Een hogeschool, geen universiteit

Nieuws | de redactie
11 september 2008 | Het verwijt 'universiteitje spelen' -soms als  manende waarschuwing verpakt- wordt de hogescholen ineens weer gemaakt. HAN-voorzitter Ron Bormans zet zaken op rij en punten op i. Jonge mensen van nu "moeten doen én denken. Universiteiten leveren die mensen niet, althans niet in die breedte die nodig is. Dus wil ik HBO produceren." Zijn visie en riposte leest u hier.



Al enige tijd, ik denk zo’n jaar of 20, spreken mensen mij – sinds jaar en dag beleidsmaker en bestuurder in het HBO – vermanend toe dat ik mij niet schuldig moet maken aan de zogenaamde ‘Academic drift”. Platter gezegd: ik moet geen universiteitje willen spelen en zeker niet de ambitie willen hebben een ‘universiteit-light’ te worden, zoals Leo Prick in de NRC van 1 september liet optekenen. Wijze raad, waarvoor dank, maar heeft iemand mij ooit gevraagd of ik die intentie eigenlijk wel heb?

Rafeligheid

Hoger onderwijs is gediend met variëteit. De maatschappelijke functie van onze opleidingen en de inhoud ervan is één reden om eerder in termen van verschil te willen denken dan in termen van uniformiteit. Een tweede, minstens zo belangrijke reden omvat de leerstijl en achtergrond van onze studenten. Het onderscheid tussen wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs is één dimensie in die door mij gekoesterde variëteit. Maar er zijn veel meer dimensies die we moeten koesteren, naar inhoud, oriëntatie, niveau en maatschappelijke functie.

Bovendien is het er een die wat rafelig is. Dat laatste is gemakkelijk te illustreren door naar kenmerken te kijken van HBO- en WO-opleidingen, die in voorkomende gevallen meer overlap vertonen dan wij oppervlakkig menen waar te nemen. Maar het is het beste en meest overtuigend aan te tonen, als we ons internationaal vergelijken. Als je daar naar kijkt, blijken er veel meer wegen naar Rome te leiden wat de vormgeving én indeling van het hoger onderwijs betreft. Vind je ook argumenten om niet zo star in die dichotomie te denken, maar in meer categorieën. Europa denkt daar inmiddels ook indringend over na en wij denken daar in mee, onder aanvoering van de nummer 1 in de ScienceGuide top 10, de lijst van meest invloedrijke mensen in het hoger onderwijs, Frans van Vught, oud-rector Universiteit Twente.

Verbindende schakels

Maar rafelig of niet, ik koester het genoemde onderscheid zeer en probeer mijn eigen hogeschool te positioneren als echt HBO. Vanuit een diep geworteld besef dat er grote groepen jonge mensen zijn die alleen optimaal tot ontwikkeling komen in concrete, beroepsgerichte leeromgevingen, gekoppeld aan het diepe besef dat het HBO met haar afgestudeerden een heel wezenlijke motor is in het maatschappelijke leven. Als innovatie en ondernemendheid onze waarborgen zijn in een globaliserende wereld, dan zijn we echt afhankelijk van al die jonge mensen die het HBO jaarlijks aflevert en die met name in het midden- en kleinbedrijf al die strategische posities gaan innemen en daar het verschil maken tussen een gewoon bedrijf en een innovatief bedrijf.

Maar dan moeten ze twee talenten meegeven. Ze moeten morgen heel breed in de samenleving productief kunnen zijn in bedrijven en maatschappelijke instituties en overmorgen zich de onderbouwde vraag kunnen stellen: kan dat niet beter? Ze moeten doen én denken. Universiteiten leveren die mensen niet, althans niet in die breedte die nodig is. Dus wil ik HBO produceren en hebben we bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) een onderwijsvernieuwing doorgevoerd die alles wat we doen, plaatst in die beroepscontext. Zowel de praktische als de theoretische bagage die we die jonge mensen meegeven.

Maar we willen ze ook de vaardigheid meegeven om wat ze aantreffen in hun werk niet als vanzelfsprekend te beschouwen en een houding om vanuit kennis van zaken hoe het elders gaat, het geheel beter te maken. Dus moeten ze onderzoekvaardigheden hebben, niet gericht op fundamentele ontdekkingen, maar om evidence-based en ontwerpgericht te kunnen werken; moeten onze docenten die vaardigheden hebben en hebben we lectoren nodig die ons daar – vanuit het gezag dat ze hebben in die beroepspraktijk – de weg bij wijzen.

Lectoren zijn collega’s die de verbindende schakel vormen tussen het HBO en die omgeving van het HBO dat relevant is voor die specifieke opleidingen en dat drukt zich uit in kennis van die omgeving, kennis van wetenschappelijke inzichten die relevant zijn en kennis van de inhoud en bedrijfsprocessen in die organisaties waar onze studenten uiteindelijk terecht gaan komen. Het academische niveau is behulpzaam, maar niet doorslaggevend. Dat is het gezag in de beroepspraktijk. Lectoren zijn niet het vehikel om universiteit te kunnen zijn maar helpen ons onze beroepsgerichte identiteit te versterken én te moderniseren.

Groeiplicht

En inderdaad, dat willen we graag aan zo veel mogelijk jonge mensen meegeven. De HAN is gegroeid en wil graag verder groeien; wel op basis van kwaliteit, niveau en intensief en gestructureerd onderwijs. En dat willen we niet omwille van de prestige, maar omdat wij een hogeschool willen zijn die zo goed is dat iedereen die daar voor in aanmerking komt, ook naar dat hoger onderwijs toe gaat. Dat moeten we willen voor die jonge mensen, voor de regio én voor ons land. Nog los van het feit dat dat besloten ligt in internationale afspraken die op het niveau van de regering gemaakt zijn. Was het doel niet 50% van onze jonge mensen te verleiden hoger onderwijs te genieten? Groeien is onze maatschappelijke plicht!

Zo veel mogelijk mensen naar het HBO, dat zijn beroepsgerichte roots koestert, maar ook moderniseert om de eisen van de moderne tijd tegemoet te kunnen treden, dat is wat we willen. Waarbij die jonge mensen na het behalen van het HBO-diploma allemaal lekker aan de slag moeten kunnen gaan en een aantal daarvan de kans moet krijgen naar de universiteit te gaan. Sterker, misschien moeten we in Nederland besluiten kleinere, selectievere en op research gerichte universiteiten te willen hebben en relatief nog meer mensen stimuleren naar het HBO te gaan. Met als optie: je hebt altijd de kans je onderwijsloopbaan op masterniveau te beëindigen.

Daar steken wij bij de HAN onze energie in en we doen dat met veel succes. En hou nou eens op met die archaïsche oproepen geen universiteit te willen zijn. Ik zeg het nog één keer: de HAN wil graag een heel mooie hogeschool zijn.

Ron Bormans
Voorzitter College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen













«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK