HO-resultaten wereldwijd vergeleken
Nu stakeholders van het HO steeds meer vragen om kwalitatieve informatie over resultaten gaat ook het werk van de OESO verschuiven van kwantitatieve dataverzameling naar kwaliteitsvergelijkingen. Dit is in 2006 op de conferentie hierover in Athene sterk naar voren gekomen. Yelland onderstreepte op het IAU-congres in Utrecht dat het ‘een complex en duur proces’ zal zijn om dit project goed van de grond te krijgen. Maar ‘the cost of inaction is high as well.’ Want het gaat er volgens hem om, dat zo ‘evidence for policy and practice’ ontwikkeld wordt met als kernvraag: welke delen van het onderwijsproces in het HO zijn duidelijk te relateren aan de kwaliteit van de resultaten van de opleiding?
Aandachtspunten in het project zijn daarom nu:
– zijn breedte en diepte van de vragen naar outcomes in balans?
-hoe worden zowel concrete resultaten als de ‘value added’ door de HO- instelling/opleiding in kaart gebracht?
-hoe relevant zijn contexten als die uit bijvoorbeeld het classificatieproject van de EU naar voren komen?
-hoe zorgt de OESO ervoor dat er geen ‘oordelen’ worden uitgesproken over landen of hun HO-stelsels, maar wel over de resultaten van instellingen?
-zijn cross-nationale vergelijkingen wetenschappelijk verantwoord haalbaar?
Yelland noemt het Ahelo-project in zijn huidige fase dan ook meer een haalbaarheidsstudie dan een echte ‘Pisa voor het HO’. Lidstaten van de OESO worden momenteel benaderd om deel te nemen aan het leveren van bijdragen uit hun HO om de haalbaarheid te onderzoeken. Begin september zal IMHE in Prijs een conferentie terzake bij de OESO organiseren.
Meest Gelezen
Internationale studenten Maastricht faliekant tegen verplichte cursus Nederlands
Alleen bèta’s tegen Erkennen en Waarderen
VVD en CDA willen weer terug naar prestatiebekostiging in het hoger onderwijs
Expliciete directe instructie is minder effectief dan het lijkt
Valoriseren door een snelweg te blokkeren
