Wereldtop in Amsterdam
De nieuwe missie van het instituut is bovendien even ambitieus als wetenschappelijk van uitzonderlijke betekenis: de wereld van de elementaire deeltjes te koppelen aan de krachten die in het allervroegste heelal hebben geheerst, zo’n 13,7 miljard jaar geleden. Daarbij bewandelt het instituut dus twee paden: experimenten op aarde in de krachtigste deeltjesversnellers, in het bijzonder op CERN, én metingen aan deeltjes uit het heelal. Deze deeltjes zijn afkomstig van extreem energierijke gebeurtenissen (met grotere energieën dan op aarde mogelijk zijn) en leveren informatie over de structuur van de materie op de kleinste lengteschaal en het ontstaan van het heelal op de grootste lengteschalen.
Op grond van de evaluatie verhoogt de Stichting FOM het jaarlijkse basisbudget van het instituut structureel met 450 duizend euro. Daarnaast kent de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek het instituut in de periode 2008-2010 jaarlijks eenzelfde bedrag toe. Met deze financiële injectie kan het instituut op het hoogste niveau deelnemen aan de experimenten bij de nieuwe deeltjesversneller Large Hadron Collider (LHC) op CERN én tegelijk een sterke positie opbouwen in het internationaal opkomende vakgebied van de astrodeeltjesfysica.
Het onderzoek in de subatomaire fysica is geconcentreerd in het samenwerkingsverband NIKHEF dat het onderzoek op dit terrein in Nederland coördineert. Het FOM-Instituut voor Subatomaire Fysica speelt een centrale rol in dit samenwerkingsverband. Het instituut neemt deel aan drie van de vier grote experimenten (ATLAS, LHCb en ALICE) bij de nieuwe deeltjesversneller LHC op CERN, die later dit jaar in bedrijf gaat. Het instituut levert zowel belangrijke wetenschappelijke als technologische bijdragen aan deze experimenten en via het instituut hebben ook Nederlandse bedrijven bijgedragen aan de bouw van de LHC.
Met de metingen bij de LHC hopen de onderzoekers onder andere het bestaan van het Higgsdeeltje aan te tonen, en andere ontdekkingen te doen die een doorbraak kunnen betekenen voor ons begrip van de raadselachtige asymmetrie tussen materie en antimaterie in het heelal.
Daarnaast is het instituut een belangrijke partner in een neutrinotelescoop die kort geleden gebouwd is op de bodem van de Middellandse Zee. Deze detector, ANTARES, is in staat de lichtsporen waar te nemen, veroorzaakt door neutrino’s die eerst de hele aarde hebben doorkruist. Nu dit detectieprincipe met ANTARES is bewezen, stelt NIKHEF alles in het werk om samen met een groot aantal Europese partners een nieuwe, veel grotere, detector, KM3NET, te bouwen waarmee de ‘neutrino-astronomie’ van start kan gaan.
Verder is het instituut betrokken bij twee andere projecten op het gebied van de astrodeeltjesfysica: het Pierre Auger Observatorium registreert in het westen van Argentinië extreem energierijke deeltjes uit het heelal en met het experiment VIRGO in Italië verkent het instituut onderzoek aan zwaartekrachtgolven. Alle onderzoekslijnen worden binnen het instituut ondersteund door hoogwaardig theoretisch onderzoek, grensverleggende detector-R&D en ontwikkeling van krachtige reken- en verwerkingstechnieken, die men ontwikkelt met GRID-technologie.
Meest Gelezen
