Selectie helpt ‘matching’ van student niet

Nieuws | de redactie
11 juni 2008 | Yvonne van Rooy vindt dat universiteiten het talent beter moeten ontwikkelen en intensieve vormen als Colleges helpen daarbij. De LSVb is het daar helemaal mee eens, maar niet met de manier waarop Van Rooy zich voorstelt deze doelstelling te kunnen waarmaken. "De onvermijdelijke consequentie is dat veel geschikte studenten worden afgewezen. Het doel van selectie – 'matching' tussen de student en de opleiding – schiet totaal haar doel voorbij en talent wordt onnodig verspild."




UU-voorzitter Yvonne van Rooy stelt in haar gesprek met ScienceGuide dat de goede resultaten van studenten aan het University College in Utrecht (en soortgelijke Colleges) te danken zijn aan selectie aan de poort. Geselecteerde studenten zouden het een voorrecht vinden om uitgekozen te worden voor de opleiding. In het stuk wordt echter geenszins onderbouwd dat studenten aan Colleges harder studeren door deze ‘gedegen selectie’. Experimenten bij reguliere opleidingen hebben zelfs uitgewezen dat selectie aan de poort geen hoger studierendement garandeert. In tegenstelling tot wat het artikel beweert, hebben ook andere instellingen ervaring opgedaan met selectie aan de poort. De Universiteit Leiden is echter gestopt met deze experimenten, mede omdat te veel studenten onterecht werden afgewezen.

Selectie versus ‘matching’

Ongetwijfeld zullen de rendementen omhoog gaan wanneer iedereen waarover ook maar een geringe twijfel bestaat niet de kans krijgt om aan de opleiding te beginnen. De onvermijdelijke consequentie is echter dat veel geschikte studenten worden afgewezen. Het doel van selectie – ‘matching’ tussen de student en de opleiding – schiet totaal haar doel voorbij en talent wordt onnodig verspild.

De Colleges, die Van Rooy overigens als enige voorbeeld ter ondersteuning van haar stelling aandraagt, kennen een ander groot verschil met reguliere opleidingen. Colleges bieden namelijk kleinschalig en intensief onderwijs aan. Veel klachten die de LSVb binnenkrijgt over de kwaliteit van het onderwijs, hebben betrekking op massaliteit en grootschaligheid. Terwijl reguliere studenten veelal in enorme collegezalen een beperkt aantal uren onderwijs krijgen, hebben studenten aan Colleges het voorrecht dat zij in kleine groepen meer dan dertig uur per week les krijgen van gemotiveerde docenten. Dit verschil is de hoofdreden voor het succes van studenten die aan Colleges studeren.

De kier van Sirius

In het interview met ScienceGuide zegt Van Rooy dat minister Plasterk “de handschoen heeft opgepakt” en instellingen stimuleert om excellentietrajecten te ontwikkelen. Plasterk is inderdaad begonnen met het stimuleren van dergelijke trajecten. Opmerkelijk is echter dat de minister niet de deur op een kier zet, zoals Van Rooy stelt, maar juist dichtslaat waar het gaat om achterhaalde maatregelen als selectie aan de poort en collegegelddifferentiatie.

Voorgaande kabinetten hebben uitgebreid met deze maatregelen geëxperimenteerd. Plasterk trekt echter de terechte conclusie dat het onwenselijk is om dergelijke maatregelen integraal in te voeren; ze vormen slechts een marginaal onderdeel van de nieuwe experimenten die zullen worden uitgevoerd in het nieuwe Siriusprogramma.

In dit programma kunnen instellingen zelf uitmaken hoe zij hun toponderwijs in willen richten. Er kan bijvoorbeeld ook gekozen worden om middelen als kleinschaligheid en intensieve studiebegeleiding in te zetten. Hierdoor zijn deze experimenten een stuk kansrijker dan eerdere pogingen, die alleen om selectie aan de poort en collegegelddifferentiatie draaiden. Een ander voordeel is dat aan verschillende instellingen het instellingsbestuur nauw samenwerkt met studentenraden om deze trajecten vorm te geven.

FES-gelden

Wij steunen Van Rooy in haar pleidooi om de aardgasbaten uit het Fonds Economische Structuurversterking aan het onderwijs ten goede te doen komen. Er bestaat op nationaal niveau immers geen betere economische investering dan die in onderwijs, zoals de Nederlandse regering zelf ook herhaaldelijk heeft aangegeven door het belang van de kenniseconomie te onderstrepen.

Echter, als we de top 5 van de kenniseconomieën in de wereld willen bereiken, moeten we niet overgaan tot het afwijzen van (geschikte) studenten door selectie. In plaats van selecteren aan de poort moeten we, net als bij de Colleges, overgaan tot meer intensief en kleinschalig onderwijs. Dit motiveert zowel studenten als docenten. Intensief en kleinschalig onderwijs zorgt voor minder verspild talent én voor een hogere deelname aan het hoger onderwijs.

Lisa Westerveld en Wimar Hebels zijn bestuursleden van de Landelijke Studenten Vakbond








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK