Dat leverde zo weinig concreets op en was zo ingewikkeld, dat er voor het hbo uiteindelijk € 20 mln beschikbaar kwam uit de € 1,2 miljard voor dat doel. Zoiets leidt dus tot niks.”
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds