Onderwijs en hersenen

Omdat er nogal wat onduidelijkheid is over de kracht van neurowetenschappen voor onderwijsonderzoek gaf NWO een aantal onderzoekers de opdracht eens wat zaken op een rij te zetten in een rapport. Doel was een realistisch beeld geven van mogelijke dwarsverbanden tussen onderwijsonderzoek en neurowetenschappen.

Het rapport concludeert dat onderwijsonderzoek en neurowetenschappen op een aantal gebieden zinvol gezamenlijk fundamenteel onderzoek zouden kunnen verrichten. Probleem is nog dat de neurowetenschappen tot nu toe niet goed overweg kunnen met het complexe onderwijsonderzoek. Of omgekeerd, dat het onderwijsonderzoek moet proberen om gegevens zo te leveren dat ze nuttig zijn voor hersenwetenschappers.

De onderzoekers noemen een aantal gebieden waarbij de neurowetenschappen en het onderwijsonderzoek elkaar kunnen versterken. Bijvoorbeeld op de terreinen waarop onderzoekers al samen optrekken, zoals bij het vroeg diagnosticeren van leerproblemen als dyslexie. Of bij het onderzoek naar het leren van een andere taal. Of bij het kijken naar welke hersengebieden een rol spelen bij het krijgen van wiskundig inzicht. Daarnaast concluderen zij dat versterking ook mogelijk is op onderwerpen waarop nog geen gezamenlijk onderzoek plaatsvindt. Zoals multimedia-leren, de rol van werkgeheugenbelasting, sociaal leren, impliciet leren en zelfgestuurd leren.

Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Twente (UT), de Open Universiteit (OU), de Radboud Universiteit Nijmegen (RU)en de Universiteit Maastricht (UM). NWO financierde het project via de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek (PROO), onderdeel van het NWO-Gebied Maatschappij- en Gedragswetenschappen. U leest het onderzoek in zijn geheel hier.