Sichuan en wij

Nieuws | de redactie
9 juni 2008 | Mette Samkalden gaf les in Chengdu terwijl de aardbeving toesloeg. Op ScienceGuide doet zij verslag, niet alleen van de gebeurtenissen, maar ook van de fascinerende cultuurverschillen die in Sichuan direct merkbaar werden. "De Chinese studenten waren ontzet en geschokt, maar toonden weinig initiatief. Hetzelfde gold voor Chinese docenten. De buitenlandse leerkrachten moesten het heft in handen nemen en de studenten bijeenbrengen, geruststellen en evacueren."


Op 25 augustus 2007 vloog ik van Amsterdam naar Chengdu, de hofdstad van de Chinese provincie Sichuan. Na twee jaar aan de Vrije Universiteit Organisatieantropologie te hebben gestudeerd en 21 jaar in Amsterdam te hebben gewoond, was een jaar in het buitenland studeren de perfecte combinatie van wonen en studeren in een nieuwe omgeving.

Eerder had ik in Zuidoost Azië en Oost Azië rondgereisd. De levensstijl, filosofie en keukens in deze landen waren voor mij makkelijk om me aan aan te passen. Op sommige plaatsen zag ik mezelf eerder oud worden dan in Nederland. Op zoek naar de ‘andere’ bestemming die de VU te bieden had, betrapte ik mezelf op een continu zoeken naar een Aziatische locatie.

China en met name Chinees studeren vormde de grootste uitdaging die ik kon bedenken. Daarbij kwam de spanning door de onbekendheid van het land, waarvan we zoveel denken te weten, en zoveel oordelen hebben, maar ik vooral heel vaak mijn meningen moest herzien.

Chengdu, misvattingen en de afgelopen weken

Toen ik naar Chengdu verhuisde dachten vrienden en familie dat ik in een gehucht terecht zou komen, per slot van rekening had niemand in mijn omgeving ooit van de stad gehoord. Toen ik foto’s stuurde van de miljoenenstad, vol wolkenkrabbers, verkeer en modieuze mensen, kreeg ik verbaasde e-mailtjes.

Ik verwachtte dat China nog vol van het communisme zou zijn, dat het de meest socialistische en sociale maatschappij zou zijn. Ik dacht dat familiebanden en eensgezindheid essentieel zouden zijn. Misschien had ik in mijn colleges in Amsterdam over Oost Azië beter moeten opletten en had ik dan geweten hoe kapitalistisch en individualistisch de samenleving zou zijn. Want de gemiddelde Chinees vindt familie het belangrijkste wat er is, maar carrière maken en geld verdienen en daarmee een auto kopen gaan wel voor. Het verschil tussen Nederland en China leek voor mij minimaal en de Zuidoost Aziatische mentaliteit leek ver te zoeken.

Mijn meningen over China veranderden elke paar maanden, maar pas na 12 mei besefte ik dat ik het goed én fout had.

Nadat de school waar ik les gaf drie minuten trilde en schudde op haar fundamenten sleurde ik mijn studente het gebouw uit. Terwijl het gips van het plafond naar beneden kwam, renden de weinige studenten die op dat moment in het gebouw waren de straat op. De studenten, de staf van de school en medewerkers van omliggende gebouwen stonden met open mond te kijken naar de chaos op straat en de glasscherven afkomstig van de gebouwen om ons heen. Het risico van onder een flat blijven staan leek hun onbekend.

Het gebrek aan kennis over aardbevingen, van informatievoorziening in het algemeen werd duidelijk. Ook het verschil in karakter tussen de Chinese studenten en docenten en de buitenlandse leerkrachten was plotseling duidelijk zichtbaar. De Chinese studenten waren ontzet en geschokt, maar toonden weinig initiatief. Hetzelfde gold voor Chinese docenten. De buitenlandse leerkrachten moesten het hef tin handen nemen en de studenten bijeenbrengen, geruststellen en evacueren.

Ook in de nasleep van de aardbeving waren gebrek aan informatie en initiatief op grote schaal merkbaar. Toen geruchten de ronden deden over watervervuiling en voedseltekorten, vertoonde de stad kuddegedrag door supermarkten te plunderen. In de dagen die direct volgden op de aardbeving, en nu nog, sloegen de Chinezen hun handen ineen. Plotseling werd het gevoel van samenhorigheid dat basis voor de Chinese cultuur vormt op de oppervlakte duidelijk. Niet alleen het alomtegenwoordige nationalisme, maar vooral het gevoel van verbondenheid was opmerkelijk.

In vergelijking met het gevoel van samenhorigheid van Nederlanders, bleek China lang niet zo individualistisch als ik dacht. Als Nederland ‘één’ wordt is dat voor een voetbalwedstrijd van Oranje, in politieke rampen en maatschappelijke drama’s blijft Nederland verdeeld. De Chinezen missen die verdeeldheid en vormen een werkelijke natie. Misschien is het eerder genoemde individualisme slechts een facet van de Chinese samenleving. Het saamhorigheidsgevoel na 12 mei uitte zich in grote en kleine initiatieven van Chinezen in het hele land. Van het doneren van schoolboeken, kleren en pakken rijst tot het leveren van personeel voor de wederopbouw van het rampgebied. Universiteiten leveren kennis, bedrijven (financiële) middelen. De overheid toont daadkracht en de Chinezen loven haar daarvoor.

Hoe langer de aardbeving achter ons lag, hoe meer de desastreuze gevolgen van de aardbeving duidelijk werden. Als buitenlander in Chengdu realiseerde ik me hoe gelukkig ik was dat niet mijn hele familie in deze regio woonde. De opluchting dat ik ‘altijd nog naar huis kan’. Ik realiseerde me ook dat ik stiekem deel wilde zijn van dit allesomvattende gevoel van samenzijn dat slachtoffers en Chinezen deelden en waar wij als buitenlandse gemeenschap buiten stonden.

Deze combinatie van vernieuwd inzicht in de Chinese samenleving en mijn ontzag voor haar samenzijn, maakte dat ik daar een bijdrage aan wilde leveren. Dat is hoe ‘een biertje voor Sichuan’ ontstond. Niet alleen ik, maar ook vele anderen bleken dezelfde of andere motivaties te hebben om iets te doen voor Sichuan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK